ECLI:NL:TGZRAMS:2024:205 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6297
ECLI: | ECLI:NL:TGZRAMS:2024:205 |
---|---|
Datum uitspraak: | 18-10-2024 |
Datum publicatie: | 18-10-2024 |
Zaaknummer(s): | A2023/6297 |
Onderwerp: | Onvoldoende informatie |
Beslissingen: | Gegrond, waarschuwing |
Inhoudsindicatie: | Gegronde klacht tegen een tandarts en de oplegging van een waarschuwing. Deze klacht hangt nauw samen met de klacht met kenmerk A2023/6656, die klaagster in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige dochter tegen verweerster heeft ingediend. De klacht bestaat uit het verwijt dat verweerster niet tijdig het volledige medische dossier (inclusief röntgenfoto’s) aan klaagster heeft verstrekt. Verweerster wordt daarnaast verweten dat zij niet zorgvuldig is omgegaan met de aansprakelijkstelling door geen openheid van zaken te geven. Het college concludeert dat de verweerster is tekortgeschoten in de zorg naar klaagster. Klaagster en haar opvolgende tandarts hadden er belang bij om zo spoedig mogelijk te beschikken over het volledige dossier. Verweerster heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid. Dit geldt ook voor een zorgvuldige omgang met aansprakelijkstellingen. |
A2023/6297
Beslissing van 18 oktober 2024
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM
Beslissing van 18 oktober 2024 op de klacht van:
A,
wonende in B,
hierna te noemen: klaagster,
gemachtigde: mr. R. Schoemaker, werkzaam in Den Haag,
tegen
C,
tandarts,
werkzaam in B,
hierna te noemen: verweerster,
gemachtigde: mr. G.C. Haulussy, werkzaam in Rotterdam.
1. Waar gaat de zaak over?
1.1 Klaagster is bij verweerster onder behandeling geweest. Ze stelt dat de behandeling
onzorgvuldig is geweest en dat zij schade heeft geleden. Om haar stelling gedocumenteerd
te kunnen onderbouwen heeft ze bij herhaling om haar medisch dossier gevraagd. Pas
nadat klaagster een tuchtklacht heeft ingediend, heeft zij haar volledige dossier
ontvangen.
1.2 Namens klaagster is op 4 oktober 2023 een klacht ingediend bij het college. Deze klacht hangt nauw samen met de klacht met kenmerk A2023/6656, die klaagster in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van haar (ten tijde van de verweten gedragingen nog) minderjarige dochter tegen verweerster heeft ingediend. De klacht bestaat – samengevat – uit het verwijt dat verweerster niet tijdig het volledige medische dossier (inclusief röntgenfoto’s) aan klaagster heeft verstrekt. Verweerster wordt daarnaast verweten dat zij niet zorgvuldig is omgegaan met de aansprakelijkstelling door geen openheid van zaken te geven.
1.3 Het college komt tot het oordeel dat de klacht gegrond is en legt de maatregel van een waarschuwing op. Hierna vermeldt het college eerst hoe de procedure is verlopen. Daarna licht het college de beslissing toe.
2. De procedure
2.1 Het college heeft de volgende stukken ontvangen:
- het klaagschrift met de bijlage, ontvangen op 4 oktober 2023;
- een toelichting op het klaagschrift, ontvangen op 13 december 2023;
- het verweerschrift met de bijlagen, ontvangen op 12 januari 2024;
- het repliek van de kant van klaagster, ontvangen op 31 januari 2024;
- het dupliek van de kant van verweerster, ontvangen op 19 februari 2024;
- het proces-verbaal van het op 15 april 2024 gehouden mondeling vooronderzoek;
- de e-mail van de gemachtigde van verweerster, binnengekomen op 16 april 2024;
- het aanvullende klaagschrift met de bijlage, ontvangen op 22 mei 2024;
- de e-mails van de gemachtigde van klaagster, binnengekomen op 10 mei 2024,
13 juni 2024, 20 juni 2024 en 2 juli 2024.
2.2 De zaak is behandeld op de openbare zitting van 6 september 2024. De gemachtigde van klaagster is verschenen. Klaagster was afwezig met voorafgaand bericht van verhindering. Verweerster en haar gemachtigde zijn zonder bericht van verhindering niet verschenen. De gemachtigde van klaagster heeft zijn standpunt mondeling toegelicht aan de hand van een aan het college overhandigde pleitnotitie met bijlagen (twee e-mails).
3. Wat is er gebeurd?
Klaagster is onder behandeling geweest bij verweerster, waarbij sinds 2018 diverse
tandheelkundige behandelingen zijn uitgevoerd. Zo heeft klaagster, onder meer, twee
implantaten gekregen en er is een nieuwe bovenprothese geplaatst. Klaagster is niet
tevreden over de gang van zaken en het resultaat van de uitgevoerde behandelingen.
4. De klacht en de reactie van de tandarts
4.1 Volgens klaagster heeft verweerster onzorgvuldig gehandeld doordat zij er niet
op heeft toegezien dat aan haar het volledige medische dossier werd verstrekt. Klaagster
kon hierdoor haar klachten over de uitgevoerde behandeling niet aan de hand van haar
dossier onderbouwen.
4.2 Klaagster verwijt verweerster dat:
a) zij heeft nagelaten om het medisch dossier op haar verzoek “zo spoedig mogelijk”
als bedoeld in artikel 7:456 van het Burgerlijk Wetboek (BW) over te leggen;
b) zij niet zorgvuldig is omgegaan met de openheid en de behulpzaamheid bij de aansprakelijkheidsstelling.
4.3 Verweerster heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren.
4.4 Het college gaat hierna verder in op de standpunten van partijen.
De overwegingen van het college
5.1 De vraag is of verweerster de zorg heeft verleend die van haar verwacht mocht
worden. De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende tandarts.
Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor verweerster geldende beroepsnormen
en andere professionele standaarden. Bij de tuchtrechtelijke toetsing van professioneel
handelen gaat het er niet om of dat handelen beter had gekund, maar om het geven van
een antwoord op de vraag of de beroepsbeoefenaar bij het beroepsmatig handelen is
gebleven binnen de grenzen van een redelijk vakbekwame beroepsuitoefening. Daarbij
moet rekening worden gehouden met de stand van de wetenschap ten tijde van het klachtwaardig
geachte handelen en hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard
was aanvaard.
Klachtonderdeel a) verweerster heeft nagelaten om het volledige medische dossier van
klaagster (inclusief beeldmateriaal) tijdig over te dragen
5.2 Klaagster is sinds februari 2022 bezig om haar klachten over de bij haar uitgevoerde
behandelingen kenbaar te maken. Nadat het KNMT-bemiddelingstraject was mislukt, heeft
zij op 11 oktober 2022 de werkgever van verweerster aansprakelijk gesteld voor haar
schade als gevolg van de uitgevoerde behandelingen. Op dat moment heeft zij bij de
werkgever van verweerster ook een verzoek ingediend om haar volledige medische dossier
over te leggen. Op respectievelijk 21 november 2022, 18 januari 2023 en 30 januari
2023 heeft de gemachtigde van klaagster rappels gestuurd. Op 24 april 2023 heeft klaagster
verweerster persoonlijk aansprakelijk gesteld, waarbij zij opnieuw het verzoek heeft
gedaan om haar volledige medische dossier over te leggen. Op of omstreeks 15 mei 2023
is een medisch dossier toegezonden zonder röntgenbeelden. Na wederom diverse rappels,
onder meer aan de inmiddels ingeschakelde gemachtigde van verweerster, heeft klaagster
een tuchtklacht ingediend bij het college. Op 21 december 2023 zijn de röntgenfoto’s
uiteindelijk overgelegd.
5.3 Verweerster brengt naar voren dat zij pas bij deze zaak betrokken is geraakt nadat er een tuchtklacht tegen haar was ingediend. Zij heeft bij haar werkgever navraag gedaan en haar werd verteld dat de advocaat van haar werkgever het dossier van klaagster al op 17 mei 2023 had verzonden. Achteraf bleek dat als gevolg van interne miscommunicatie de gemaakte röntgenfoto’s niet waren meegestuurd. De foto’s zijn inderdaad pas op 21 december 2023 toegestuurd hetgeen verweerster zeer betreurt. Verweerster biedt haar verontschuldigingen aan voor de gang van zaken rondom de afgifte van het medisch dossier, maar wijst iedere medische aansprakelijkheid voor de gestelde onzorgvuldige behandeling(en) van de hand.
5.4 Het college overweegt dat kan worden vastgesteld dat het volledige medisch dossier (inclusief beeldmateriaal) pas op 21 december 2023 naar de gemachtigde van klaagster is gestuurd. Uit een door klaagster overgelegd stuk (hiervoor onder 5.2 genoemd) blijkt dat de gemachtigde van klaagster op 24 april 2023 aan verweerster heeft verzocht om het volledige medisch dossier te overleggen. Het college is van oordeel dat verweerster zich op dat moment ervan had moeten vergewissen dat de gevraagde gegevens volledig en zo spoedig mogelijk aan (de gemachtigde van) klaagster zouden worden verstrekt, zoals voorgeschreven in artikel 7:456 BW. Dat dit als gevolg van miscommunicatie binnen de praktijkorganisatie niet is gebeurd, ontslaat haar niet van haar eigen (tuchtrechtelijke) verantwoordelijkheid op dit punt. Dit klachtonderdeel slaagt.
Klachtonderdeel b) verweerster is niet zorgvuldig omgegaan met de openheid en de behulpzaamheid
bij de aansprakelijkstelling.
5.5 In het aanvullend klaagschrift heeft klaagster haar klacht uitgebreid. Klaagster
verwijt verweerster dat zij niet zorgvuldig is omgegaan met de aansprakelijkstelling
door klaagster. Het college heeft de gemachtigde van verweerster op respectievelijk
24 mei 2024, 11 en 19 juni 2024 nadrukkelijk uitgenodigd om schriftelijk te reageren
op dit klachtonderdeel, maar van de kant van verweerster is op dit punt geen reactie
ingediend. Het college overweegt dat volgens vaste rechtspraak van een hulpverlener
mag worden verwacht dat hij adequaat omgaat met aansprakelijkstellingen door patiënten.
Hieronder valt ook dat aansprakelijkstellingen worden doorgeleid naar beroepsaansprakelijkheidsverzekeraars.
Uit de stukken kan niet worden afgeleid dat verweerster dit heeft gedaan. Verweerster
is niet op de zitting verschenen en heeft ook schriftelijk geen verweer gevoerd op
dit verwijt. In zoverre heeft verweerster zich niet toetsbaar opgesteld. Dit brengt
met zich dat moet worden aangenomen dat verweerster de tegen haar ingediende aansprakelijkstelling
niet heeft doorgeleid naar haar beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar. Ook dit klachtonderdeel
is daarom gegrond.
Slotsom
5.6 Uit de overwegingen hiervoor volgt dat beide klachtonderdelen gegrond zijn.
Verweerster is tekortgeschoten in de zorg naar klaagster. Klaagster en haar opvolgende
tandarts hadden er belang bij om zo spoedig mogelijk te beschikken over het volledige
dossier. Verweerster heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid. Dit geldt ook voor
een zorgvuldige omgang met aansprakelijkstellingen. Het college gaat ervan uit dat
verweerster van deze zaak heeft geleerd. In dit geval past een zakelijke terechtwijzing,
namelijk een waarschuwing.
Publicatie
5.7 In het algemeen belang zal deze beslissing worden gepubliceerd. Dit algemeen belang is erin gelegen dat andere tandartsen mogelijk kunnen leren van wat hiervoor is overwogen. De publicatie zal plaatsvinden zonder vermelding van namen of andere tot personen of instanties herleidbare gegevens.
6. De beslissing
Het college:
- verklaart de klacht op beide onderdelen gegrond;
- legt verweerster de maatregel op van een waarschuwing;
- bepaalt dat deze beslissing, nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan het tijdschrift NT-Dentz.
Deze beslissing is gegeven door J.T.W. van Ravenstein, voorzitter, H.W.M.M. Rieter-van den Bergh, lid-jurist, R.C.M. van Gorp, J.W. Prakken en T.J.M. Hoppenreijs, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door F.J.E. van Geijn, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 18 oktober 2024.