Print
Download PDFECLI:NL:TGZRAMS:2024:275 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam herstelbeslissing van A2024/7193
| ECLI: | ECLI:NL:TGZRAMS:2024:275 |
|---|---|
| Datum uitspraak: | 23-12-2024 |
| Datum publicatie: | 24-12-2024 |
| Zaaknummer(s): | herstelbeslissing van A2024/7193 |
| Onderwerp: | Opiumwetmiddelen misbruik |
| Beslissingen: |
|
| Inhoudsindicatie: | Herstelbeslissing van de beslissing ECLI:NL:TGZRAMS:2024:262 |
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM
Herstelbeslissing van 23 december 2024 van de beslissing van 17 december 2024 inzake
de voordracht van:
de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd,
gevestigd in Utrecht,
hierna: de inspectie,
vertegenwoordigd door E.L. van Slooten, mr. L. Antonides en mr. A.A.B. Cornelissen,
tegen
A,
verpleegkundige,
destijds werkzaam in B,
hierna: de verpleegkundige.
1. Procesgang
Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Amsterdam heeft op 17 december
2024 in de onderhavige zaak uitspraak gedaan. Een kopie van die uitspraak is aan deze
herstelbeslissing gehecht. Het Regionaal Tuchtcollege heeft ambtshalve vastgesteld
dat deze beslissing verbetering behoeft. Het Regionaal Tuchtcollege licht dat hierna
toe.
2. Beoordeling
De genoemde beslissing bevat een kennelijke fout, die zich voor eenvoudig herstel
leent. In de vermelding onder het dictum, voorafgaande aan de ondertekening, staat
een onjuiste vermelding van de samenstelling van het college. Per abuis worden drie
leden-beroepsgenoten genoemd die niet betrokken zijn geweest bij de beraadslagingen
in deze zaak.
Daarom wordt als volgt beslist.
3. Herstelbeslissing
Het college:
- verstaat dat de vermelding van de samenstelling van het college dat de beslissing
heeft gegeven luidend:
“Deze beslissing is gegeven door J.T.W. van Ravenstein, voorzitter, W.R. Kastelein,
lid-jurist, E.M. Rozemeijer, J.H. Hunink en W.J. van der Meer, leden-beroepsgenoten,
bijgestaan door S. Verdaasdonk, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 17
december 2024.”
wordt gewijzigd in:
“Deze beslissing is gegeven door J.T.W. van Ravenstein, voorzitter, W.R. Kastelein,
lid-jurist,
T.A. Wouters, psychiater, J.M.C. van Dam, psychiater, en T.A.W. van der Schoot,
klinisch psycholoog, bijgestaan door S. Verdaasdonk, secretaris, en in het openbaar
uitgesproken op 17 december 2024.”
- handhaaft de beslissing voor het overige.
Deze beslissing is gegeven op 23 december 2024 door:
J.T.W. van Ravenstein, voorzitter, W.R. Kastelein, lid-jurist, T.A. Wouters, psychiater,
J.M.C. van Dam, psychiater, en T.A.W. van der Schoot, klinisch psycholoog, bijgestaan
door S. Verdaasdonk, secretaris.