ECLI:NL:TGDKG:2025:11 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/744251 / DW RK 23/465

ECLI:	ECLI:NL:TGDKG:2025:11
Datum uitspraak:	31-01-2025
Datum publicatie:	20-02-2025
Zaaknummer(s):	C/13/744251 / DW RK 23/465
Onderwerp:	Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:	De gerechtsdeurwaarder hoeft niet te betekenen aan een ander adres dan bekend uit de BRP. Hij is niet gehouden te zoeken in andere dossiers naar het adres waar klager daadwerkelijk zou verblijven.

Beslissing van 31 januari 2025 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/744251 / DW RK 23/465 en C/13/746451 EdV/RH ingesteld door:

[..],

wonende te [..],

klager,

tegen:

[..],

toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [..],

beklaagde,

gemachtigde [..].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulieren met bijlagen, ingekomen op 22 december 2023 en op 12 februari 2024, heeft klager klachten ingediend tegen (het kantoor van) de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschriften, ingekomen op 11 februari 2024 en 27 maart 2024, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klachten gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 20 december 2024 alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klager is digitaal gehoord. De uitspraak is bepaald op 31 januari 2025.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

- de gerechtsdeurwaarder is belast met een ten laste van klager uitgevaardigd dwangbevel van 29 augustus 2023 van de griffier van de rechtbank te Rotterdam;

- bij exploot van 18 september 2023 is het dwangbevel van 29 augustus 2023 aan klager betekend met gelijktijdig bevel aan de inhoud te voldoen;

- op 29 november 2023 is beslag onder de ABN AMRO Bank N.V. ten laste van klager gelegd. Het beslag heeft geen doel getroffen;

- op 9 januari 2024 heeft klager telefonisch contact met het gerechtsdeurwaarderskantoor opgenomen;

- op 29 januari 2024 is beslag gelegd op klagers auto. Dit beslag is inmiddels opgeheven;

- op 29 januari 2024 heeft klager hiertegen bij de gerechtsdeurwaarder geprotesteerd.

2. De klacht

Klager beklaagt zich samengevat over het volgende.

De gerechtsdeurwaarder heeft kennelijk beslag op zijn bankrekening gelegd, zonder dat de gerechtsdeurwaarder stukken hiertoe heeft overgelegd en klager in de kern ook niet weet waar het over gaat. Klager heeft op 26 september 2023 verzet ingesteld bij de rechtbank te Rotterdam tegen het dwangbevel van 29 augustus 2023.

De gerechtsdeurwaarder heeft exploten betekend aan het adres uit de Basis Registratie Persoonsgegevens (BRP), terwijl bekend is uit andere dossiers die in behandeling waren bij de gerechtsdeurwaarder dat klager daar niet woont.

Op 29 januari 2024 is beslag gelegd op klagers auto. Klager weet niet waarom of waarvoor dat is.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klachten gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn (toegevoegd) gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Klachten kunnen niet worden gericht tegen een gerechtsdeurwaarderskantoor. In het verweer heeft kandidaat gerechtsdeurwaarder zich opgeworpen als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van de beslissing rekening gehouden. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.2 De kamer stelt voorop dat op een gerechtsdeurwaarder een ministerieplicht rust indien hem wordt verzocht een titel ten uitvoer te leggen. De gerechtsdeurwaarder heeft dan ook niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door het dwangbevel van 29 augustus 2023 te executeren. Nadat klager op 9 januari 2024 telefonisch contact met het gerechtsdeurwaarderskantoor heeft opgenomen omdat hij op 26 september 2023 verzet zou hebben ingesteld tegen het dwangbevel, heeft de gerechtsdeurwaarder de contactpersoon van de griffier van de rechtbank te Rotterdam (zijn opdrachtgever) gevraagd om nadere instructies. Hieruit is gebleken dat het verzetschrift niet in behandeling is genomen en dat klager hierover op 11 oktober 2023 door de griffier van de rechtbank Rotterdam is geïnformeerd. Dit betekent dat het dwangbevel ten uitvoer kon worden gelegd. Enig tuchtrechtelijk laakbaar handelen is daarbij niet gebleken.

4.3 Ten aanzien van de stelling van klager dat hij niet weet waarover het gaat omdat de gerechtsdeurwaarder aan een onjuist adres heeft betekend, overweegt de kamer dat is betekend aan het adres waar klager volgens de BRP staat ingeschreven. De stelling van klager dat de gerechtsdeurwaarder uit andere dossiers, waarin klager opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder was, de wetenschap heeft dat klager niet woont op het BRP adres en op zijn daadwerkelijke woonadres had moeten betekenen wordt niet gevolgd. Van een gerechtsdeurwaarder wordt niet verwacht dat hij actief zoekt in andere dossiers naar een adres, zeker niet in de situatie waarin er sprake is van een andere hoedanigheid zoals die van opdrachtgever. Er zijn geen andere omstandigheden bekend geworden waardoor de deurwaarder had behoren te weten dat klager niet langer op het adres uit het BRP woonde. Een gerechtsdeurwaarder dient de BRP te raadplegen bij het betekenen van een exploot en mag op de gegevens van het BRP vertrouwen. Hieraan is voldaan door de gerechtsdeurwaarder.

4.4 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:

• verklaart de klachten ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.E. de Vos, plaatsvervangend-voorzitter, mr. J.H.J. Evers en M.J.C. van Leeuwen, leden, uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 januari 2025 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.