ECLI:NL:TGDKG:2025:17 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/743693 / DW RK 23/458 LV/WdJ

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2025:17
Datum uitspraak: 24-02-2025
Datum publicatie: 24-02-2025
Zaaknummer(s): C/13/743693 / DW RK 23/458 LV/WdJ
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder hij niet heeft uitgezocht of de vordering op klaagster terecht is. Klacht ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 24 februari 2025 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/743693 / DW RK 23/458 LV/WdJ ingesteld door:

[ ],

wonende te [ ],

klaagster,

tegen:

[ ],

gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagde,

gemachtigde: [ ].

1. Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 14 december 2023, heeft klaagster een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift met bijlagen, ingekomen op 28 februari 2024, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Bj brief, ingekomen op 15 november 2024, heeft klaagster nadere stukken verzonden. Bij e-mail, ingekomen op 3 januari 2025, heeft de gerechtsdeurwaarder een nader stuk verzonden. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 13 januari 2025 alwaar klaagster en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 24 februari 2025.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

- De gerechtsdeurwaarder is belast met een vordering van ABN AMRO Bank op klaagster.

- Bij e-mail van 5 mei 2023 heeft klaagster de gerechtsdeurwaarder verzocht waar de vordering betrekking op heeft.

- Bij e-mail van 11 mei 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder klaagster geïnformeerd gegevens op te vragen bij ABN AMRO Bank.

- Bij e-mail van 2 juni 2023 heeft klaagster een klacht bij het gerechtsdeurwaarderskantoor ingediend.

- Bij e-mail van 6 juni 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder de ontvangst van de klacht van klaagster bevestigd.

- Bij e-mail van 16 juni 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder klaagster meegedeeld waar de vordering betrekking op heeft.

- Bij e-mail van 19 juni 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder klaagster de correspondentie van ABN AMRO Bank betreffende de ingebrekestelling en opeisingsbrief aan klaagster verstrekt. Tevens is informatie over de opbouw van de achterstand en correspondentie inzake het omzetten van het leningsnummer meegestuurd.

- Bij e-mail van 23 juni 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder een boekingsoverzicht van het krediet met uitleg aan klaagster gestuurd.

- Bij e-mail van 24 juli 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd op de

e-mail van klaagster van 3 juli 2023, waarin klaagster om een oplossing voor de achterstand heeft verzocht.

- Bij e-mail van 27 oktober 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder onder meer informatie verzonden over de achterstand en termijnbedragen van het krediet.

- Bij e-mail van 13 november 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder een specificatie en een aankondiging van de rentewijziging aan klaagster verzonden.

- Bij e-mail van 14 november 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder op verzoek van klaagster een brief van ABN AMRO Bank van 21 januari 2020 aan haar verzonden.

- Bij e-mail van 22 november 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder meerdere vragen van klaagster beantwoord en toegelicht.

- Bij e-mail van 29 november 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder een boekingsoverzicht aan klaagster gestuurd.

- Bij e-mail van 3 december 2023 heeft klaagster de gerechtsdeurwaarder verzocht te antwoorden op haar klacht van 2 juni 2023.

- Bij e-mail van 6 december 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder aan klaagster meegedeeld dat alle vragen zijn beantwoord en de gevraagde stukken zijn toegestuurd.

- Bij e-mail van 12 december 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder aan klaagster verzocht telefonisch contact op te nemen om een passende oplossing te bespreken.

- Bij e-mail van 27 december 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder geregeerd op de e-mail van klaagster van 13 december 2023.

3. De klacht

Klaagster beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder niet inhoudelijk op haar klacht van 2 juni 2023 heeft gereageerd.

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

5. De beoordeling van de klacht

5.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Klachten kunnen niet worden gericht tegen een gerechtsdeurwaarderskantoor. In het verweer heeft bovengenoemde gerechtsdeurwaarder zich opgeworpen als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van de beslissing rekening gehouden. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

5.2 Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder hij niet heeft uitgezocht of de vordering van ABN AMRO Bank op klaagster terecht is. De kamer overweegt dat een gerechtsdeurwaarder in beginsel gehouden is een opdracht marginaal te toetsen. De gerechtsdeurwaarder mag bij het innen van een vordering uitgaan van de juistheid van de informatie die hij van de opdrachtgever ontvangt. Nadat klaagster op 2 juni 2023 een klacht bij de gerechtsdeurwaarder indiende, heeft de gerechtsdeurwaarder informatie opgevraagd bij de opdrachtgever. Bij e-mails van 16 juni 2023 en 19 juni 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder de stukken die hij ontving van de opdrachtgever aan klaagster gestuurd en heeft hij haar geïnformeerd waar de vordering betrekking op heeft. Vervolgens is veelvuldig over en weer gecorrespondeerd. Dat, zoals later is vast komen te staan, de opdrachtgever maandelijks meer heeft ingehouden dan in de kredietovereenkomst is opgenomen, kan niet aan de gerechtsdeurwaarder worden verweten. Bij e-mail van 27 december 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder klaagster medegedeeld dat de brief met de gewijzigde termijn niet bij de opdrachtgever aanwezig is. De opdrachtgever stelt zich echter op het standpunt dat de vordering desondanks terecht is opgeëist en opgedragen aan de gerechtsdeurwaarder. De kamer oordeelt dat het feit dat de betreffende brief uiteindelijk niet aanwezig bleek te zijn bij ABN AMRO Bank niet een omstandigheid is die aan de gerechtsdeurwaarder kan worden verweten. De gerechtsdeurwaarder heeft dan ook niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld.

5.3 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. L. Voetelink, plaatsvervangend-voorzitter, mr. C.W.D. Bom en mr. O.J. Boeder, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van

24 februari 2025, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.