ECLI:NL:TGZRAMS:2024:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5638
ECLI: | ECLI:NL:TGZRAMS:2024:54 |
---|---|
Datum uitspraak: | 15-03-2024 |
Datum publicatie: | 15-03-2024 |
Zaaknummer(s): | A2023/5638 |
Onderwerp: | Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose |
Beslissingen: | Gegrond, waarschuwing |
Inhoudsindicatie: | Gegronde klacht tegen een tandarts. Volgens klaagster heeft de tandarts onzorgvuldig gehandeld omdat zij jarenlang periodieke controles heeft uitgevoerd waarbij er nooit bijzonderheden waren, terwijl later (in 2021) wel parodontitis is vastgesteld. Het college overweegt dat de tandarts voorafgaand aan de vastgestelde parodontitis al in 2016 en 2017 verdiepte pockets heeft geconstateerd. Afgezien van februari 2016 blijkt niet dat dit heeft geleid tot nader onderzoek, behandeling of verwijzing naar een mondhygiënist of parodontoloog. Het college acht het voldoende aannemelijk dat in de tussenliggende periode (2017-2021) ook steeds sprake is geweest van verdiepte pockets. Bij goed onderzoek had de tandarts dit moeten opmerken en dat had aanleiding moeten zijn om in overleg met klaagster nader onderzoek te doen of een behandeling in te stellen. Ondanks de regelmatige periodieke preventieve controles, is pas in 2021 na een gebitsklacht van klaagster nader onderzoek ingesteld en is de parodontitis vastgesteld. Die was op dat moment al in een gevorderd stadium. Het college acht het tuchtrechtelijk verwijtbaar dat de tandarts niet eerder heeft geconstateerd wat de conditie van het tandvlees van klaagster was. Klacht gegrond verklaard. Waarschuwing. |
A2023/5638
Beslissing van 15 maart 2024
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM
Beslissing van 15 maart 2024 op de klacht van:
A,
wonende in B,
klaagster,
tegen
C,
tandarts,
werkzaam in D,
verweerster, hierna ook: de tandarts,
gemachtigde: mr. D. Schut-Wolfs, werkzaam te Amsterdam.
1. De zaak in het kort
1.1 Klaagster is jarenlang patiënt geweest bij de tandartspraktijk. In 2014 heeft
de tandarts die praktijk overgenomen van haar vader. Sindsdien is klaagster tweemaal
per jaar bij de tandarts geweest voor de periodieke preventieve controles. In 2021
is bij klaagster parodontitis vastgesteld, een ernstige vorm van tandvleesontsteking.
Klaagster verwijt de tandarts dat zij de periodieke preventieve controles niet goed
heeft uitgevoerd, waardoor de parodontitis is kunnen ontstaan.
1.2 Het college komt tot het oordeel dat de klacht gegrond is. Hierna vermeldt het college eerst hoe de procedure is verlopen. Daarna licht het college de beslissing toe.
2. De procedure
2.1 Het college heeft de volgende stukken ontvangen:
- het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 16 mei 2023;
- het verweerschrift met de digitale bijlage;
- de brief van klaagster van 3 augustus 2023, ontvangen op 4 augustus 2023, met bijlagen;
- het proces-verbaal van het op 13 september 2023 gehouden mondelinge vooronderzoek;
- de brief van de gemachtigde van de tandarts van 18 december 2023, met bijlagen.
2.2 De zaak is op 24 oktober 2023 behandeld in raadkamer. Daar is besloten dat de
zaak op een openbare zitting behandeld moest worden.
2.3 De zaak is behandeld op de openbare zitting van 2 februari 2024. De partijen zijn
verschenen. De tandarts werd bijgestaan door haar gemachtigde. De partijen en hun
gemachtigden hebben hun standpunten mondeling toegelicht.
3. De feiten
3.1 Klaagster is van januari 2014 tot en met augustus 2021 onder behandeling geweest
bij de tandarts. In die periode vond gemiddeld twee keer per jaar een periodieke preventieve
controle plaats.
3.2 In het dossier staat onder de historie onder meer:
“(…)
29-02-2016
ppo
Periodiek preventief onderhoud
pockets 5 mm 36buc. en 27dist.
18-03-2016
=M03
Gebitsreiniging: (25)
21-07-2016
div
Diversen
Pockets 36 buc en 27 dist. 5mm
ppo
Preventief onderzoek, volgend
41 bijw
Bijwerken oude comp. restauraties
(…)
19-07-2021
47 xrsl
Intra orale foto
hc
Preventief onderzoek, volgend
last RO, wijst 47 aan, stinkend plekje in haar mond en last met wat druk. elem. reageert
licht sensibel, niet perc.pijnlijk. pocket 7mmb en 7 mm. linguaal.
besproken: paroprobleem/endoprobleem/verticale breuk. voor nu advies pocket reinigen.
anders endo overwegen en anders extractie. uitleg hierover gegeven.
26-07-2021
=M03
Gebitsreiniging: (15)
(…) Recall: 3mnd later bij ta voor 47 furcatie paro endo of endo paro?
47 ao
Oppervlakte anesthesie
30-08-2021
Div
Diversen
(…)
Mw. kwam langs, is heel erg boos. (…) mw. is erg geschrokken en heel erg ziek geweest
van de behandeling bij de E, er was veel bloed in de mond en daar is ze heel erg van
geschrokken. Ze vindt dat ik iets gemist heb tijdens de onctroles en dat het mij aan
te rekenen is dat ze nu wat heeft. (…)
Uitgelegd dat ik meerdere diagnoses vermoed maar nog niet duidelijk heb wat het daadwerkelijk
is.
1. paroprobleem furcatie 47
2. verticale breuk
3. endo probleem
(…)
advies verwijzing naar parodontoloog, beoordelen furcatie 47 evt. flap om te beroordelen
of er een breuk zit?
afspraak bij F ingepland voor nacontrole, ik kom dan ook kijken.(…)
16-09-2021
Div
Diversen
solitaire pocket tpv 47 linguaal en bucaal van 8-9 mm. ik vermoed eigenlijk breuk.
dit verteld aan mw. gekeken in de kamer bij F, haar ook mee laten kijken. overige
gebit helemaal pocketvrij en netjes. (…)”.
3.3 In het dossier staat onder ‘Zorgplan’ onder meer:
“DPSI / PPS
17-01-2014
SG
A
0
0
0
0
0
0
22-07-2014
SG
A
0
0
0
0
0
0
05-02-2015
SG
A
1
1
1
1
2
1
30-07-2015
SG
A
0
0
0
0
0
0
29-02-2016
SG
B
1
0
3-
0
0
3-
17-02-2017
SG
B
1
0
3-
0
0
3-
07-09-2017
SG
B
0
0
3-
0
2
0
19-07-2021
SG
3
1
1
paro preventietraject
3
1
pocket 47b
Korte termijn behandeldoel
29-02-2016
SG
naar mhg 5mm pocket 36bucc bij furcatie
27 dist pocket 5 mm
21-07-2016
SG
-
(…)
19-07-2021
SG
reinigen pocket 47b en linguaal.”
3.4 Klaagster is op 20 december 2021 en 25 januari 2022 bij een parodontoloog geweest.
Hij schrijft in een brief aan de tandarts van 25 januari 2022 onder meer:
“Intra-oraal onderzoek:
Parodontaal: (…)
- 16 elementen (…) zonder verdiepte pockets
- 9 elementen (…) met verdiepte pockets tussen de 4 en 6 mm
- 3 elementen (…) met verdiepte pockets van 6 mm en meer
(…) Röntgenologisch onderzoek met instelapparatuur: - Röntgenopnamen beoordeeld op
bijzonderheden
- Onregelmatig horizontaal botverlies
- Vergevorderd botverlies bij de 17, 27 en 47
- Gevorderd botverlies bij de 16, 21, 23, 24, 34, 36, 37, 41, 44
- Diverse angulaire defecten
- Interraducilaire radioluscentie bij de 16,26,37,46,17,27,36,47
(…)
Diagnose:
69-jarige vrouw met Gegeneraliseerd parodontitis, stadium III, graad A en geen risicofactoren.
Evaluatie: gezond gereduceerd parodontium met lokaal sterk verdiepte pockets, anatomisch
gerelateerd aan furcatie problemen(…)”.
4. De klacht en de reactie van de tandarts
4.1 Volgens klaagster heeft de tandarts onzorgvuldig gehandeld, omdat zij jarenlang
periodieke controles heeft uitgevoerd waarbij er nooit bijzonderheden waren, terwijl
later wel parodontitis is vastgesteld. Daaruit blijkt dat de controles niet goed zijn
uitgevoerd. Parodontitis ontstaat namelijk geleidelijk, gedurende een langere tijd,
dus de tandarts had moeten opmerken dat het niet in orde was.
4.2 De tandarts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren.
4.3 Het college gaat hieronder verder in op de standpunten van partijen.
5. De overwegingen van het college
Welke criteria gelden bij de beoordeling?
5.1 De vraag is of de tandarts de zorg heeft verleend die van haar verwacht mocht
worden. De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende tandarts.
Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor de zorgverlener geldende beroepsnormen
en andere professionele standaarden.
Waarom is de klacht gegrond?
5.2 Bij de beoordeling van de klacht spelen meerdere zaken een rol. Die zaken tezamen
leiden voor het college tot het oordeel dat de klacht gegrond is. Het college zal
eerst de verschillende omstandigheden bespreken en daarna uitleggen hoe die samen
tot deze conclusie leiden.
5.3 Bij klaagster is parodontitis vastgesteld. Parodontitis is een ernstige vorm van tandvleesontsteking waarbij kaakbot kan verdwijnen. Eerst ontstaat tandplak tussen de tand en het tandvlees. Hierdoor ontstaat een ruimte, een pocket. Bij onbehandelde parodontitis kan deze pocket steeds dieper worden. De aandoening die bij klaagster is vastgesteld ontstaat niet van de ene op de andere dag, het is een voortschrijdende aandoening. Tijdens periodieke preventieve controles moet het tandvlees worden onderzocht om parodontale problemen zo vroeg mogelijk vast te stellen. Volgens de Klinische Praktijkrichtlijn Periodiek Mondonderzoek (UMC St Radboud Nijmegen, 2007) hoort dit te gebeuren door screening met de DPSI of PPS methode. Daarbij wordt met een pocketsonde langs elke tand en kies gemeten hoe diep de ruimte, de pocket is. Afhankelijk van hoe diep pockets zijn, moet bepaald worden of een behandeling nodig is.
5.4 In het medische dossier heeft de tandarts bij periodieke controles een DPSI/PPS
score ingevuld. Op meerdere momenten is een score van 3- ingevuld, wat betekent dat
op dat moment pockets van 4 of 5 millimeter zijn aangetroffen. De eerste keer was
op 29 februari 2016. Uit het weergegeven korte termijn behandeldoel bij die dag (‘naar mhg 5mm pocket 36bucc bij furcatie 27 dist pocket 5 mm’) leidt het college af dat de tandarts klaagster heeft doorgestuurd naar de mondhygiënist
en dat de behandeling op 18 maart 2016 (‘gebitsreiniging’) ook door de mondhygiënist is uitgevoerd, zoals de tandarts heeft verklaard. Klaagster
zegt dat zij vóór juli 2021 nog nooit was doorverwezen naar de mondhygiënist, maar
het college gaat ervan uit dat wat hierover in het medisch dossier genoteerd is, juist
is. Op dat moment heeft de tandarts dus actie ondernomen naar aanleiding van haar
bevindingen.
5.5 Daarna is op meerdere momenten nogmaals een score van 3- genoteerd, namelijk op
17 februari 2017 en op 7 september 2017. Uit het dossier blijkt niet dat de tandarts
toen daarop actie heeft ondernomen. De tandarts heeft verklaard dat zij deze bevindingen
niet met klaagster heeft besproken. Tussen 7 september 2017 en 19 juli 2021 hebben
wel periodieke controles plaatsgevonden, maar heeft de tandarts geen DPSI/PPS score
genoteerd. Ook uit de historie blijkt niet dat bij die controles verdiepte pockets
of andere bijzonderheden zijn geconstateerd, daarover staat namelijk niets vermeld.
De tandarts heeft verklaard tijdens periodieke preventieve controles altijd te sonderen
met een pocketsonde en dat dus ook bij klaagster altijd te hebben gedaan. Zij heeft
daarbij geen bijzonderheden opgemerkt.
5.6 Op 19 juli 2021 had klaagster een klacht aan haar gebit en heeft de tandarts vastgesteld dat daar sprake was van een pocket van 7 millimeter. Zij heeft klaagster doorverwezen naar de mondhygiëniste en later, op 16 september 2021, naar de parodontoloog. Zij schrijft op dat moment dat het overige gebit pocketvrij is. De parodontoloog komt tot andere bevindingen: hij constateert dat er bij 9 elementen verdiepte pockets zijn van tussen de 4 en 6 millimeter en 3 elementen met verdiepte pockets van meer dan 6 millimeter. De tandarts heeft niet gesteld dat de bevindingen van de parodontoloog niet kloppen. Het college gaat er dan ook van uit dat deze bevindingen juist zijn en dat er op dat moment meer verdiepte pockets in het gebit van klaagster waren dan de tandarts heeft opgemerkt.
5.7 Al met al geldt dus dat de tandarts voorafgaand aan de vastgestelde parodontitis
in 2021, al in 2016 en 2017 verdiepte pockets heeft geconstateerd. Afgezien van februari
2016 blijkt niet dat dit heeft geleid tot nader onderzoek, behandeling of verwijzing
naar een mondhygiënist of parodontoloog. Over de periode 2017-2021 kan het college
niet vaststellen wat de conditie van het tandvlees van klaagster was omdat daarover
in het medisch dossier niets is genoteerd. Maar gelet op de geconstateerde parodontitis,
die niet in korte tijd is ontstaan, en gelet op de bevindingen van de parodontoloog,
acht het college het voldoende aannemelijk dat in de tussenliggende periode ook steeds
sprake is geweest van verdiepte pockets. Bij goed onderzoek had de tandarts dit moeten
opmerken en dat had aanleiding moeten zijn om in overleg met klaagster nader onderzoek
te doen of een behandeling in te stellen. Ondanks de regelmatige periodieke preventieve
controles, is pas in 2021 na een gebitsklacht van klaagster nader onderzoek ingesteld
en is de parodontitis vastgesteld. Die was op dat moment al in een gevorderd stadium.
Het college acht het tuchtrechtelijk verwijtbaar dat de tandarts niet eerder heeft
geconstateerd wat de conditie van het tandvlees van klaagster was. De klacht is gegrond.
Welke maatregel legt het college op?
5.8 Omdat de klacht gegrond is, moet het college beoordelen welke maatregel passend
is. Onderzoek naar de conditie van het tandvlees is een belangrijk onderdeel van de
periodieke preventieve controles. In dit geval heeft de tandarts in 2017 tweemaal
dat onderzoek uitgevoerd, vastgesteld dat de conditie van het tandvlees nadere aandacht
nodig had, maar daarop geen actie ondernomen. In de jaren daarna is of geen of geen
goed onderzoek uitgevoerd naar de conditie van het tandvlees, waardoor de parodontitis
zich kon ontwikkelen. Dit heeft gespeeld gedurende een periode van enkele jaren waarbij
regelmatig controles hebben plaatsgevonden, wat betekent dat er meerdere momenten
zijn geweest waarop de tandarts anders had kunnen en moeten handelen. Anderzijds merkt
het college op dat de tandarts zich in de tuchtprocedure toetsbaar heeft opgesteld.
Zij heeft op een transparante manier gereflecteerd op haar handelen en inzicht getoond.
Verder heeft zij meermaals geprobeerd om met klaagster over haar klacht in gesprek
te gaan. Om deze redenen is het college van oordeel dat kan worden volstaan met het
opleggen van een waarschuwing.
6. De beslissing
Het college:
- verklaart de klacht gegrond;
- legt de tandarts de maatregel op van waarschuwing.
Deze beslissing is gegeven door M.M. van ‘t Nedereind, voorzitter, C.H. van Dijk, lid-jurist, J.M.W. Croes, H.W. Luk en G.L.M.M. van der Werff, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door S.R.M.I. Roos-Bollen, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2024.