ECLI:NL:TNORARL:2024:4 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/418364 KL RK 23-35 C/05/422786 KL RK 23-76

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2024:4
Datum uitspraak: 16-02-2024
Datum publicatie: 07-03-2024
Zaaknummer(s):
  • C/05/418364 KL RK 23-35
  • C/05/422786 KL RK 23-76
Onderwerp: Personen- en Familierecht, subonderwerp: Testamenten
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Klager kan, als verwachter in het testament, als belanghebbende bij de klacht worden aangemerkt. De kamer verklaart de klacht ongegrond. Klager heeft slechts bedenkingen geuit over de kopie van de aan het testament gehechte brief van erflater. De stelling van klager dat die brief vals zou zijn, wordt niet door hem onderbouwd.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:         C/05/418364 / KL RK 23-35 en C/05/422786 / KL RK 23-76

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

[ klager ],

wonende te [ plaats ],

tegen

[ de notaris ],

notaris te [ plaats ],

gemachtigde: mr. M.A. de Mik, advocaat te Amsterdam.

Partijen worden hierna klager en de notaris genoemd.

1.         Het verloop van de procedure

1.1.      Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • de klaagschriften met bijlagen van 21 april 2023 en 21 juli 2023;
  • de verweerschriften van 23 juni 2023 en 12 september 2023;
  • de e-mails van klager van 15 en 17 augustus 2023 met producties.

1.2.      De kamer heeft de klacht mondeling behandeld op de openbare zitting van 12 januari 2024. Klager was niet aanwezig. De notaris was aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde.

De notaris heeft het woord gevoerd aan de hand van ter zitting overgelegde pleitnotities.

2.         De feiten

Bij akte van 8 december 2022 heeft de notaris het testament gepasseerd van de vader van klager, de heer [ naam ] (hierna: erflater). Het testament is opgemaakt door de notaris en in het bijzijn van twee getuigen ondertekend door erflater. Aan de minuut van de akte is, op verzoek van erflater, een brief van erflater gehecht, waarnaar erflater in zijn testament verwijst. Deze brief mocht eerst na overlijden van erflater door zijn kinderen worden gelezen.

3.         De klacht

De kamer begrijpt de klacht van klager aldus: De notaris heeft in strijd met de door hem te betrachten zorgvuldigheid een vervalste brief (computeruitdraai) aan het testament van erflater gehecht.

De door klager aan de kamer verzonden e-mail van 21 juli 2023 beschouwt de kamer niet als een op zichzelf staande klacht, maar als een aanvulling op het door klager eerder, op 21 april 2023, ingediende klaagschrift. Klager gaat immers in de e-mail van 21 juli 2023 verder in op het in zijn klaagschrift van 21 april 2023 aan de notaris gedane verwijt “dat er gerommeld is met een vervalste computeruitdraai”.

4.         Het verweer

De notaris heeft de kamer verzocht klager niet-ontvankelijk te verklaren in zijn klacht(en):

Onduidelijk is over welk handelen of nalaten van de notaris wordt geklaagd en waarom dat handelen dan wel nalaten tuchtrechtelijk verwijtbaar zou zijn, zodat ten eerste niet kan worden vastgesteld wat het belang van klager is bij de klacht(en). Ten tweede voldoen de klachten daarmee niet aan de vereisten van artikel 5 van het Reglement omtrent de werkwijze van de kamers voor het notariaat.

Meer subsidiair heeft de notaris verzocht de klacht ongegrond te verklaren, onder betwisting van al hetgeen klager in zijn klacht(en) heeft aangevoerd.

5.         De beoordeling

5.1.      Op grond van artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen. De tuchtrechter toetst of hun handelen of nalaten in strijd is met het bepaalde in de Wna en andere toepasselijke bepalingen. Ook kan de tuchtrechter toetsen of zij voldoende zorg in acht hebben genomen ten opzichte van de (rechts)personen voor wie zij optreden en of zij

daarbij hebben gehandeld zoals een behoorlijk beroepsbeoefenaar behoort te doen.

5.2.      De kamer is van oordeel dat klager ontvankelijk is in zijn klacht. Uit het klaagschrift kan in voldoende mate worden afgeleid wat de klacht van klager is. Het verweerschrift en de pleitnotitie van de notaris geven daarvan ook blijk.  

Volgens artikel 99 lid 1 Wna kunnen klachten worden ingediend door een ieder met enig redelijk belang. Het is vaste rechtspraak dat dit begrip ruim moet worden uitgelegd. De kamer is van oordeel dat klager, als verwachter in het testament genoemd, als belanghebbende kan worden aangemerkt.
Verder geldt dat de eisen die het Reglement omtrent de werkwijze van de kamers voor het notariaat stelt niet dienen als doel op zich, maar dienen ter waarborging van een goede procesorde.

5.3.      De kamer zal de klacht ongegrond verklaren. De stelling van klager, dat de (kopie van de) aan het testament gehechte brief vals is, is door klager niet onderbouwd. Klager heeft slechts bedenkingen geuit, die niet worden gesteund door de feiten.

5.4.      Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht, kan buiten beschouwing blijven omdat het niet van belang is voor de beslissing in deze zaak.

6.         De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden:

verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. I.C.J.I.M. van Dorp, voorzitter, mr. T.P. Hoekstra, mr. J.A.H. Bruggemann, mr. M.R.H. Goossens en mr. J.P.W.H.T. Becks, leden, en in tegenwoordigheid van mr. E.B.T. Kienhuis, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 16 februari 2024.    

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.