ECLI:NL:TGZRSHE:2025:23 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/6768
ECLI: | ECLI:NL:TGZRSHE:2025:23 |
---|---|
Datum uitspraak: | 19-02-2025 |
Datum publicatie: | 19-02-2025 |
Zaaknummer(s): | H2024/6768 |
Onderwerp: | Geen of onvoldoende zorg |
Beslissingen: | Gegrond, waarschuwing |
Inhoudsindicatie: | Huisarts. Klacht: geen behandelplan (a), langdurig zware pijnmedicatie (oxycodon) voorgeschreven zonder consulteren specialist (b), geen doorverwijzing naar orthopeed (c), wachttijden niet willen verkorten ondanks fysieke achteruitgang en ondraaglijk lijden (d), klaagster niet serieus genomen (e).College: klachtonderdeel a) gedeeltelijk gegrond. Vanaf juli 2023 huisarts te afwachtend, te reactief en geen (duidelijk) behandelplan meer. Voor het overige ongegrond. Huisarts mocht deze dosering oxycodon voorschrijven zonder overleg specialist, geprobeerd wachttijd te verkorten, verwijzing orthopeed niet nodig en klaagster serieus genomen.Maatregel: waarschuwing. |
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE ’S-HERTOGENBOSCH
Beslissing van 19 februari 2025 op de klacht van:
[A],
wonende in [B],
klaagster,
gemachtigde: [C], wonende in [D],
tegen:
[E],
huisarts,
werkzaam in [B],
verweerster, hierna ook: de huisarts,
gemachtigde: mr. V.P.M. Heijnen-Heijthuisen, werkzaam in Roermond.
1. De zaak in het kort
1.1 Klaagster meldde zich op 29 december 2022 bij de huisarts met pijnklachten
in de buik, die in
de loop van de daarop volgende maanden steeds heftiger werden. Nadat er op 17 oktober
2023 een scan
gemaakt was, bleek er sprake te zijn van een Non Hodgkin- Lymfoom in de ruggenwervel
en een
vergevorderde aantasting van het ruggenmerg.
1.2 Klaagster maakt de huisarts een aantal verwijten: het ontbreken van beleid in
de behandeling,
het langdurig oxycodon voorschrijven, het niet willen verwijzen naar een orthopeed,
de wachttijden
niet willen verkorten en de klachten van klaagster niet serieus nemen.
1.3 Verweerster is van mening dat haar niets te verwijten valt. Zij heeft zich ten
volle ingezet
om klaagster te helpen en heeft de klachten zeer serieus genomen.
1.4 Het college komt tot het oordeel dat de klacht gedeeltelijk gegrond is. Vanaf
7 juli 2023,
toen klaagster dezelfde pijnklachten kreeg aan de linker kant, was er van behandelplan
geen sprake
meer. Hierna licht het college dat toe.
2. De procedure
2.1 De procedure blijkt uit:
- het klaagschrift, ontvangen op 3 januari 2024;
- het verweerschrift met de bijlagen.
2.2 De partijen hebben de gelegenheid gekregen om onder leiding van een secretaris
van het
college met elkaar in gesprek te gaan (mondeling vooronderzoek). Daarvan hebben
zij geen gebruik
gemaakt.
2.3 De zaak is behandeld op de openbare zitting van 20 december 2024. Beide partijen
zijn
verschenen, bijgestaan door hun gemachtigden. De partijen en hun gemachtigden hebben
hun
standpunten mondeling toegelicht. Klaagster en haar gemachtigde hebben beiden pleitaantekeningen
voorgelezen. De gemachtigde van verweerster heeft een pleitnotitie voorgelezen.
De
pleitaantekeningen en de pleitnotitie zijn aan het college en de andere partij overhandigd.
3. De feiten
3.1 Verweerster heeft een huisartsenpraktijk met een vaste waarnemer (hierna: ‘de
waarnemer’) en als deze niet beschikbaar is, is er nog een tweede waarnemer (hierna:
‘de tweede
waarnemer’).
3.2 Klaagster, geboren in 1947, meldde zich op 29 december 2022 telefonisch met
buikklachten bij
de praktijk van verweerster. Naar aanleiding van het telefonisch contact heeft de
waarnemer
klaagster verzocht urine te brengen voor onderzoek en een reeds geplande controle-colonoscopie
vervroegd. Het urineonderzoek een dag later gaf geen bijzonderheden of afwijkingen.
Op 19 januari
2023 heeft de waarnemer in het patiëntendossier genoteerd dat klaagster twee dagen
eerder een
darmonderzoek heeft gehad en dat er drie poliepjes zijn verwijderd. Ook is vermeld
dat klaagster al
een paar maanden een zeurend gevoel had rondom de navel. Een echo van onder- en
bovenbuik werd
aangevraagd. De echo’s gaven geen bijzonderheden aan en dit werd klaagster op 2
februari 2023
meegedeeld.
3.3 Op 28 maart 2023 heeft de waarnemer in het patiëntendossier opgetekend (inclusief
taal- en
typefouten, ook in de verdere citaten):
“S circa 2wkn geleden pijnklachten re zij/flank. mictie gb. def gb. geen buikpijn,
geen rugpijn.
O mevr lijkt wat gele huid te hebben (vindt zelf van niet). Geen slagpijn nierloges.
Geen
drukpijn flanken.
E Flanksymptomen/klachten
P lab en urine”
3.4 Op 30 maart 2023 heeft de waarnemer de resultaten van het laboratorium- en urineonderzoek
telefonisch aan klaagster teruggekoppeld. Klaagster bleek nog steeds klachten in
de flank te
hebben. Er werd paracetamol, naproxen en pantoprazol voorgeschreven.
3.5 Op 1 april 2023 is klaagster naar de huisartsenpost gegaan omdat zij pijn had
in haar rechter
zij, alsof iemand een mes tussen de ribben stak. Daar werd de diagnose cystitis,
dd pyelonefritis
gesteld en gestart met antibiotica.
3.6 De tweede waarnemer heeft op 7 april 2023 genoteerd:
“S [initialen vaste doktersassistente 1]; nierbekkenontsteking controle. neemt
urine mee. AB kuur
ciproflox via HAP helpt weinig, had ook schone urine op HAP wel nitriet pos maar
geen plasklachten.
geen temp. Heeft AL MAANDEN PIJNKLACHTEN. ECHO NIEREN GB, ECHO BBUIK GB. LABO GB
O onverklaarde pijn in mn R flank, goed beweeglijk . geen slagpijn nierloge, maar
wel pijnlijke
lwk/bekkenrand bij drukken en bij gekende osteoporose dd impressie#?
LAB. urine helder, nitriet neg leuko neg
NB AL MET AL HEB IK NIET PLUIS GEVOEL AL MAANDEN KLACHTEN EN KLINIEK PAST NIET BIJ
PYELONEFRITIS
E flankpijn onverklaard
P ab kuur afmaken, goed drinken foto LWK/Bekken”
3.7 Op 12 april 2023 belde klaagster huilend naar de praktijk. Ze had hevige rugklachten
ondanks
de naproxen, sliep niet meer en vroeg wat te doen. Klaagster kreeg een sterkere
pijnstiller en er
werd een telefonisch consult ingepland voor de volgende dag om verder beleid te
bespreken.
3.8 Op 13 april 2023 heeft de vaste waarnemer in het medisch dossier van klaagster
het volgende
vermeld:
“Tel. met tramadol heel stuk beter. Heeft morgen afspr SU staan voor herevalueren.
ZIE OOK
opmerkingen [tweede waarnemer] 07/04”
3.9 Op 14 april 2023 heeft verweerster in het patiëntendossier genoteerd:
“S gaat stuk beter met Tramadol 1 -2dd, slaapt er goed mee maar wil niet teveel
nemen omdat het
verslavend is --> zorgen omdat ze met deze klachten volgende week niet op vakantie
durft/ wil
O ECHO-verslag 24-1 staat 2x beschrijving li —, gaarne bellen voor juiste verslag:
[initialen
vaste doktersassistente 2]/ pyelum rechts licht verwijd; 31-1 weer genormaliseerd;
[naam arts]
stuurt een addendum
P uitleg, geruststelling, bij aanval Naproxen”
3.10 Op 17 april 2023 noteerde verweerster:
“S [initialen vaste doktersassistente 2]/ ondanks max dosering Naproxen en Tramadol
hevige
nierkolieken het hele WE door; vraagt Verw om te laten verwijderen
P (Moeizame) uitleg dat steentjes passeren, dat er geen steentje vastzit en er
dus niets te
verwijderen valt --> advies Naproxen 2dd afwisselen met 3dd Busco+ 2tab (verkrijgbaar
in D
apotheek)”
3.11 Op 26 april 2023 noteerde verweerster:
“S [initialen vaste doktersassistente 2]/ vraagt nieuwe ECHO, om te kijken wat
er met de
niersteen aan de hand isaccoord?
P X-BOZ (Corprostase? projectie verkalking?) en ECHO re flank
(steentje? Verwijding systeem?)”
3.12 Op 28 april 2023 noteerde de tweede vervanger:
“S [initialen vaste doktersassistente 1]; vanochtend op spoedlijn; huilend aan
telefoon. komt
V/uroloog bespreken ivm nierkolieken. niet meer uit te houden!reeds door meerdere
artsen
([initialen verweerster en beide waarnemers], HAP) gezien, meerdere OZ gehad,zie
dossier, er volgt
op verzoek nog nieuwe ECHO, voelen zich niet gehoord
O alles al gehad , ibupr, naprox, tramadol, morfin inj buscopan . ten einde raad
24-01-2023 Links
licht verwijd pyelum zonder hydro ureter.
waarschijnlijk rest status na eerdere stuwing. Thans geen actuele stuwing aantoonbaar.
Links geen
bijzonderheden. Beiderzijds geen stenen
In de onderbuik geen bijzonderheden.
E Nierkoliek
P verwijzing uroloog spoedpoli 13 uur [plaatsnaam]”
3.13 Op 1 mei 2023 heeft de tweede vervanger klaagster verwezen naar een MDL-arts.
Op 4 mei 2023
heeft een echo van de nieren plaatsgevonden. Een dag later is telefonisch de uitslag
van de echo
medegedeeld (geen bijzonderheden).
3.14 Op 8 mei 2023 noteerde verweerster:
“S [initialen vaste doktersassistente 2]/ zou gebeld worden voor afspraak MDL;
maar wordt niet
gebeld, of wij met MDL kunnen bellen voor spoed? Erg pijnlijdend aan de telefoon
O ik kan verw niet terugvinden (gemaakt door [naam tweede waarnemer]
P 14.50 gebeld met MDL [afkorting plaatsnaam]: binnengekomen op 1mei, door
MDL-arts getrieerd op groen/ geen spoed --> wachttijd weken -maanden --> pat 14.55
gebeld en VM
ingesproken:
geadviseerd hierover contact met [naam zorgverzekering] op te nemen!”
3.15 Op 9 mei 2023 is oxycodon voorgeschreven. In de loop van de daarop volgende
maanden is
verschillende keren een herhaalrecept uitgeschreven. Op 11 mei 2023 heeft de vaste
vervanger een
lang gesprek met klaagster gehad en genoteerd:
“zou over 5wkn in [plaatsnaam] terecht komen” en “mag oxycodon dubbel nemen bij
forse klachten, lab
met lipase, daarna verw naar [plaatsnaam]?”
3.16 Op 16 mei 2023 was er telefonisch contact tussen klaagster en de vaste waarnemer.
De laatste
noteerde dat het een heel stuk beter ging en dat klaagster geen pijnstillers meer
nodig gehad had.
Klaagster hoefde nu niet perse naar de MDL in [plaatsnaam] en wilde de MDL in [naam
ziekenhuis]
afwachten.
3.17 Op 19 mei 2023 noteerde verweerster:
“S gebeld met coll [naam], MDL: Lipase zeker niet verdacht, CT absoluut zonder
afw, dus geen
vermoeden op pancreas-problematiek! Duodenumdivertikel is toevalsbevinding en geen
verklaring voor
de pijn, wordt ook niet behandeld
P pat gebeld: ziet het niet meer zitten, hevig hyperventilerend, schreeuwend,
verdrietig, voelt
zich in de steek gelaten. kleinkinderen op de achtergrond vragen of ze dood gaat
pittig
toegesproken, Oxycodon nog niet dubbel genomen maar wel 4dd
-_ vervangen door 2dd 10mg ret en 5mg HCL blijft zn. volgende week afspraak op mijn
SU gemaakt!”
3.18 Op 26 mei 2023 noteerde verweerster:
“S heeft van afgelopen week dagboek bij gehouden. nog wel pijn met 2dd Oxycodon
ret, 3x hevig
genoteerd, duur pijn neemt af. niet meer elke nacht, wijst rib aan. kan er wel op
liggen, sinds 2dd
Oxycodon wel nachtzweten, overal jeuk en vooral bovenrug
O emotioneel, pijn op rib 5-6 re E cave rib #‘ meta?
P X-thorax met ribdetail
A ZorgDomein: X-thorax + rib / Status: verwijzing niet aangemaakt”
3.19 Op 31 mei 2023 noteerde verweerster dat zij klaagster verwezen had naar de afdeling
interne
geneeskunde van het ziekenhuis en noteerde het volgende in het dossier van klaagster:
“S vlgs afspraak gebeld: ten einde raad, nog niets gehoord van MDL
O X: gb
P verw alg Int GNK, [naam ziekenhuis]”
3.20 Op 2 juni 2023 werd voor klaagster een herhaalrecept Oxycodon aangemaakt en
op 7 juni 2023
heeft een van de vaste doktersassistentes van verweerster genoteerd:
“S [initialen vaste doktersassistente 1]; over en weer langer telefonisch contact
met pat en
[naam ziekenhuis];
Mw. huilend aan telefoon, net met [naam ziekenhuis] gebeld en geen verwijsbrief
ontvangen.
P navraag in [naam ziekenhuis]; inderdaad geen verwijsbrief ontvangen wat vreemd
is, want wordt
electronisch doorgestuurd. verwijsbrief
nogmaals gemaild naar: [e-mailadres]” Verweerster noteerde op diezelfde dag:
”S [initialen vaste doktersassistente 1]/ pat. belt later weer huilend op; Internist
[naam
ziekenhuis] heeft aan pat. doorgegeven dat ze niet in [naam ziekenhuis] een afspraak
gaat krijgen ,
maar moet toch wachten op afspraak in regio!! Voelt zich van kastje naar muur gestuurd.
O helemaal redeloos, houdt dit niet vol, kan toch niet telkens meer Oxycodon gaan
gebruiken.
voelt nu al dat ze niet zonder de deur uit durft
P pat gebeld en uitgelegd dat diverse specialisten geen reden zien om haar via
verschillende
ingangen sneller te zien, omdat heel veel onderzoeken reeds niets hebben opgeleverd
--> aanbod voor
2 sporen: aanvullend LAB op advies van [naam medisch centrum] (is even blijven liggen)
en daarnaast
een pijn/ ACT-programma gaan volgen via psych of fysio --> kiest voor [naam], die
bel ik”
Verweerster heeft een dag later, zoals toegezegd aan klaagster, de fysiotherapeut
gebeld in verband
met pijn-behandeling.
3.21 De tweede waarnemer heeft op 9 juni 2023 genoteerd dat klaagster stapsgewijs
de oxycodon zal
afbouwen. Op 12 juni 2023 heeft verweerster aanvullend laboratoriumonderzoek aangevraagd.
Op 19
juni 2023 heeft verweerster een herhaalrecept voor oxycodon uitgeschreven en het
volgende in het
medisch dossier genoteerd:
“S heeft een aantal vragen: heeft baat bij behandelingen fysio, is weer gestart
bij de gym. merkt
dat rechte houding haar goed doet, goede nachtrust doet goed, heeft 5mg snelwerkend
voor de nacht
maar redt daar niet de hele nacht mee, overdag paar keer pijnaanval maar wil daar
iets anders voor
P iom pat: Oxycodon 5mg ret. overdag Diclo + PPI”
3.22 Op 7 juli 2023 noteerde verweerster:
“S [initialen vaste doktersassistente 1]/ ribklachten, wenst doorverwijzing Orthopaedie!
komt dit
bespreken; vooral omdat ze nu ook li dezelfde klachten heeft, soms bdz tegelijk
pijn soms
afwisselend, wordt er horendol van
P uitleg wat orthopaed kan toevoegen: beoordeling vanuit ander gezichtspunt,
zn scan, maar zal
ws niets kunnen betekenen mbt behandeling
P pat gebeld: geen verwijsmogelijkheid voor rib/ thorax én wachttijd 65 dagen!
--> doen we NIET”
3.23 Op 11 juli 2023 noteerde een doktersassistente van het centrum:
“S [initialen doktersassistente centrum]; Aanloper: zag het bord [naam centrum]
en dacht dat is
het een goed idee was om met haar klachten daarheen te gaan. Wil een vwk.
Klachten zouden 1 dag bestaan. gevraagd naar de rib en of ze het met [initialen
verweerster] had
besproken vorige week Antwoord; oo dat weet je ook? Uitleg ik kan dossier inzien
als er vragen
zijn. Wil graag verder met de klachten
P Advies [initialen verweerster] opvolgen en voor nu een tc in gepland”
Op dezelfde dag noteerde de vaste waarnemer:
“S Tel. Veel rugklachten, daarom bij chiropractor langs geweest. wilde graag uitslag
van foto van
eerder
P print gemaakt, vanmiddag ophalen”
3.24 Klaagster is op 30 juli 2023 naar de huisartsenpost gegaan. Klaagster huilde
en had steken in
de buik en rug, en kon niet meer stil zitten. Zij was overstuur en wilde niet meer
leven. Op 31
juli 2023 belde klaagster weer huilend van de pijn de huisartsenpost wegens pijn
in de hele rug.
Zij kon niet stil zitten. Op 7 augustus 2023 verwees verweerster klaagster naar
de ggz. Zij
noteerde in het patiëntendossier:
“S is in de vakantie van [naam fysiotherapeut] naar chiropractor geweest en daar
(in 3- 4wkn) 10
behandelingen gehad, waarvan pat en [eerste letter voornaam vaste waarnemer] zeggen
dat laatste 2
niets voorstelden, zou goed vast zitten; heeft ondertussen gezocht op internet,
heeft vragenlijsten
ingevuld en is wel tot de conclusie gekomen dat het psychisch is, (scoorde hoog):
perfectionisme.
overbelasting door vele taken die ze zichzelf oplegt tijdens oppassen, geen nee
kunnen zeggen, wel
altijd overal lol in”.
3.25 De vaste waarnemer noteerde op 22 augustus 2023 dat klaagster een second opinion
wilde, veel
pijn had en erg emotioneel was. Een dag later noteerde verweerster:
“S [initialen vaste doktersassistente 1]/ wenst doorverwijzing voor second opinion
ivm hevige
pijnklachten. gisteren TC [initialen waarnemer], komt niet verder, weer huilend
aan telefoon
O chiropractor [naam] heeft foto’s [naam] opgevraagd en ziet wi tte vlek -->
er moet iets zijn,
vertrouwt het niet, elke nacht pijn al 10mnd lang, 3dd Oxycodon 10mg werkt niet;
Bij internist
heeft ze afspraak in november, bij [naam ggz-instelling] reeds tel intake gehad
P ik ga contact opnemen met chiropractor en radioloog, anders weet ik niet waar
ik naartoe moet
sturen voor S.O; krijgt het niet opgebracht om te luisteren naar mijn verhaal over
optimaliseren
pijnstilling”
3.26 Op 24 augustus 2023 heeft verweerster genoteerd dat de combinatie van pijnstillers
niet
werkte. Ook noteerde zij dat er bij klaagster sprake was van een stekende pijn wisselend
aanwezig,
eerst rechts maar nu ook links, die niet passend was bij ACNES. Klaagster wenste
de dag erop een
verwijzing naar een arts gespecialiseerd in ACNES. Er volgde een verwijzing naar
chirurgie, waarna
bleek dat er geen sprake was van ACNES. Een verwijzing naar reumatologie werd geadviseerd,
die op 8
september 2023 gemaakt is.
3.27 Op 13 september 2023 noteerde verweerster:
“S [initialen vaste doktersassistente 1]/ TC [tel.nr.], weer aan balie met echtgenoot;
drama/huilend! is het zo zat. pijnmed. doet helemaal niks. 31-10 reumatoloog.
01-11 MDL, kan niet meer wachten helemaal op --> heeft [naam verzekering] gebeld
en heeft afspraak
mogen maken in België: alleen als er een behandeling moet plaatsvinden dan moet
er opnieuw
beoordeeld worden of ze dan niet elders naartoe moet, er is NIET over een verw gesproken
O (wenst nu Verw [plaatsnaam] ivm alle onderzoeken/uitslagen op 1 dag!)
P met pat afgesproken dat ze even goed informeert, want ik ben in dit geval niet
de verwijzer,
maar de verzekering! Laat nog wat weten”
3.28 Op 20 september 2023 klaagde klaagster over hevige pijn in de gehele rug en
gehele buik,
alsmede steken in de rechterzij. De pijn was niet te onderdrukken en zij moest steeds
meer oxycodon
innemen. Op 21 september 2023 sprak de vaste plaatsvervanger met de eega en de dochter
van
klaagster. Zij waren zeer ontevreden over het beleid vanuit de huisartsenpraktijk.
Zij gaven aan dat het initiatief alleen maar vanuit klaagster en haar eega kwam en
niet vanuit de dokter. De dochter van klaagster belde die dag de ambulance voor haar
moeder. Er werd veel pijn geconstateerd, maar verder was klaagster stabiel.
3.29 Op 22 september 2023 noteerde verweerster:
“S dochter belt tussen de middag op de spoedlijn. heeft net naar ouders gebeld
om te vragen hoe
ze geslapen heeft en hoe het gaat --> V radeloos, M gillend en kreunend --> ER moet
NU een contact
met de pijnpoli tot stand worden gebracht (…)
P uitleg dat pijnpoli met spoed alleen via [naam particuliere kliniek] kan met
behandeling in
[plaatsnaam]; pat weet niet he ze daar moet komen, want kan niet lopen, ik zal met
Geriater
overleggen: er loopt nog een aantal afspraken, pat wordt opgeroepen”
Dochter vlgs afspraak terug gebeld en VM ingesproken. vervolgens pat gebeld en uitgelegd”
Verweerster heeft klaagster verwezen naar een geriater.
3.30 Op 25 september 2023 noteerde verweerster:
“S [initialen vaste doktersassistente 2]/ dochter belt: poli MOL afspraak 1-11
en poli
reumatologie
31-10, hebben contact met poli’s gehad om afspraak te vervroegen: advies : de huisarts
laten bellen
om afspraken te bespoedigen
P ga ik niet doen, omdat ze ook opgeroepen gaat worden door Geriater (<2wkn:
heb ik pat vrijdag
laten weten) en die kijkt naar HELE patiënt”
3.31 Op 27 september 2023 noteerde verweerster:
“S dochter gebeld op verzoek: is het niet met mij eens. M is laatste 2wkn hard
achteruitgegaan,
zodanig dat ambu en HAP-contact nodig is geweest. Dit zou genoeg reden moeten zijn
om afspraken te
vervroegen dochter concludeert uit mijn verhaal dat het tussen de oren zit, vindt
ons niet actief
genoeg en begrijot goed waarom ouders vertrouwen kwijt zijn
O nogmaals uitgelegd dat er al heel veel OZ is gedaan, maar daar is dochter het
niet mee eens,
want ze is pas bij 2 specialisten geweest Uitgelegd dat ik wekelijks contact heb
met diverse
specialisten maar dat zij snelheid van afspraak bepalen.
P Uitgebreid gesprek: nogmaals uitgelegd waarom ik geriater heb ingeschakeld,
dat deze advies
kan geven over noodzaak van vervroegen afspraken over verdere verw. benadrukt dat
ik hun wanhoop
begrijp en dat ik echt mijn best voor M doe”
3.32 Op 2 oktober 2023 werd klaagster gezien door de geriater. Op 6 oktober 2023
noteerde
verweerster:
“S [initialen vaste doktersassistente 1]/ Amitryptiline bespreken; merkt dat ze
beter slaapt, muv
gisternacht toe ze pijn in hele bovenbuik zat, was toen bang voor de maag en heeft
extra PPI
genomen, toen ingeslapen
O 2x in afgelopen gehallucineerd en dat is beangstigend heeft verder gelezen
dat je van
langdurig hoge dosis oxy alleen maar meer pijn kan krijgen
P uitgebreid gesprek met pat en [eerste voorletter vaste waarnemer] ger doet nog
CT-
scans, indien daar niets uitkomt, dan m.i niet nodig om naar neuroloog te gaan.”
3.33 Op 17 oktober 2023 werd klaagster na een bezoek aan de spoedeisende hulp opgenomen
in het
ziekenhuis wegens obstipatie door oxycodon. Op die dag zijn een CT-scan van de buik
(CT-abdomen) en
de borstholte gemaakt. In de brief van de MDL-arts aan de huisarts is hierover het
volgende
opgenomen:
“Medische beeldvorming CT-abdomen 17.10.2023:
Uitgesproken obstipatie met fecalomen verspreid over het colonkader ++. Tevens ook
fecaal residu in
het ileum. Nog geen tekens van ileus.
- Licht verbrede hoofdgalweg en intrahepatische galwegen. Duodenumdivertikel. -
Het rechter PCS is
wat verbreed met normale proximale rechterureter: relatieve PUJ-stenose?
- Geen tekens van intra-abdominale inflammatie.
CT-thorax 17.10.2023:
1. Gebieden van matglas afwijkingen in de bovenkwabben, mogelijk infectieus van
origine. Tevens
bilaterale bronchiectasieen en ook restafwijkingen in de onderkwabben rechts meer
dan links.
2. Opvallend weke-delen densiteit paravertebraal met verlies van de paravertebrale
vet op het
niveau van Th8 t/m Th9. Dit is suggestief voor een hematoom. Reserve voor beperkte
fractuur in
midden van thoracaal 9 en ook van processus transversus links. Mogelijk pathologische
fractuur
gezien de indruk van cortexonderbreking en osteolyse. Maligniteit niet uit te sluiten.
Cf.
aanvullende MRI dan wel PET CT.
Beloop en conclusie
Bovengenoemde patiente was opgenomen op de afdeling MDL i.v.m.: 1. Obstipatie
Op CT-abdomen werd het beeld van uitgebreide obstipatie met fecalomen gezien zonder
aanwijzingen
voor ileus. Dit werd geduid bij hoge doseringen oxycodon bij forse rugpijnklachten.
Er werd gestart
met fosfaatklysma's en movicolon, waarmee ontlasting spoedig op gang kwam en de
klachten
verminderden. Er werd gestart met onderhoud magnesiumhydroxide tabletten zolang
patiente
morfinomimetica nodig heeft, waarmee zij de volgende dag in goede klinische conditie
met ontslag
naar huis kon.”
3.34 Na aanvullend onderzoek is vastgesteld dat klaagster een Non Hodgkin-Lymfoom
had met ingroei
en destructie van de wervel, waarvoor direct behandeling is gestart.
3.35 Op 23 oktober 2023 is klaagster overgestapt naar een andere huisarts.
4. De klacht en de reactie van verweerster
4.1 Klaagster verwijt verweerster dat zij:
a) geen behandelplan/beleid heeft uitgezet;
b) langdurig zware pijnmedicatie (oxycodon) heeft voorgeschreven en verstrekt zonder
daarover een
specialist te consulteren;
c) haar niet heeft willen doorverwijzen naar de orthopeed;
d) de wachttijden niet wilde verkorten ondanks haar aantoonbare fysieke achteruitgang
en
ondraaglijk lijden;
e) haar klachten niet serieus heeft genomen en heeft bestempeld als niet levensbedreigend
en
psychisch.
4.2 Ter onderbouwing van haar klacht heeft klaagster het volgende aangevoerd.
De klachten van klaagster zijn vanaf 29 december 2022 toegenomen tot ondraaglijke
pijn, zoals ook
herhaaldelijk omschreven in het patiëntendossier. Aanvankelijk alleen rechts, later
naar beide
zijden van de rug. Over de door de huisarts ondernomen acties tussen december 2022
en mei 2023
bestaan geen klachten bij klaagster. Echter, nadien heeft klaagster herhaaldelijk
zelf moeten
verzoeken onderzoeken te krijgen. De huisarts gaf aan klaagster te willen behoeden
voor teveel
verwijzingen. Op 7 juli 2023 heeft de huisarts een verwijzing naar een orthopeed
geweigerd. En
ondanks de pijn van klaagster heeft verweerster de afspraken met andere specialisten
niet
bespoedigd. Verweerster bleef herhalen dat er geen sprake was van een levensbedreigende
ziekte en
dat klaagster gewoon de wachttijden moest afwachten.
4.3 Verweerster heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Zij
heeft aangegeven
dat zij de klachten van klaagster zeer serieus genomen heeft. De vele onderzoeken
lieten echter
geen aantoonbare afwijkingen zien. Doordat een diagnose uitbleef als verklaring
voor de wisselende
(pijn)klachten van klaagster, was het uitzetten van een behandelplan erg lastig
en kon verweerster
niet anders dan in ieder geval proberen de pijn zoveel mogelijk te verlichten. Dit
deed zij door
onder meer oxycodon voor te schrijven conform de geldende richtlijn. Verweerster
hoefde daarvoor
geen specialist te raadplegen. Door geen enkele specialist die klaagster heeft gezien,
is het
advies gegeven de medicatie af te bouwen. De verwijzing naar België heeft verweerster
geweigerd
omdat de zorgverzekeraar die geregeld had. Een verwijzing naar een orthopeed was
in de visie van
verweerster niet mogelijk omdat er bij klaagster sprake was van rib/thorax-klachten.
Er was dan ook
naar de mening van verweerster een legitieme reden om geen verwijzing naar de orthopeed
te geven.
Ook was de wachttijd 65 dagen, waardoor een verwijzing naar een orthopeed geen oplossing
bood voor
dat moment. Voorts heeft verweerster getracht de wachttijd bij vooral de MDL-arts
te verkorten, die
dit weigerde. Omdat er eind september 2023 inmiddels een afspraak op korte termijn
gepland was met
de geriater, was er voor verweerster ook geen reden om de afspraak met de MDL-arts
en de
reumatoloog te bespoedigen. Tot slot geeft verweerster aan dat zij klaagster meerdere
keren per
week sprak en dat zij steeds een luisterend oor en goede zorg geboden heeft.
5. De overwegingen van het college
Welke criteria gelden bij de beoordeling?
5.1 De vraag is of de verweerster de zorg verleend heeft die van haar verwacht
mocht worden. De
norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende huisarts. Bij de beoordeling
wordt
rekening gehouden met de voor de zorgverlener geldende beroepsnormen en andere professionele
standaarden. Dat een zorgverlener beter anders had kunnen handelen is niet altijd
genoeg voor een tuchtrechtelijk verwijt.
Het college ziet aanleiding klachtonderdelen a) en c) gezamenlijk te bespreken: de
huisarts heeft
geen behandelplan/beleid uitgezet en klaagster niet willen doorverwijzen naar de
orthopeed
5.2 Vast staat dat naar aanleiding van de klachten van klaagster, verweerster
in de periode tot
en met mei 2023 verschillende onderzoeken heeft laten plaatsvinden. Die onderzoeken
zijn naar het
oordeel van het college passend bij de gepresenteerde klachten, ondanks dat deze
onderzoeken geen
diagnose opgeleverd hebben. De klachten van klaagster over verweerster hebben betrekking
op de
periode daarna. Van meet af aan was duidelijk dat klaagster veel pijn had. Klaagster
heeft vele
malen huilend de huisartsenpraktijk gebeld. Uit het patiëntdossier blijkt dat de
signalen die
klaagster gaf steeds heftiger werden. Uit het patiëntdossier blijkt echter niet
dat die signalen
geleid hebben tot de juiste acties van verweerster. Verweerster heeft klaagster,
noch in het begin,
noch toen de klachten toenamen, lichamelijk onderzocht. Dit had wel gemoeten. Door
dit na te laten,
kon verweerster ook niet vaststellen of en hoe de situatie van klaagster veranderde.
5.3 Naar het oordeel van het college behoefde verweerster niet mee te gaan in het
verzoek van
klaagster tot verwijzing naar een orthopeed toen klaagster op 7 juli 2023 in verband
met
ribklachten die verwijzing vroeg. Dit was niet het aangewezen specialisme om klaagster
naar te
verwijzen. Op dat moment ondernam verweerster echter ook geen andere vervolgstappen.
Naar het
oordeel van het college had verweerster klaagster in ieder geval op 7 juli 2023
moeten verwijzen
naar een generalistisch werkende specialist, bijvoorbeeld een geriater. Immers,
de klachten hielden
al maanden aan en werden heftiger, terwijl de diagnoses, passend bij de gepresenteerde
klachten
(met name pijn in de flanken), waren uitgesloten. Verwijzing naar een specialist
die naar de gehele
mens kijkt, is dan een voor de hand liggende vervolgstap. Uiteindelijk is klaagster
op 22 september
2023 naar een geriater verwezen, maar naar het oordeel van het college had deze
verwijzing veel
eerder moeten geschieden.
5.4 Zowel op 30 juli als 31 juli 2023 meldde klaagster zich bij de huisartsenpost
met ernstige
pijnklachten. Zij wilde zelfs niet meer verder leven. Gelet op de ernst van de klachten
die al
langere tijd bestonden, zou het passend zijn geweest als verweerster hierover nadien
contact met
klaagster had opgenomen. Evenmin blijkt dat verweerster tijdens het volgende contact
op 7 augustus
2023 met klaagster de contacten met de huisartsenpost heeft besproken en de pijnstilling
met haar
heeft geëvalueerd.
5.5 Het college komt tot de conclusie dat de huisarts zich vanaf 7 juli 2023 te
afwachtend heeft
opgesteld en geen (duidelijk) behandelplan meer heeft gehad. Dit acht het college
tuchtrechtelijk
verwijtbaar. Klachtonderdeel a) zal daarom deels gegrond worden verklaard, namelijk
vanaf 7 juli
2023 toen de huisarts te reactief werd en er geen duidelijk behandelplan meer was.
Klachtonderdeel
a) is voor het overige ongegrond. Ook klachtonderdeel c is ongegrond. Voor de volledigheid
merkt het college op dat het verweerster niet kan worden aangerekend dat zij niet
eerder op het spoor van de diagnose gezeten heeft die
uiteindelijk gesteld is.
Klachtonderdeel b) de huisarts heeft langdurig zware pijnmedicatie (oxycodon) voorgeschreven
en
verstrekt zonder daarover een specialist te consulteren
5.6 Het college zal dit klachtonderdeel ongegrond verklaren. Uit het patiëntdossier
blijkt niet
van een uitzonderlijk hoge dosering oxycodon. Gelet op die dosering hoefde de huisarts
daar geen
specialist voor te raadplegen: niet op het moment dat de huisarts het voor de eerste
maal
voorschreef en ook niet gedurende de periode dat zij het voorschreef.
Verweerster heeft gehandeld conform de ‘Multidisciplinaire Richtlijn Pijn’.
Klachtonderdeel d) de huisarts wilde de wachttijden niet verkorten ondanks de aantoonbare
fysieke
achteruitgang en het ondraaglijk lijden van klaagster
5.7 Uit het patiëntdossier blijkt dat er regelmatig contact is opgenomen met de
verschillende
specialisten waarnaar klaagster is verwezen. Zo is op 8 mei 2023 contact opgenomen
met de MDL-arts
toen er iets mis was gegaan met de verwijzing. Op
19 mei 2023 heeft de huisarts wederom contact opgenomen met de MDL-arts. Dat zij
dat op 25 en 27
september 2023 niet heeft gedaan, is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Er was immers
binnen twee
weken een consult met de geriater ingepland. Dit klachtonderdeel zal ongegrond verklaard
worden.
Klachtonderdeel e) de huisarts heeft de klachten van klaagster niet serieus genomen
en heeft die
bestempeld als niet levensbedreigend en psychisch
5.8 Naar het oordeel van het college blijkt uit het patiëntdossier, zoals hierboven
onder 3
weergegeven, dat de huisarts de klachten van klaagster voldoende serieus genomen
heeft.
Zo is er meerdere malen urine onderzocht, zijn drie poliepen verwijderd, zijn meerdere
echo’s gemaakt van boven- en onderbuik en nieren, zijn röntgenfoto’s gemaakt, alles
zonder
bijzonderheden. Een CT-scan via de uroloog leverde evenmin bijzonderheden op. Verder
hebben er
verwijzingen naar urologie, MDL, de ggz, fysiotherapie, pijnpoli, chirurgie, reumatologie,
en
geriatrie plaatsgevonden. De verwijzing naar interne geneeskunde had geen resultaat
omdat klaagster
geweigerd werd. Voor wat betreft het verwijt dat de huisarts de klachten als psychisch
bestempeld
heeft, merkt het college op dat klaagster op
7 augustus 2023 tijdens een consult zelf aangegeven heeft dat zij op internet vragenlijsten
ingevuld had en tot de conclusie gekomen was dat het psychisch was. Daarop volgde
een verwijzing
naar de ggz. Dat de huisarts de situatie heeft bestempeld als niet levensbedreigend
heeft het
college niet kunnen vaststellen. Dit klachtonderdeel zal ongegrond verklaard worden.
Slotsom
5.9 Uit de overwegingen hiervoor volgt dat klachtonderdeel a) deels gegrond is
en dat de andere
klachtonderdelen ongegrond zijn.
Maatregel
5.10 Omdat de klacht gedeeltelijk gegrond is, moet het college beoordelen of een
maatregel op zijn
plaats is, en zo ja, welke. Verweerster is vanaf 7 juli 2023 tekortgeschoten in
de zorgverlening
aan klaagster. Het college heeft oog voor de moeilijke periode die klaagster heeft
doorgemaakt en
nog doormaakt. Verweerster heeft veel onderzoek en verwijzingen gedaan, die helaas
geen oorzaak
voor de pijn opleverden. Haar valt te verwijten dat zij niet eerder naar een generalist,
zoals een
geriater, verwezen heeft. Verweerster heeft dit ter zitting toegegeven. Het college
besluit om die
reden tot een waarschuwing.
6. De beslissing
Het college:
- verklaart klachtonderdeel a) deels gegrond;
- legt verweerster de maatregel op van waarschuwing;
- verklaart de klacht voor het overige ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door E.C.M. de Klerk, voorzitter, I.M.E.A. van Eldonk,
lid-jurist,
H.J. Weltevrede, E. Jansen, en B.L.J. Versteijnen, leden-beroepsgenoten, bijgestaan
door
M. van der Hart, secretaris, en in het openbaar uitgesproken door
K.A.J.C.M. van den Berg Jeths-van Meerwijk op 19 februari 2025.