ECLI:NL:TGDKG:2025:84 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/762796 / DW RK 25/16 BB/RH
| ECLI: | ECLI:NL:TGDKG:2025:84 |
|---|---|
| Datum uitspraak: | 06-08-2025 |
| Datum publicatie: | 16-09-2025 |
| Zaaknummer(s): | C/13/762796 / DW RK 25/16 BB/RH |
| Onderwerp: | Ambtshandelingen (art. 2 Gdw) |
| Beslissingen: | |
| Inhoudsindicatie: | Beslissing op verzet. De voorzitter heeft bij de oorspronkelijke beslissing de juiste maatstaf toegepast. |
KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM
Beslissing van 6 augustus 2025 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 2018 met zaaknummer C/13/756539 / DW RK 24/328 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/762796 / DW RK 25/16 BB/RH ingesteld door:
[..],
wonende te [..],
klaagster,
tegen:
[..],
gerechtsdeurwaarder te [..],
beklaagde,
gemachtigde: [..].
Ontstaan en verloop van de procedure
Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 11 september 2024, heeft klaagster een klacht ingediend tegen (het kantoor van) de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift met bijlagen, ingekomen op 3 december 2024, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.
Bij beslissing van 24 december 2024 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Aan klaagster is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 27 december 2024 en per e-mail op 6 januari 2025. Bij brief, ingekomen op 17 januari 2025, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 25 juni 2025 waar klaagster en mevrouw [..] als gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 6 augustus 2025.
1. De ontvankelijkheid van het verzet
Niet in geschil is dat klaagster tijdig verzet heeft ingesteld , zodat zij daarin kan worden ontvangen.
2. De feiten
Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:
- Bij exploot van 23 februari 2021 is klaagster gedagvaard te verschijnen ter zitting van de kantonrechter te Amsterdam tegen 12 maart 2021.
- Bij vonnis van de kantonrechter te Amsterdam van 26 maart 2021 is klaagster veroordeeld tot het betalen van een geldbedrag aan [..].
- Bij brief van 29 maart 2021 heeft de gerechtsdeurwaarder klaagster verzocht de vordering te voldoen.
- Bij exploot van 29 april 2021 is het vonnis van 23 februari 2021 aan klaagster betekend met gelijktijdig bevel aan de inhoud te voldoen.
- Op 1 juni 2021 is executoriaal derdenbeslag gelegd onder de gemeente [..] ten laste van klaagster. Bij exploot van 6 augustus 2021 heeft de gerechtsdeurwaarder het proces-verbaal van het gelegde beslag aan klaagster betekend.
- Bij e-mail van 7 oktober 2021 is namens klager een betalingsvoorstel van
€ 8,74 tegen finale kwijting ingediend. Met dit voorstel is [..] niet akkoord gegaan.
- Op 14 maart 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder executoriaal derdenbeslag gelegd onder de gemeente [..] ten laste van klaagster. Bij exploot van 17 maart 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder het proces-verbaal van het gelegde beslag aan klaagster betekend.
- Op 29 augustus 2024 heeft klaagster de gerechtsdeurwaarder verzocht om uitleg over de executiekosten.
- Hierop heeft de gerechtsdeurwaarder bij e-mail van 2 september 2024 gereageerd.
3. De oorspronkelijke klacht
Klaagster beklaagt zich samengevat over het volgende.
a: De gerechtsdeurwaarder brengt executiekosten in rekening, welke kosten de gerechtsdeurwaarder niet kan verklaren.
b: De gerechtsdeurwaarder heeft beslag op het inkomen van klaagster gelegd, terwijl klaagster vanaf 2016 een uitkering heeft en zij aangeboden heeft om de schuld af te kopen.
c: Klaagster heeft geen dagvaarding ontvangen, omdat de gerechtsdeurwaarder klaagster niet kon vinden, maar zij heeft wel het vonnis van de rechtbank ontvangen.
4. De beslissing van de voorzitter
4.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:
4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Klachten kunnen niet worden gericht tegen een gerechtsdeurwaarderskantoor. In het verweer heeft bovengenoemde gerechtsdeurwaarder zich opgeworpen als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van de beslissing rekening gehouden. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.
4.2 Ten aanzien van klachtonderdeel a overweegt de voorzitter dat uit het verweerschrift blijkt dat de gerechtsdeurwaarder klaagster telefonisch op 29 augustus 2024 uitleg heeft gegeven over de gemaakte executiekosten. Tevens zijn de executiekosten bij e-mail van 2 september 2024 toegelicht. Dit klachtonderdeel stuit hierop af. De door de gerechtsdeurwaarder in rekening gebrachte kosten berusten op de door de overheid vastgestelde en in het Besluit tarieven ambtshandeling gerechtsdeurwaarders (Btag) neergelegde tarieven. Niet gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder andere of hogere kosten in rekening heeft gebracht.
4.3 Ten aanzien van klachtonderdeel b overweegt de voorzitter dat een betalingsregeling een gunst is van de opdrachtgever en een regeling die onder voorwaarden kan worden getroffen. Het is geen recht van de schuldenaar. Klaagster kan het de gerechtsdeurwaarder niet verwijten indien de opdrachtgever niet akkoord heeft willen gaan met het betaalvoorstel van klaagster. Voor zover klaagster zich beroept op het schuldenakkoord van 22 juli 2019 overweegt de voorzitter dat onderhavige vordering is ontstaan ruim na het schuldenakkoord. Van tuchtrechtelijk laakbaar handelen is op dit klachtonderdeel niet gebleken.
4.4 Ten aanzien van klachtonderdeel c overweegt de voorzitter dat uit de door de gerechtsdeurwaarder overgelegde producties blijkt dat de dagvaarding bij exploot van 23 februari 2021 aan klaagster is betekend, op de in artikel 47 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bepaalde wijze door achterlating van het exploot in een gesloten envelop op het adres van klaagster. Een exploot van een gerechtsdeurwaarder is een authentieke akte in de zin van artikel 156 lid 2 Rv. Op grond van het bepaalde in artikel 157 lid 1 Rv levert een zodanige akte dwingend bewijs op van de daarin gerelateerde verrichtingen van de gerechtsdeurwaarder. Dat betekent dat de inhoud daarvan vast staat behoudens tegenbewijs. Dat heeft klaagster niet geleverd. De enkele stelling van klaagster dat zij het exploot niet heeft ontvangen is hiertoe onvoldoende. Het moet er daarom voor worden gehouden dat de dagvaarding op 23 februari 2021 aan klaagster is betekend door achterlating van het exploot in een gesloten envelop. De stelling van klaagster dat een medewerker van het gerechtsdeurwaarderskantoor had gezegd dat klaagster onvindbaar was, is gelet op voorgaande niet aannemelijk.
4.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klaagster als kennelijk ongegrond afgewezen.
5. De gronden van het verzet
In verzet heeft klaagster het volgende aangevoerd.
5.1 De heer [..] is klaagsters dossierbehandelaar. Als [..] geen gelijk heeft, wordt een klacht afgeschoven op een medewerker.
5.2 Klaagster heeft geen salaris omdat zij niet werkzaam is, zodat zij zich afvraagt hoe het kan dat er beslag gelegd is op haar salaris en daarvoor kosten mogen worden berekend.
5.3 Klaagster heeft de dagvaarding en het vonnis niet ontvangen, omdat klaagster onvindbaar zou zijn, zoals haar is meegedeeld door de heer [..]. Klaagster heeft niettemin wel het vonnis gekregen via de rechtbank.
5.4 Op klaagsters account bij [..] zijn de dagvaarding en vonnis niet opgenomen.
6. De beoordeling van de gronden van het verzet
6.1 Ten aanzien van verzetgrond 5.1 wordt overwogen dat klachten niet kunnen worden ingediend tegen een medewerker van een gerechtsdeurwaarderskantoor aangezien deze niet onder het tuchtrecht vallen. De heer [..] heeft geopereerd onder de verantwoordelijkheid van bovengenoemde gerechtsdeurwaarder, daarom is hij als verantwoordelijke gerechtsdeurwaarder aangemerkt.
6.2 Ten aanzien van verzetgrond 5.2 wordt overwogen dat een uitkering, net als loon of salaris, inkomen is. Waar een gerechtsdeurwaarder over loonbeslag spreekt, wordt een beslag op inkomen bedoeld. Omdat beslag is gelegd op klaagsters uitkering mag de gerechtsdeurwaarder hiervoor kosten berekenen.
6.3 Ten aanzien van verzetgrond 5.3 en 5.4 wordt overwogen dat zowel de dagvaarding als het vonnis aan klaagster zijn betekend. Het feit dat klaagster de stukken niet zou hebben ontvangen, wil niet zeggen dat niet op de juiste manier is betekend. De voorzitter heeft in overweging onder 4.4 in de oorspronkelijke beslissing de juiste maatstaf toegepast.
6.4 De kamer overweegt concluderend dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf heeft toegepast. De gronden van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter leveren geen nieuwe gezichtspunten op die maken dat de kamer tot een andere beslissing komt. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.
6.5 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.
BESLISSING:
De kamer voor gerechtsdeurwaarders:
- verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gegeven door mr. B. Brokkaar, plaatsvervangend-voorzitter, mr. C.W.D. Bom en M.F.J. Pijnenburg, leden, uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 augustus 2025, in tegenwoordigheid van de secretaris.
Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.