ECLI:NL:TAHVD:2025:138 Hof van Discipline 's Gravenhage 250216

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2025:138
Datum uitspraak: 17-07-2025
Datum publicatie: 22-07-2025
Zaaknummer(s): 250216
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Verwijzing
Beslissingen: Verwijzing
Inhoudsindicatie: Afwijzende verwijzing. Een klacht tegen een deken is geen middel om de inhoud van een andere zaak, waarin een rechtsmiddel openstaat, ter discussie te stellen. Klager kan het onderzoek naar en de afwijzende beslissing op zijn verzoek aan verweerder om een advocaat aan te wijzen ter discussie stellen binnen de kaders van een beklagprocedure op grond van artikel 13 Advw. Klager heeft het beschikbare rechtsmiddel ook ingesteld.

Beslissing van de voorzitter van
het Hof van Discipline

van 17 juli 2025
in de zaak 250216


naar aanleiding van de klacht van:

klager



tegen:

mr. M.A.R.C. Padberg
advocaat en deken te Rotterdam

verweerder


1 HET VERZOEK


1.1 Klager heeft op 14 mei 2025 tegen de beslissing van verweerder van 14 mei 2025 bij het hof beklag op grond van artikel 13 Advocatenwet ingesteld. De beklagzaak is bij het hof in behandeling onder nummer 250176.

1.2 Met een e-mailbericht van 23 juni 2025 heeft verweerder een klacht van klager van 16 juni 2025 over verweerder aan het hof gestuurd. Verweerder heeft het hof verzocht deze klacht in behandeling te nemen.

2 DE BEOORDELING


2.1 Op grond van het bepaalde in artikel 46c lid 5 Advocatenwet dient een klacht tegen een deken in beginsel te worden verwezen naar een deken van een andere orde. De voorzitter zal hiertoe echter niet beslissen en licht dit als volgt toe.
2.2 Het hof stelt vast dat de klacht verband houdt met de behandeling van verweerder van het verzoek van klager om hem een advocaat aan te wijzen. Klager verwijt verweerder, kort samengevat, gedragingen die in strijd zijn met de voor advocaten geldende norm van zorgvuldigheid, integriteit, deskundigheid en vertrouwelijkheid.
1.2 De voorzitter overweegt dat een klacht tegen een deken geen middel is om de inhoud van andere zaak, waarin een rechtsmiddel openstaat, ter discussie te stellen. Klager kan het onderzoek naar en de afwijzende beslissing op zijn verzoek aan verweerder om een advocaat aan te wijzen ter discussie stellen binnen de kaders van een beklagprocedure op grond van artikel 13 Advw. Klager heeft het beschikbare rechtsmiddel ook ingesteld. Binnen de kaders van de beklagprocedure op grond van artikel 13 Advw kan de klager naar voren brengen op welke punten het onderzoek en de beslissing van verweerder niet deugen en dat het hof tot een andere conclusie zou moeten komen.


3 BESLISSING

De voorzitter van het Hof van Discipline:

wijst het verzoek tot verwijzing af.

Deze beslissing is gewezen op 17 juli 2025 door mr. drs. P. Fortuin, plaatsvervangend voorzitter.


Plaatsvervangend voorzitter


De beslissing is verzonden op 17 juli 2025.