ECLI:NL:TGZRSHE:2024:122 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5587
ECLI: | ECLI:NL:TGZRSHE:2024:122 |
---|---|
Datum uitspraak: | 06-11-2024 |
Datum publicatie: | 06-11-2024 |
Zaaknummer(s): | H2023/5587 |
Onderwerp: | Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose |
Beslissingen: | Ongegrond, kennelijk ongegrond |
Inhoudsindicatie: | Kennelijk ongegronde klacht tegen huisarts. De klacht gaat over het voorschrijven van een te hoge dosis tramadol, over het niet goed handelen na een val van klaagster, over het vernietigen van het medisch dossier en over het te lang moeten wachten in de wachtkamer. Volgens het college heeft de huisarts geen betrokkenheid bij het voorschrijven van tramadol voorafgaand aan de val van klaagster, noch bij het digitaliseren van het medisch dossier. Uit dossier blijkt dat huisarts klaagster heeft onderzocht en beeldvormend materiaal heeft aangevraagd. Onvoldoende onderbouwing van te lange wachttijd |
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE ’s-HERTOGENBOSCH
Beslissing in raadkamer van 6 november 2024 op de klacht van:
[A],
wonende in [B],
klaagster,
tegen
[C],
huisarts
werkzaam in [B],
verweerder, hierna ook: de huisarts,
gemachtigde: mr. R.J. Peet, werkzaam in Utrecht.
1. Waar gaat de zaak over?
1.1 Klaagster was patiënt in de huisartsenpraktijk (hierna: de praktijk) waar de
huisarts werkzaam was. Vanwege chronische pijnklachten kreeg zij in de loop der jaren
pijnmedicatie voorgeschreven. Eind 2021 is klaagster van de trap gevallen in verband
waarmee zij diverse keren contact met de praktijk heeft gehad. Klaagster verwijt de
huisarts dat hij na de val van klaagster niet goed gehandeld heeft, het medisch dossier
van klaagster heeft vernietigd, een te hoge dosis tramadol heeft voorgeschreven en
klaagster te lang in de wachtkamer heeft laten wachten.
1.2 Het college komt tot het oordeel dat klaagster ontvankelijk is in haar klacht,
maar dat de klacht kennelijk ongegrond is. ‘Kennelijk’ betekent dat het niet nodig
is om nog vragen aan de partijen te stellen en dat duidelijk is dat de klacht niet
gegrond kan worden verklaard. Hierna licht het college toe hoe het tot deze beslissing
is gekomen.
2. De procedure
2.1 De procedure blijkt uit:
- het klaagschrift, ontvangen op 28 april 2023;
- de twee aanvullingen op het klaagschrift;
- het verweerschrift;
- de brief van 28 juni 2023 van de secretaris aan klaagster;
- de brief van 1 november 2023 van de secretaris aan klaagster;
- het proces-verbaal van het mondeling vooronderzoek, gehouden op 25 maart 2024;;
- het huisartsendossier van klaagster, ontvangen op 24 mei 2024;
- de reactie van de gemachtigde van verweerder, ontvangen op 21 juni 2024.
2.2 Het college heeft de klacht in raadkamer behandeld. Dit betekent dat het college
de zaak beoordeeld heeft op basis van de stukken, zonder dat de partijen daarbij aanwezig
waren.
3. Wat is er gebeurd?
3.1 Klaagster was sinds 2011 patiënt in de praktijk waar de huisarts als waarnemer
werkzaam was.
3.2 In verband met chronische pijnklachten werd aan klaagster pijnmedicatie voorgeschreven,
waaronder tramadol.
3.3 Op zaterdag 4 december 2021 is klaagster van de trap gevallen. Zij nam daarover
op maandag 6 december 2021 telefonisch contact op met de praktijk. In het dossier
staat hierover genoteerd (alle citaten voor zover van belang en letterlijk weergegeven):
“S tel: is zaterdagmiddag van trap gevallen door de duizeligheidsklachten. Gestopt
met de amitriptyline en lorazepam op verzoek van [initialen collega-huisarts], dit
zou veel te snel zijn. Heeft op internet gelezen dat dit niet zomaar ineen keer mag.
Is nu extreem duizelig en daardoor van trap gevallen. Voet is nu dik en pijnlijk,
kan er niet op lopen. (…) Heeft FT gebeld voor afspraak maar wilt dat FT aan huis
komt voor li enkel in te tapen. (…) mw vraagt of ze een tel C kan krijgen, ivm duizeligheid.”
Op 8 december 2021 belde klaagster opnieuw naar de praktijk:
“S (…) Moeder gisteren overleden, vanmiddag staat TC gepland met [initialen collega-huisarts]
maar dan niet bereikbaar want moet dan naar crematorium, wilt liefst dat huisarts
langskomt, harde klap op het hoofd gehad door val van trap, voelt zich helemaal niet
goed, dikke bult op het hoofd.
P iom [initialen collega-huisarts]: pt door laten geven wanneer zij wel telefonisch
bereikbaar is.Pt geef aan morgen>TC naar morgen verplaatst.”
Op 9 december 2021 vond een telefonisch consult met een collega-huisarts plaats.
In het dossier staat genoteerd:
“S TC: is afgelopen zaterdag v trap gevallen. internet gelezen dat stakenv nortryptiline
duizeligheid laat toenemen. bewusteloos geweest. voetonder zich geklapt. geheugen
problemen, voelt dronken aan. concentratie slecht. denkt aan hersenschuddig.
(…)
P hersenschuddig gaat vanzelf over/geen behandeling voor. afspraak praktijk ivm
hartritme en ONO.(…)”
Op 10 december 2021 werd klaagster op de praktijk gezien door de huisarts:
“O RR 130/80 pols 100 ra sat 98% Geen drukpijn CWK. ONO: normaal, geen diplopie,
normale oogvolgbewegingen. Sensibiliteit en kracht intact. Coordinatie intact. Romberg
en Barre normaal. Hematoom links occipitaal.Kan enkel belasten.
P TRAMADOL HCL CF 100MG ZETP / 30,00 ST / 1-4D1S
(…)
Nu afwachten, commotio cerebri. Uitleg.”
Omdat klaagster op 17 december 2021 opnieuw naar de praktijk kwam vanwege aanhoudende
klachten, werd door de huisarts beeldvormend onderzoek (X-voet links) aangevraagd.
De huisarts noteerde in het dossier:
“S (…)
Radiologiebericht gekoppeld; X-voet links
(…)
O Wat uitgezakt hematoom bij basis digiti linkervoet. Drukpijn metatarsaal. Enkel
gb.
P Foto ter exclusionum, (…)”
3.4 Op 22 december 2021 heeft klaagster zich uit de praktijk laten uitschrijven.
Op verzoek van klaagster is haar digitale medisch dossier aan de nieuwe huisarts toegestuurd.
4. De klacht en de reactie van de huisarts
4.1 Klaagster verwijt de huisarts dat:
a) hij na de val van de trap op 4 december 2021 niet goed heeft ingegrepen. Verweerder
weigerde te komen, heeft geen onderzoek gedaan naar de linkervoet en het hoofd van
klaagster, en heeft geen foto’s laten maken;
b) hij het medisch dossier van klaagster heeft vernietigd;
c) hij een te hoge dosis tramadol heeft voorgeschreven, waardoor klaagster meerdere
keren is gevallen;
d) klaagster lang moest wachten in de wachtkamer doordat hij andere patiënten voor
liet gaan.
4.2 De huisarts heeft het college verzocht klaagster niet-ontvankelijk te verklaren
en de klacht dus niet inhoudelijk te behandelen. Voor het geval het college de klacht
wel inhoudelijk gaat beoordelen, heeft de huisarts het college verzocht de klacht
ongegrond te verklaren.
4.3 Het college gaat hieronder verder in op de standpunten van partijen.
5. De overwegingen van het college
Ontvankelijkheid
5.1 De huisarts heeft naar voren gebracht dat klaagster niet-ontvankelijk is in
de klacht, omdat zij haar klacht niet met feiten en gronden heeft onderbouwd en niet
duidelijk is wat klaagster hem precies verwijt. Het college is van oordeel dat klaagster
wel ontvankelijk is.
Uit het klaagschrift, de aanvullingen op het klaagschrift en uit het proces-verbaal
van het gehouden mondelinge vooronderzoek is voldoende duidelijk geworden wat klaagster
de huisarts precies verwijt en wat de onderbouwing van haar klacht is. Het college
zal de klacht daarom verder inhoudelijk bespreken. De criteria voor de beoordeling
5.2 De vraag is of de huisarts de zorg heeft verleend die van hem verwacht mocht
worden. De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende huisarts.
Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor de huisarts geldende beroepsnormen
en andere professionele standaarden. Dat een zorgverlener beter anders had kunnen
handelen is niet altijd genoeg voor een tuchtrechtelijk verwijt. Verder geldt het
uitgangspunt dat zorgverleners alleen tuchtrechtelijk verantwoordelijk zijn voor hun
eigen handelen.
5.3 Het college oordeelt dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft
gehandeld. Uitleg Klachtonderdeel a) niet goed gehandeld na de val en onvoldoende
onderzoek
5.4 Klaagster stelt dat de huisarts geweigerd heeft om na de val naar klaagster
te komen. Ook stelt zij dat de huisarts geen onderzoek heeft gedaan naar haar voet
en hoofd en dat hij geen foto’s heeft laten maken. Voor deze stellingen van klaagster
heeft het college geen aanknopingspunten in het dossier gevonden. Allereerst is van
enig contact met de huisarts of met de praktijk op zaterdag 4 december 2021 niet gebleken.
Uit het dossier volgt dat klaagster twee dagen na de val, op maandag 6 december 2021,
telefonisch contact met de praktijk heeft opgenomen en daarbij heeft gevraagd om een
telefonisch consult vanwege duizeligheid. De geplande telefonische afspraak op 8 december
2021, werd door klaagster zelf afgebeld omdat zij die dag naar het crematorium moest.
Op 9 december 2021 vond een telefonisch consult met een collega-huisarts plaatst.
De huisarts heeft klaagster zowel op 10 december als op 17 december 2021 op de praktijk
gezien. De stelling van klaagster dat de huisarts geen onderzoek heeft gedaan naar
de linkervoet en het hoofd en ook geen foto’s heeft laten maken, wordt evenmin door
het dossier ondersteund. Uit de aantekeningen van beide consulten volgt immers dat
de huisarts klaagster wel degelijk onderzocht heeft en beeldvormend onderzoek heeft
aangevraagd. Dit klachtonderdeel is kennelijk ongegrond. Klachtonderdeel b) vernietiging
medisch dossier
5.5 Klaagster stelt dat de huisarts haar medisch dossier heeft vernietigd, dat zij
bij haar
inschrijving in de prakijk in 2011 had meegebracht. De huisarts betwist dat hij
het dossier heeft vernietigd. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat hij pas vanaf juni
2021 als vaste waarnemer in de praktijk werkzaam is en voor het eerst met klaagster
conctact heeft gehad op 10 december 2021. Gelet op deze betwisting van het door klaagster
ook niet, althans onvoldoende onderbouwde verwijt, oordeelt het college dat van een
aan de huisarts te maken tuchtrechtelijk verwijt geen sprake kan zijn.
Klachtonderdeel c) te hoge dosis tramadol
5.6 Klaagster stelt dat zij veel last heeft gehad van de gevolgen van een te hoge
dosis tramadol, aangezien zij als gevolg daarvan meerdere keren gevallen is. De heftigste
val was die van 4 december 2021. Uit de dossieraantekeningen volgt dat de huisarts
alleen op 10 en 17 december 2021 bij klaagster betrokken is geweest. Op 10 december
2021 heeft hij tramadol aan klaagster voorgeschreven. Dat was na de val van klaagster.
De huisarts kan dan ook geen verwijt worden gemaakt van eerder (vóór 4 december 2021)
aan klaagster voorgeschreven tramadol. Klachtonderdeel d) te lang laten wachten
5.7 Klaagster stelt dat zij op 17 december 2021 lange tijd in de wachtkamer heeft
moeten wachten omdat andere mensen voor gingen. Klaagster heeft dit verwijt op geen
enkele wijze, althans onvoldoende, onderbouwd. Niet duidelijk is hoe laat klaagster
er was en hoe lang ze heeft moeten wachten. Ook voor zover klaagster erover klaagt
dat zij vaker langer dan andere patiënten moest wachten, heeft zij haar verwijt niet,
in elk geval onvoldoende, concreet gemaakt. De huisarts heeft daarnaast in zijn verweer
uitleg gegeven over onder meer de wijze waarop de spreekuren van de verschillende
huisartsen in de praktijk zijn geregeld en over de volgorde van het binnenroepen van
patiënten. Het college gaat uit van de juistheid van dit verweer, dat het college
ook niet onaannemelijk voorkomt. Het college kan, gelet op het voorgaande, niet vaststellen
dat van enig tuchtrechtelijk verwijt sprake is. Slotsom
5.8 Uit de overwegingen hiervoor volgt dat alle onderdelen van de klacht kennelijk
ongegrond zijn.
6 De beslissing
Het college:
- verklaart de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
Deze beslissing is gegeven op 6 november 2024 door M.J.H.A. Venner-Lijten, voorzitter,
N.B. van der Maas en J.G.E. Smeets, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door C.W.M.
Hillenaar, secretaris, en ondertekend door K.A.J.C.M. van den Berg Jeths-van Meerwijk