ECLI:NL:TACAKN:2025:68 Accountantskamer Zwolle 25/2046 Wtra AK

ECLI: ECLI:NL:TACAKN:2025:68
Datum uitspraak: 03-11-2025
Datum publicatie: 03-11-2025
Zaaknummer(s): 25/2046 Wtra AK
Onderwerp:
Beslissingen: klacht kennelijk niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: Kennelijk ongegronde klacht. De voorzitter overweegt dat het gelet op het gemotiveerde verweer van betrokkene op de weg van klager lag om zijn verwijten nader te onderbouwen. Klager heeft dat niet gedaan, ondanks dat hij daarvoor wel de gelegenheid heeft gehad. Klager mocht immers een schriftelijke repliek indienen, maar heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Omdat een nadere onderbouwing ontbreekt, moet worden geoordeeld dat klager niet aannemelijk heeft gemaakt dat betrokkene tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

ACCOUNTANTSKAMER

UITSPRAAK van 3 november 2025 van de voorzitter op grond van artikel 39 lid 1 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de op 25 juli 2025 ontvangen klacht met nummer 25/2046 Wtra AK van

X

wonende te [plaats1]

K L A G E R

t e g e n

Y

registeraccountant

gevestigd te [plaats1]

B E T R O K K E N E

1. De procedure

1.1. De voorzitter heeft kennisgenomen van de volgende stukken:

  • het klaagschrift met bijlagen
  • de e-mail van klager met bijlage van 4 augustus 2025
  • de e-mail van klager met bijlagen van op 9 augustus 2025
  • de e-mail van klager met bijlagen van op 11 augustus 2025
  • het aanvullend klaagschrift met bijlagen ontvangen op 12 augustus 2025
  • de e-mail van klager van 15 augustus 2025
  • de e-mail met bijlage van klager van 19 augustus 2025
  • de e-mail van klager met bijlage van 25 augustus 2025
  • de e-mail van klager met bijlage van 10 september 2025
  • het verweerschrift met bijlagen ontvangen op 12 september 2025
  • de e-mail van klager van 14 september 2025

1.2. De Accountantskamer heeft op 16 september 2025 aan partijen bericht dat de voorzitter heeft besloten om een extra schriftelijke ronde te houden, bestaande uit een schriftelijke repliek en dupliek. Klager is in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken zijn repliek in te dienen. De termijn voor het indienen daarvan is tweemaal verlengd. Klager heeft geen schriftelijke repliek ingediend.

2. De feiten

2.1. Betrokkene is sinds 2011 ingeschreven in het accountantsregister van de NBA.

2.2. Betrokkene is penningmeester van een Vereniging van Eigenaars (VvE). Klager is lid van deze vereniging.

3. De klacht

3.1. Betrokkene heeft volgens klager gehandeld in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels

3.2. Klager verwijt betrokkene het volgende.

1. Betrokkene weigert om de vragen van klager over de financiën van de VvE te beantwoorden. Betrokkene wil slechts eenmaal per jaar tijdens de Algemene Ledenvergadering (ALV) antwoord geven op vragen.

2. De kascommissie van de VvE voldoet niet aan de voorwaarde dat deze moet bestaan uit (minstens) twee leden van de VvE. Betrokkene vindt het goed dat er een kantoor is ingeschakeld met de naam Kascommissie.

4. De beoordeling

4.1. Het handelen en/of nalaten waarop de klacht betrekking heeft moet worden getoetst aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Daarbij is in aanmerking genomen dat de werkzaamheden van betrokkene als penningmeester van een VvE een professionele dienst zijn in de zin van artikel 1 VGBA, omdat daarvoor vakbekwaamheid als accountant wordt of kan worden aangewend.

4.2. Voorop wordt gesteld dat het in beginsel aan klager is om feiten en omstandigheden te stellen en – in geval van (gemotiveerde) betwisting – aannemelijk te maken, die tot het oordeel kunnen leiden dat betrokkene tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

4.3. Betrokkene heeft verweer gevoerd. Ten aanzien van het eerste klachtonderdeel heeft hij aangevoerd dat uit de wet, de Splitsingakte en het Modelreglement 2006 niet volgt dat een individueel lid recht heeft op het verkrijgen van antwoorden van het bestuur die betrekking hebben op de financiën van de VvE. Volgens betrokkene heeft hij bij zijn benoeming al meegedeeld dat hij vragen van leden uitsluitend tijdens een ALV zou beantwoorden, welke voorwaarde door de ALV is geaccepteerd. Daarnaast heeft betrokkene erop gewezen dat de ALV op 15 juli 2025 een Communicatie- en Omgangsprotocol heeft aangenomen, waarin staat dat alleen tijdens of direct voorafgaand aan de ALV vragen over de financiën van de VvE worden beantwoord.

4.4. Met betrekking tot het tweede klachtonderdeel heeft betrokkene naar voren gebracht dat hij op 28 mei 2024 is benoemd als penningmeester. Volgens betrokkene heeft hij samen met de overige bestuursleden de verantwoordelijkheid genomen om een interne kascommissie te formeren. Dit heeft ertoe geleid dat er per 19 november 2024 een kascommissie is benoemd door de ALV, die bestaat uit een lid/eigenaar van de VvE en een gemachtigde (boekhouder) van een ander lid/eigenaar. Volgens betrokkene volgt niet uit de wet dat de kascommissie uit ten minste twee leden van de VvE moet bestaan. Daarbij heeft hij erop gewezen dat in een later Modelreglement hierover duidelijkheid wordt verschaft door te spreken over “al dan niet uit haar midden”.

4.5. De voorzitter overweegt dat het gelet op het gemotiveerde verweer van betrokkene op de weg van klager lag om zijn verwijten nader te onderbouwen. Klager heeft dat niet gedaan, ondanks dat hij daarvoor wel de gelegenheid heeft gehad. Klager mocht immers een schriftelijke repliek indienen, maar heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Omdat een nadere onderbouwing ontbreekt, moet worden geoordeeld dat klager niet aannemelijk heeft gemaakt dat betrokkene tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

4.6. De klacht zal daarom kennelijk ongegrond worden verklaard.

5. De beslissing

De voorzitter van de Accountantskamer:

  • verklaart de klacht ongegrond.

Aldus beslist door mr. A.A.A.M. Schreuder, voorzitter, in aanwezigheid van mr. E.N.M. van de Beld, secretaris, en uitgesproken in het openbaar op 3 november 2025.

_________ __________

secretaris voorzitter

Deze uitspraak is aan partijen verzonden op:_____________________________

Op grond van artikel 39, derde lid, Wtra kan tegen deze uitspraak binnen 6 weken na verzending daarvan verzet worden gedaan. Het verzet kan worden gericht aan de Accountantskamer (adres: Postbus 10067, 8000 GB Zwolle).