ECLI:NL:TGZRAMS:2024:268 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7182
ECLI: | ECLI:NL:TGZRAMS:2024:268 |
---|---|
Datum uitspraak: | 20-12-2024 |
Datum publicatie: | 20-12-2024 |
Zaaknummer(s): | A2024/7182 |
Onderwerp: | Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose |
Beslissingen: | Ongegrond, kennelijk ongegrond |
Inhoudsindicatie: | Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat de klachten aan zijn polsen onvoldoende zijn behandeld. Klager verwijt de huisarts niet dat hij van de wachtlijst is afgehaald, maar wel dat de huisarts niet heeft doorgepakt, ze had moeten doorverwijzen en er achteraan moeten blijven gaan. Het college oordeelt dat de huisarts adequaat heeft gehandeld door meteen contact op te nemen met het ziekenhuis toen er onduidelijkheid bestond over de plaats van klager op de wachtlijst. De huisarts heeft vervolgens in gang gezet dat in het ziekenhuis zou worden uitgezocht waarom hij van de wachtlijst is gehaald. Het college kan zich voorstellen dat het frustrerend is voor klager dat het lang duurt voordat hij geopereerd wordt en dat hij al lang met klachten loopt. Het is daarbij niet helpend dat er geen vast aanspreekpunt is voor klager en dat hij door veel verschillende (huis)artsen wordt gezien. Dit kan de huisarts echter niet persoonlijk verweten worden. Klacht kennelijk ongegrond verklaard. |
A2024/7182
Beslissing van 20 december 2024
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
AMSTERDAM
Beslissing in raadkamer van 20 december 2024 op de klacht van:
A,
verblijvende te B,
klager,
tegen
C,
huisarts,
werkzaam te B,
verweerster,
gemachtigde: mr. K. Zeylmaker, werkzaam te Utrecht.
1. De zaak in het kort
1.1 Klager verblijft in het Detentiecentrum B. Klager had al langere tijd klachten
aan zijn polsen. De huisarts was werkzaam binnen het Detentiecentrum B. Klager is
enkele keren bij de huisarts op consult geweest. Klager verwijt de huisarts dat de
klachten aan zijn polsen onvoldoende zijn behandeld.
1.2 Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. ‘Kennelijk’ betekent dat het niet nodig is om nog vragen aan de partijen te stellen en dat duidelijk is dat de klacht niet gegrond kan worden verklaard. Hierna vermeldt het college eerst hoe de procedure is verlopen. Daarna licht het college de beslissing toe.
2. De procedure
2.1 Het college heeft de volgende stukken ontvangen:
- het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 16 november 2023;
- het aanvullende klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 21 februari 2024;
- het aanvullende klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 25 maart 2024;
- het verweerschrift met de bijlagen;
- de brief van klager, ontvangen op 15 juli 2024 (de repliek);
- de brief van de gemachtigde van de huisarts, ontvangen op 30 juli 2024,
- het proces-verbaal van het mondelinge vooronderzoek, gehouden op 3 oktober 2024.
2.2 Het college heeft de klacht in raadkamer behandeld. Dit betekent dat het college de zaak beoordeeld heeft op basis van de stukken, zonder dat de partijen daarbij aanwezig waren.
3. De feiten
3.1 Klager is in november 2022 overgeplaatst naar het Detentiecentrum B. De huisarts
was destijds daar werkzaam als een van de huisartsen.
3.2 Klager was bekend met een voorgeschiedenis van klachten aan zijn polsen/handen. Hij is in verschillende detentiecentra, penitentiaire inrichtingen en ziekenhuizen gezien en beoordeeld. Hij slikt al langere tijd tramadol tegen de pijn.
3.3 Op 23 maart 2023 heeft de huisarts klager gezien. Klager wilde een kopie van het verslag van zijn recente bezoek aan de plastisch chirurg ontvangen. Een verpleegkundige heeft dit voor hem geprint en meegegeven.
3.4 Op 30 maart 2023 heeft de huisarts een herhaalrecept voor tramadol verstrekt. Zij heeft klager toen niet gezien.
3.5 Op 18 april 2023 heeft de huisarts klager gezien. Klager wilde toen medische informatie ontvangen, die informatie is vervolgens geprint en meegegeven aan klager.
3.6 Op 12 juli 2023 is klager door een collega-huisarts verwezen naar een chirurg in het ziekenhuis. Op 4 augustus 2023 is klager op de polikliniek heelkunde gezien. In de dagen hierna heeft klager de medische dienst verzocht (middels een sprekersbriefje) om met een huisarts te spreken over het ziekenhuisbezoek. De collega-huisarts heeft toen aangegeven dat eerst het verslag van het consult bij de polikliniek heelkunde opgevraagd moest worden. Dit verslag is opgevraagd en kort daarna ontvangen.
3.7 Op 15 augustus 2023 is klager door de huisarts, verweerster, gezien. Klager wilde graag spreken over het ziekenhuisbezoek en het vervolgbeleid. Het was voor klager niet duidelijk of hij op de wachtlijst stond om geopereerd te worden. De huisarts heeft toen naar het ziekenhuis gebeld. Zij kreeg te horen dat klager niet meer op de wachtlijst stond. Het was niet duidelijk waarom niet en dit zou door het ziekenhuis worden uitgezocht. Klager diende vervolgens een nieuwe afspraak bij het D af te wachten. Deze afspraak vond plaats op 1 september 2023.
3.8 Op 5 september 2023 heeft de huisarts klager nogmaals gezien vanwege een brandwond. Verder hebben zij besproken dat klager de tramadol zou continueren tot aan de operatie. Hierna is de huisarts niet meer betrokken geweest bij de zorg aan klager.
4. De klacht en de reactie van de huisarts
4.1 Klager verwijt de huisarts dat de klachten aan zijn polsen onvoldoende zijn
behandeld.
4.2 De huisarts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren.
4.3 Het college gaat hierna verder in op de standpunten van partijen.
5. De overwegingen van het college
De criteria voor de beoordeling
5.1 De vraag is of de huisarts de zorg heeft verleend die van haar verwacht mocht
worden. De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende huisarts.
Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor de huisarts geldende beroepsnormen
en andere professionele standaarden. Verder geldt het uitgangspunt dat zorgverleners
alleen tuchtrechtelijk verantwoordelijk zijn voor hun eigen handelen.
De inhoudelijke beoordeling
5.2 Tijdens het mondeling vooronderzoek heeft klager zijn klacht als volgt nader
toegelicht. Klager verwijt de huisarts niet dat hij van de wachtlijst is afgehaald,
maar wel dat de huisarts niet heeft doorgepakt op 15 augustus 2023. De huisarts had
klager moeten doorverwijzen en er achteraan moeten blijven gaan tot hij geholpen zou
worden.
5.3 De huisarts heeft naar voren gebracht dat zij haar best heeft gedaan voor klager. Zij begrijpt zijn frustratie omdat zijn klachten al lang spelen. Zij heeft geen zicht op de wachtlijsten in het ziekenhuis en haar verantwoordelijkheid stopt op het moment dat er een (plastisch) chirurg in beeld is.
5.4 Het college oordeelt dat de huisarts adequaat heeft gehandeld door meteen contact op te nemen met het ziekenhuis toen er onduidelijkheid bestond over de plaats van klager op de wachtlijst. De huisarts heeft vervolgens in gang gezet dat in het ziekenhuis zou worden uitgezocht waarom hij van de wachtlijst is gehaald, daartoe is een nieuwe poli-afspraak voor klager gemaakt op 1 september 2023. Uit het verslag van de plastisch chirurg van 26 oktober 2023 over die ziekenhuisafspraak van 1 september 2023, volgt dat klager op 26 oktober 2023 weer op de wachtlijst stond voor een operatie. Het college kan zich voorstellen dat het frustrerend is voor klager dat het lang duurt voordat hij geopereerd wordt en dat hij al lang met klachten loopt. Het is daarbij niet helpend dat er geen vast aanspreekpunt is voor klager en dat hij door veel verschillende (huis)artsen wordt gezien. Dit kan de huisarts echter niet persoonlijk verweten worden. De klacht zal daarom kennelijk ongegrond worden verklaard.
6. De beslissing
De klacht is kennelijk ongegrond.
Deze beslissing is gegeven op 20 december 2024 door P.M.E. Bernini, voorzitter,
L.W.M. Creemers, lid-jurist, G.J. Dogterom, I. Weenink en M.C. Wolfs-Smits, leden-beroepsgenoten,
bijgestaan door E.A. Weiland, secretaris.