ECLI:NL:TADRSHE:2025:14 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-319/DB/OB
ECLI: | ECLI:NL:TADRSHE:2025:14 |
---|---|
Datum uitspraak: | 20-01-2025 |
Datum publicatie: | 20-01-2025 |
Zaaknummer(s): | 24-319/DB/OB |
Onderwerp: | Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen |
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Verzetbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. De raad is op grond van het verzetschrift van oordeel dat de verzetgronden van klaagster niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch
van 20 januari 2025
in de zaak 24-319/DB/OB
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 4 juli 2024 op de klacht van:
klaagster
over:
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 10 september 2023 heeft klaagster tegen verweerder een klacht ingediend bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant (hierna: “de deken”).
1.2 Op 1 mei 2024 heeft de raad het dossier met kenmerk 48|23|119K van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 4 juli 2024 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard.
1.4 Op 1 augustus 2024 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.5 Partijen zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling van het verzet tijdens de zitting van de raad op 18 november 2024. Verschenen zijn klaagster, vergezeld van de heer Van der H, en verweerder, bijgestaan door mr. R.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de beslissing van de voorzitter is gebaseerd en van het verzetschrift.
2 FEITEN EN KLACHT
2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.
3 VERZET
3.1 De gronden van het verzet houden het volgende in:
Verweerder heeft de Belastingdienst op het verkeerde been gezet en op sluwe wijze
informatie gekregen, die hij vervolgens in het geding heeft gebracht.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is op grond van het verzetschrift van oordeel dat de verzetgronden van klaagster niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. V.E.J. Noelmans, voorzitter, mrs. U.T. Hoekstra en A.A.M. Schutte, leden, bijgestaan door mr. T.H.G. Huber – van de Langenberg als griffier, en uitgesproken op 20 januari 2025.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 20 januari 2025