ECLI:NL:TGDKG:2025:89 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/758947 / DW RK 24/380 EdV/WdJ
| ECLI: | ECLI:NL:TGDKG:2025:89 |
|---|---|
| Datum uitspraak: | 17-09-2025 |
| Datum publicatie: | 17-09-2025 |
| Zaaknummer(s): | C/13/758947 / DW RK 24/380 EdV/WdJ |
| Onderwerp: | Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw) |
| Beslissingen: | |
| Inhoudsindicatie: | Klacht gegrond, maatregel van waarschuwing opgelegd. De hoogte van de beslagvrije voet is geen kwestie die ter beoordeling van de kamer staat. De gerechtsdeurwaarder heeft niet (tijdig) op e-mailberichten van klager gereageerd. |
KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM
Beslissing van 17 september 2025 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/758947 / DW RK 24/380 EdV/WdJ ingesteld door:
[ ],
wonende te [ ],
klager,
tegen:
[ ],
gerechtsdeurwaarder te [ ],
beklaagde,
gemachtigde: [ ].
1. Ontstaan en loop van de procedure
Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 18 oktober 2024, heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift met bijlagen, ingekomen op 18 december 2024, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 23 juli 2025 alwaar klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 17 september 2025.
2. De feiten
Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:
- Gerechtsdeurwaarderskantoor [ ] heeft beslag gelegd op de AOW-uitkering van klager.
- In januari 2024 is de beslagvrije voet herberekend en aangepast.
- Bij e-mail van 23 mei 2024 heeft klager, naar aanleiding van het ingehouden bedrag op zijn uitkering, aangegeven dat hij ernstig ziek is en zich wekelijks moet melden in het Erasmus MC te Rotterdam, waardoor de vervoerskosten naar en van het ziekenhuis en de behandelingskosten extreem zijn. Klager heeft verzocht om een gedeelte van de kosten te dekken uit de door de gerechtsdeurwaarder ontvangen gelden uit het beslag en een bedrag aan klager over te maken.
- Bij e-mail van 23 mei 2024 heeft de gerechtsdeurwaarder klager geïnformeerd dat zijn e-mailbericht is doorgestuurd naar de opdrachtgever en overige beslagleggers voor een reactie.
- Bij e-mails van 30 mei 2024 en 4 juni 2024 heeft klager de gerechtsdeurwaarder gevraagd wat de uitkomst is van een restitutie van het door de gerechtsdeurwaarder ontvangen vakantiegeld.
- De gerechtsdeurwaarder heeft het verzoek van klager bij e-mail van 17 juni 2024 doorgestuurd naar de advocaat van de opdrachtgever.
- Bij e-mail van 20 juni 2024 heeft de advocaat van de opdrachtgever aangegeven niet akkoord te gaan met het terugbetalen van vakantiegelden of iets dergelijks en is de gerechtsdeurwaarder verzocht de tenuitvoerlegging van het vonnis voort te zetten.
- Bij e-mail van 8 juli 2024 heeft de gerechtsdeurwaarder de reactie van de opdrachtgever doorgezonden naar klager.
- Bij e-mail van 22 september 2024 heeft klager verzocht om aan te geven waarom er geen reactie meer is ontvangen op de eerder door klager gezonden e-mailberichten.
- Bij e-mail van 1 oktober 2024 heeft klager de gerechtsdeurwaarder aansprakelijk gesteld voor de omstandigheid dat de beslagvrije voet nog steeds niet is aangepast. Klager is ernstig ziek en zou het dossier graag willen afronden.
3. De klacht
Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder geen antwoord geeft op zijn verzoeken om aanpassing van de beslagvrije voet en nalatig blijft in de afhandeling.
4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder
De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.
5. De beoordeling van de klacht
5.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Klachten kunnen niet worden gericht tegen een gerechtsdeurwaarderskantoor. In het verweer heeft bovengenoemde gerechtsdeurwaarder zich opgeworpen als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van de beslissing rekening gehouden. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.
5.2 De kamer stelt voorop dat de hoogte van de beslagvrije voet geen kwestie is die ter beoordeling van de kamer staat. Dit is slechts anders als sprake is van evidente fouten of handelen tegen beter weten in. Hiervan is niet gebleken. Indien klager het niet eens is met de beslagvrije voet, dient hij zich te wenden tot de gewone civiele rechter.
5.3 Van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij e-mails met betrekking tot een bij hem in behandeling zijnde incasso binnen een redelijke termijn, te weten rond twee weken, beantwoordt. Uit de overgelegde producties blijkt dat de gerechtsdeurwaarder de e-mail van klager van 4 juni 2024 pas op 17 juni 2024 heeft doorgestuurd naar de opdrachtgever. Nadat de opdrachtgever op 20 juni 2024 heeft gereageerd op het verzoek van klager, heeft de gerechtsdeurwaarder deze reactie pas op 8 juli 2024 doorgezonden naar klager. Verder is niet gebleken dat de gerechtsdeurwaarder heeft gereageerd op de e-mailberichten van klager van
22 september 2024 en 1 oktober 2024. Op grond van het voorgaande stelt de kamer vast dat de gerechtsdeurwaarders niet dan wel niet binnen een redelijke termijn antwoord heeft gegeven op de e-mails van klager. Hiermee is sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.
5.4 De kamer verklaart de klacht op grond van het voorgaande gegrond en acht de maatregel van waarschuwing in dit geval passend en geboden. Bij die stand van zaken ziet de kamer geen aanleiding om de gerechtsdeurwaarder te veroordelen in de kosten van de procedure. Omdat de klacht gegrond is, dient de gerechtsdeurwaarder wel aan klager het betaalde griffierecht te vergoeden, alsmede de door klager gemaakte (forfaitair vast te stellen) kosten.
5.5 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.
BESLISSING
De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:
- verklaart de klacht gegrond;
- legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van waarschuwing op;
- veroordeelt de gerechtsdeurwaarder in de proceskosten van klager, begroot op
€ 50, te betalen nadat de beslissing onherroepelijk is geworden; - bepaalt dat de gerechtsdeurwaarder aan klager het betaalde griffierecht
ad € 50 vergoedt, nadat de beslissing onherroepelijk is geworden.
Aldus gegeven door mr. A.E. de Vos, plaatsvervangend-voorzitter,
mr. M.C.M. Hamer en mr. H.A. Roos, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 september 2025, in tegenwoordigheid van de secretaris.
Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.