ECLI:NL:TGZRAMS:2024:29 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6747

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2024:29
Datum uitspraak: 13-02-2024
Datum publicatie: 13-02-2024
Zaaknummer(s): A2023/6747
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen: Niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: Klagers (een BIG geregistreerde tandarts (1) en zijn patiënt (2) zijn kennelijk niet ontvankelijk in hun klacht tegen een mondhygiëniste. Er is sprake van een conflict  tussen twee gebruikers van het hetzelfde pand. De gebruikers zijn allebei zorgverlener. Het verwijt van de tandarts aan het adres van de mondhygiëniste is dat zij de gemeenschappelijke thermostaat op 20 graden Celsius heeft gezet of laten staan. Bij de tandarts die aan de zuidkant van het pand praktiseert wordt het dan ongeveer 35 graden Celsius. Klagers zijn van mening dat het uitvoeren van een chirurgische ingreep bij deze temperaturen niet verantwoord is gelet op de negatieve invloed die dit heeft op de prestaties van de tandarts, het welzijn en de gezondheid van de patiënt (2) en mogelijk het slagen van de ingreep. De voorzitter is van oordeel dat het tuchtrecht voor de gezondheidszorg niet bedoeld is om de onderhavige problematiek tussen partijen op te lossen. Klagers zijn kennelijk niet ontvankelijk in hun klacht.

A2023/6747


REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM


Voorzittersbeslissing van 12 februari 2024 naar aanleiding van de op 20 december 2023 bij het college ingekomen klacht van


A,
wonende te B,
klager 1,


en


C
wonende te D,
klager 2,
gezamenlijk klagers,


tegen


E,
mondhygiëniste,
werkzaam te D,


1. De procedure


Op 20 december 2023 is het klaagschrift met de bijlagen ontvangen. Na ontvangst van het griffirecht heeft de vooronderzoeker de zaak voorgelegd aan de voorzitter ter beoordeling van de ontvankelijkheid van de klagers.


2. De overwegingen


2.1 De voorzitter moet beoordelen of klagers in hun klacht kunnen worden ontvangen. De voorzitter is van oordeel dat klagers niet-ontvankelijk zijn in hun klacht. Voor die beslissing is het volgende van belang.


2.2 Volgens het klaagschrift is klager 1 als BIG-geregistreerde tandarts werkzaam in het ‘F in D, een gezondheidscentrum met vier aandeelhouders en huurders. De mondhygiëniste werkt bij G in een ander deel van het het pand. Klager 2 onderging op 28 november 2023 een implantologische behandeling bij de tandarts.


2.3 Volgens de tandarts wordt zijn gedeelte van het gebouw, dat op het zuiden ligt, aanzienlijk warmer dan het tegenovergelegen gedeelte waar de mondhygiëniste werkt. Als de gemeenschappelijke thermostaat op 20 graden Celsius staat, wordt het in het deel van het pand waar de tandarts werkt 35 graden Celsius. Op de bewuste dag moest de tandarts bij klager 2 een chirurgische ingreep verrichten. Volgens de tandarts is dat niet verantwoord
bij zo’n hoge temperatuur, gelet op de negatieve invloed die dit heeft op de prestaties van de tandarts, het welzijn en de gezondheid van de patiënt en mogelijk op het slagen van de ingreep. Daarom heeft hij de mondhygiëniste van tevoren op de hoogte gebracht van de uit te voeren behandeling en de thermostaat op ‘koelen’ gezet (airconditioning). De tandarts klaagt erover dat de mondhygiëniste op 28 november 2023 de thermostaat weer hoger heeft gezet, de thermostaat op zijn verzoek niet lager heeft willen zetten en hem heeft belet dit zelf te doen. Daarom heeft zij volgens de tandarts onvoldoende rekening gehouden met de consequenties voor hem en zijn patiënt(en) en de door hem te verlenen zorg in gevaar gebracht. Klager 2 sluit zich hierbij aan. Hij voert aan dat de hoge temperatuur zeer onaangenaam was en dat de mondhygiëniste zijn behandeling in gevaar heeft gebracht.

De eerste tuchtnorm


2.4 Ten eerste moet worden beoordeeld of er sprake is geweest van een behandelrelatie en daarmee van toepasselijkheid van de zogenoemde eerste tuchtnorm. De eerste tuchtnorm staat omschreven in artikel 47 lid 1 aanhef en sub a van de Wet op de beroepen van de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). Vast staat dat de mondhygiëniste niet bij de zorg voor klager 2 betrokken is geweest en dat ook geen sprake is geweest van een behandelrelatie met klager 1; de tandarts en de mondhygiëniste zijn slechts medegebruikers van het betreffende pand. De eerste tuchtnorm is daarom niet van toepassing op deze klacht. De tweede tuchtnorm


2.5 De vraag die vervolgens beantwoord dient te worden, is of de gedragingen waarover geklaagd wordt, gebracht kunnen worden onder de tweede tuchtnorm (artikel 47 lid 1 aanhef en sub b Wet BIG). Het moet dan gaan om enig ander dan onder de eerste tuchtnorm bedoeld handelen of nalaten in strijd met hetgeen een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt en voldoende weerslag op de individuele gezondheidszorg hebben.


2.6 Uit de klacht leidt de voorzitter af dat sprake is van een conflict tussen twee gebruikers van hetzelfde pand. De gebruikers zijn allebei zorgverlener. Het verwijt van de tandarts aan het adres van de mondhygiëniste is dat zij de thermostaat op 20 graden Celsius heeft gezet of laten staan. Deze klacht komt niet in aanmerking voor beoordeling in het kader van het tuchtrecht voor de gezondheidszorg, om de volgende redenen.


2.7 De stellingen van de tandarts komen er in feite op neer dat de verwarming van het pand zo gebrekkig functioneert dat de omstandigheden in zijn praktijkruimte niet voldoen voor de uitoefening van (sommige ingrepen in) een tandartspraktijk. Het ligt dan op zijn weg om stappen te ondernemen om die omstandigheden structureel op te lossen – met de verhuurder als er sprake is van huur, of met een installatiebedrijf – in plaats van (telkens) van een andere gebruiker/huurder te vergen dat zij de temperatuur in haar werkgedeelte onder de 20 graden Celsius laat dalen of elektrische verwarmingselementen neemt. Het is niet onredelijk of maatschappelijk onzorgvuldig dat de mondhygiëniste de temperatuur in haar werkruimte in de late herfst op 20 graden Celsius wil hebben en de thermostaat op die stand instelt. Dat de tandarts in een ander deel van het pand zijn praktijk uitoefent en werkzaamheden verricht die – ondanks de normale thermosstaatstand- niet kunnen worden uitgevoerd vanwege te hoge temperaturen, is een omstandigheid die voor rekening en risico van de tandarts komt en niet aan andere gebruikers van het pand kan worden tegengeworpen. In zoverre houdt het verwijt dat de tandarts de mondhygiëniste maakt onvoldoende verband met de individuele gezondheidszorg. Het enkele feit dat zij min of meer toevallig ook een BIG-geregistreerde zortverlener is en daardoor mogelijk meer begrip heeft van de werkzaamheden in een tandartsenpraktijk, maakt niet dat zij geacht kan worden als BIG-geregistreerde mondhygiëniste te hebben gehandeld. De bediening van de thermostaat in het gemeenschappelijke pand staat ook helemaal los van de BIG-registratie van de mondhygiëniste. Zij handelt daarbij immers niet op het deskundigheidsgebied waarvoor haar BIG-registratie geldt. Het tuchtrecht voor de gezondheidszorg is niet bedoeld om de onderhavige problematiek tussen partijen op te lossen.


2.8 Daarom is de voorzitter van oordeel dat klagers kennelijk niet-ontvankelijk zijn in hun klacht.


3. De beslissing


Klagers zijn kennelijk niet-ontvankelijk in hun klacht.


Deze beslissing is gegeven op 12 februari 2024 door N.B. Verkleij, voorzitter, bijgestaan door G.G.M.L. Huntjens, secretaris.


secretaris                                                                                                                          voorzitter