ECLI:NL:TGZRAMS:2024:151 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6944

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2024:151
Datum uitspraak: 09-07-2024
Datum publicatie: 09-07-2024
Zaaknummer(s): A2024/6944
Onderwerp: Grensoverschrijdend gedrag
Beslissingen: Ongegrond/Afwijzing
Inhoudsindicatie: Ongegronde klacht tegen een fysiotherapeut. Klaagster is door de fysiotherapeut behandeld na een heupoperatie. De fysiotherapeut heeft klaagster drie keer thuis bezocht. Tijdens het laatste huisbezoek heeft de fysiotherapeut klaagster gemasseerd in verband met pijnklachten in de onderrug en spanning in het linker bovenbeen en de heupregio. Volgens klaagster heeft de fysiotherapeut daarbij haar shorts en string tot onderaan haar billen uitgetrokken en onnodig in de schaamstreek gemasseerd, zonder daarvoor toestemming te vragen. Ook verwijt zij hem herhaaldelijk dwingend te hebben aangeboden om haar thuis op te halen met zijn auto voor een bezoek aan de praktijk en dat hij te amicaal met haar is omgegaan. Het college komt tot het oordeel dat de fysiotherapeut niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Een massage van de heup- en liesstreek is op zichzelf een gebruikelijke fysiotherapeutische behandeling na een heupoperatie. Dat een massage op de blote huid plaatsvindt, is eveneens gebruikelijk. Vanwege de uiteenlopende verklaringen heeft het college niet kunnen vaststellen dat de fysiotherapeut de shorts en string van klaagster onnodig ver naar beneden heeft getrokken en/of dat hij onnodig dicht in de buurt van intieme delen van klaagster is gekomen. Ook de andere klachtonderdelen zijn ongegrond.

A2024/6944

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM

Beslissing van 9 juli 2024 op de klacht van:

A,
wonende in B, klaagster,

tegen

C,
fysiotherapeut, werkzaam in B,
verweerder, hierna ook: de fysiotherapeut.

1. Waar gaat de zaak over?
1.1   Klaagster is door de fysiotherapeut behandeld na een heupoperatie. De fysiotherapeut heeft 
klaagster drie keer thuis bezocht. Tijdens het laatste huisbezoek heeft de fysiotherapeut klaagster 
gemasseerd in verband met pijnklachten in de onderrug en spanning in het linker bovenbeen en de 
heupregio. Volgens klaagster heeft de fysiotherapeut daarbij haar shorts en string tot onderaan 
haar billen uitgetrokken en onnodig in de schaamstreek gemasseerd. Zij verwijt de fysiotherapeut in 
de kern dat hij geen toestemming heeft gevraagd om haar te ontkleden en aan te raken.

1.2   Het college komt tot het oordeel dat de fysiotherapeut niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft 
gehandeld. Hierna vermeldt het college eerst hoe de procedure is verlopen. Daarna licht het college 
de beslissing toe.

2. De procedure
2.1  Het college heeft de volgende stukken ontvangen:
-  het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 21 februari 2024;
-  het verweerschrift met de bijlagen;
-  het proces-verbaal van het op 1 mei 2024 gehouden mondelinge vooronderzoek, waarbij klaagster 
apart is gehoord, de fysiotherapeut was daarbij niet aanwezig;
-  het emailbericht van klaagster van 22 mei 2024.

2.2  De zaak is behandeld op de openbare zitting van 28 mei 2024. De fysiotherapeut is
verschenen. Klaagster was afwezig met bericht dat zij vanwege medische noodzaak niet aanwezig kon zijn. Zij vond het verder lastig om geconfronteerd te worden met de fysiotherapeut en wilde daarom ook niet digitaal aanwezig zijn. De fysiotherapeut heeft zijn standpunt mondeling toegelicht.

3. Wat is er gebeurd?
3.1   Klaagster (geboren in 1986) is door haar behandelend orthopeed doorverwezen naar de 
fysiotherapeut in verband met een aankomend revalidatietraject na een geplande heupoperatie 
(labrumreconstructie links).

3.2   Op 17 december 2022 vond voorafgaand aan de ingreep een intakegesprek plaats op de praktijk 
van de fysiotherapeut. Afgesproken werd dat de eerste behandelingen bij klaagster thuis zouden 
plaatsvinden. Omdat klaagster een laag gewicht had, heeft de fysiotherapeut haar voorgesteld aan de 
diëtiste van zijn praktijk, tevens zijn echtgenote. Daarbij bood hij aan om klaagster (na haar 
operatie) voor een diëtistisch intakeconsult met zijn auto naar de praktijk te brengen.

3.3  Klaagster is op 19 december 2022 geopereerd aan haar linker heup.

3.4   Daarna is op verzoek van de behandelend orthopeed de fysiotherapie gestart. De fysiotherapeut 
kwam op 2, 4 en 9 januari 2023 bij klaagster op huisbezoek. Op 9 januari 2023 heeft de 
fysiotherapeut klaagster gemasseerd, omdat zij pijn en stijfheid in de onderrug had. Ook was er nog 
veel spanning in het linker bovenbeen en de heupregio. Over deze behandeling noteerde de 
fysiotherapeut in het patiëntdossier (alle citaten voor zover van belang en letterlijk 
weergegeven):
“Hoofddoel: normaliseren van de mobiliteit en belastbaarheid van de linker heup v.w.b. 
                  ADL, werk of (aangepast) sporten binnen een periode van 4-6 mnd 
(S)ubjectief / bevindingen patiënt:  lichte verbetering klachtenbeeld
(P)lan van aanpak / uitgevoerde    massage, mobilisatie en stabilisatie van de linker behandeling:  
                  lumbogluteale en inguinale regio”

3.5   Op 12 januari 2023 heeft klaagster de fysiotherapeut een e-mailbericht gestuurd waarin zij 
schreef dat zij de behandeling vanwege persoonlijke redenen niet kon continueren en dat de 
revalidatiebegeleiding zou worden overgenomen door een andere fysiotherapeut. Daarna heeft de 
fysiotherapeut contact gehad met de nieuwe fysiotherapeut van klaagster en de behandeling 
overgedragen.

3.6   Op 9 maart 2023 stuurde klaagster de fysiotherapeut een WhatsApp bericht: “Beste C, ik zou 
graag willen verklaren waarom ik de behandeling heb gestopt. Tijdens de massage van mijn billen en 
heup voelde ik een spanningsveld dat ik niet goed kon duiden.
Omdat bij de vorige massage mijn shorts aanbleven, en je deze keer onder mijn shorts (mijn string 
meenemend) masseerde, en mijn shorts daarmee steeds wat verder uit deed zonder iets aan te geven, wist ik niet goed hoe dit te interpreteren. Ik zou graag open aan je willen vragen of er wat meer aan de hand was, een bepaalde spanning, zodat ik het kan afsluiten.”

De fysiotherapeut heeft diezelfde dag op het bericht van klaagster gereageerd: “Goedemiddag A, ik 
ben wel even geschrokken van jouw bericht dat je gisternacht gestuurd hebt. Voor zover ik mij kan 
herinneren heb ik jou inderdaad naast de oefeningen ook gemasseerd. En hierbij heb ik nooit een 
andere intentie gehad dan jou in het herstelproces vooruit te helpen. Het spijt mij zeer als dit op 
een andere manier geïnterpreteerd is. En ik vind het ook voor jou jammer dat je met dit gevoel al 
die weken gelopen hebt. Ik wens je een voorspoedig herstel toe en hoop dat ik je gerustgesteld 
heb.”

3.7   Op 15 maart 2023 stuurde de fysiotherapeut klaagster het volgende bericht: “Goedemiddag A, 
heeft mijn laatste bericht, waar ik geen verdere reactie op heb gekregen, je hopelijk 
gerustgesteld?”

3.8   Klaagster stuurde de fysiotherapeut op 15 april 2023 het volgende e-mailbericht: “In reactie 
op je sms bericht: ik heb er redelijk last van gehad. Dat verklaart ook waarom ik nu pas reageer, 
ik ben er op dat moment erg van geschrokken. Uiteraard was het sms bericht geruststellend, maar de 
situatie heeft wel een indruk op mij achtergelaten.
Herstellen van een heupoperatie is een vrij kwetsbare situatie, zo ook het ontvangen van jou als 
fysiotherapeut bij mij thuis. Daarbij komende dat de behandeling op mijn bed gebeurde. Vertrouwen 
was er wel, dat was opgebouwd door de eerste paar behandelingen. Je gaf telkens aan wat we gingen 
doen. Toen ik daarom aangaf dat mijn onderrug spieren vastzaten deed ik dat ook met vol vertrouwen.
Wat voor mij een beetje vreemd was, was dat je eerst over mijn trui masseerde. Dat leek mij 
onnodig. Hieruit maakte ik op dat je vrij voorzichtig was. Daarom verraste het me dat je na het 
masseren van mijn onderrug en bovenzijde van mijn bil, zonder het aan geven mijn shorts en string 
mee naar beneden trok. Op dat moment schrok ik, maar stelde ik mijzelf gerust dat het vast goed 
kwam. Toen je daarna mijn string en shorts nog verder naar beneden trok, waardoor mijn billen 
volledig zichtbaar hebben moeten zijn, raakte ik in paniek. Ik durfde niet meer te bewegen. Ik 
voelde me bevroren. Over dit moment ben ik erg verdrietig geweest.
Hierna vroeg je mij om op mijn zij te gaan liggen, waarna je mijn heup masseerde. Dit deed je 
wederom in mijn shorts en onder mijn string, waarbij je hand redelijk dicht bij mijn kruis kwam en 
dit deel van mijn lichaam ook zichtbaar heeft moeten zijn voor je.
Juist omdat het zo anders was dan andere keren (waarbij alles op mijn shorts gebeurde en je alles 
telkens aangaf), maar ook omdat je aanbood mij op je vrije dag naar de praktijk te brengen voor een 
dieet consult begon ik mij af te vragen of er niet meer aan de hand was.
In zo’n geval moet dit besproken worden.
Ik zou je in elk geval willen adviseren een volgende keer bij iemand thuis extra voorzichtig te 
zijn.”

3.9  Daarna heeft er geen contact meer plaatsgevonden tussen klaagster en de fysiotherapeut.

4. De klacht
4.1  Klaagster verwijt de fysiotherapeut dat hij zich grensoverschrijdend heeft gedragen, door:
1) geen toestemming te vragen voor het ontkleden en aanraken van klaagster tijdens het huisbezoek 
op 9 januari 2023 en daarbij onnodig de shorts en string van klaagster tot onderaan haar billen uit 
te trekken en klaagster onnodig en onaangekondigd te masseren op haar blote huid in de 
schaamstreek;
2) herhaaldelijk dwingend aan te bieden om klaagster (op zijn vrije dag) bij haar thuis op te halen 
met zijn auto voor een bezoek aan de praktijk;
3) te amicaal met haar om te gaan, opmerkingen over haar uiterlijk te maken en dwingend te vragen 
waarom klaagster geen reactie stuurde op zijn e-mailbericht met de vraag hoe het met klaagster 
ging.
Volgens klaagster heeft zij hier psychische klachten aan overgehouden.

4.2  Het college gaat hieronder verder in op de standpunten van partijen.

5. De overwegingen van het college
Welke criteria gelden bij de beoordeling?
5.1   De vraag is of de fysiotherapeut de zorg heeft verleend die van hem verwacht mocht worden. De 
norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende fysiotherapeut. Bij de beoordeling 
wordt rekening gehouden met de voor de zorgverlener geldende beroepsnormen en andere professionele 
standaarden. Dat een zorgverlener beter anders had kunnen handelen is niet altijd genoeg voor een 
tuchtrechtelijk verwijt.

Klachtonderdeel 1) de behandeling van 9 januari 2023
5.2   De fysiotherapeut heeft toegelicht dat hij bij het eerste postoperatieve consult op 2 januari 
2023 met name aan klaagster heeft uitgelegd wat de behandeling zou inhouden en beogen, te weten 
massage, mobilisatie en stabilisatie van de linker lumbogluteale en inguinale regio (de bovenbeen, 
heup en liesstreek). Uit de verklaring van klaagster volgt dat zij wist wat de behandeling door de 
fysiotherapeut zou inhouden.

5.3   Het geschil gaat over de behandeling van 9 januari 2023. Klaagster en de fysiotherapeut 
hebben over deze behandeling verschillend verklaard. De fysiotherapeut heeft verklaard dat 
klaagster had gevraagd om een massage van haar onderrug. Ook klaagster heeft verklaard dat zij last 
had van haar onderrug en dat zij de fysiotherapeut heeft gevraagd of hij daarbij kon helpen. Om de 
onderrug van klaagster te kunnen masseren heeft hij de shorts en string van klaagster 
waarschijnlijk wat naar beneden gedaan, aldus de fysiotherapeut. De fysiotherapeut heeft betwist 
dat hij de shorts en string van klaagster tot onder haar billen naar beneden heeft getrokken, zoals 
klaagster heeft gesteld. Vanwege de uiteenlopende verklaringen heeft het college niet kunnen vaststellen dat de fysiotherapeut de shorts en string van klaagster onnodig ver naar beneden heeft getrokken. Het wat naar beneden doen van onderkleding kan voor een massage van de onderrug aangewezen zijn.
Dat de shorts en string van klaagster door de fysiotherapeut tijdens de derde behandeling zover 
naar beneden zijn getrokken dat de fysiotherapeut klaagster hierover had moeten informeren, is het 
college niet gebleken. Klaagster heeft verklaard dat in de (twee) eerdere sessies ook kleding moest 
worden verplaatst en dat zij op de hoogte was van de noodzaak daartoe.

5.4   Een massage van de heup- en liesstreek is op zichzelf een gebruikelijke fysiotherapeutische 
behandeling na een heupoperatie. Dat een massage op de blote huid plaatsvindt, is eveneens 
gebruikelijk. De fysiotherapeut heeft weersproken dat hij bij deze behandeling onnodig dicht in de 
buurt van intieme delen van klaagster is gekomen. De fysiotherapeut heeft ontkend 
grensoverschrijdend te hebben gehandeld en heeft toegelicht ook helemaal geen aandacht te hebben 
geacht voor intieme delen van klaagster; hij is uitsluitend gericht geweest op een juiste 
behandeling van de heup- en liesstreek van klaagster. Het college heeft geen aanknopingspunten om 
aan de verklaring van klaagster meer waarde toe te kennen dan aan de verklaring van de 
fysiotherapeut. Om die reden kan niet worden vastgesteld dat de fysiotherapeut klaagster onnodig 
dicht in de buurt van intieme delen heeft gemasseerd.

5.5  Klachtonderdeel 1 is ongegrond.

Klachtonderdeel 2) herhaaldelijk dwingend aanbieden klaagster met de auto op te halen
5.6   De fysiotherapeut heeft erkend dat hij heeft aangeboden om klaagster met zijn auto op te 
halen en naar zijn praktijk te brengen voor een bezoek aan zijn echtgenote, die als diëtiste is 
verbonden aan zijn praktijk. De fysiotherapeut heeft voorts verklaard dat hij dit aanbod mogelijk 
heeft herhaald. De fysiotherapeut had geconstateerd dat klaagster een lage body mass index had en 
heeft haar in overweging gegeven om door een diëtiste te worden geadviseerd. Ook klaagster heeft 
verklaard dat zij ondergewicht had, wat na de operatie was toegenomen. Het college is niet gebleken 
dat de fysiotherapeut met verkeerde intenties heeft aangeboden om klaagster met zijn auto op te 
halen en naar de praktijk te brengen voor een bezoek aan de diëtiste. Hoewel het brengen en halen 
van een patiënt(e) met eigen auto niet gebruikelijk is, heeft het college niet kunnen vaststellen 
dat de fysiotherapeut met dit (herhaalde) aanbod de norm van het respecteren van de persoonlijke 
levenssfeer van klaagster heeft overschreden. De fysiotherapeut heeft ter zitting duidelijk gemaakt 
dat hij dit aanbod uitsluitend deed om klaagster (die nog niet voldoende mobiel was) behulpzaam te 
zijn. Dat het (herhaalde) aanbod dwingend is geweest, heeft het college evenmin kunnen vaststellen. 
Klachtonderdeel 2 is eveneens ongegrond.

Klachtonderdeel 3) de (te amicale) omgang met klaagster
5.7   De fysiotherapeut heeft toegelicht dat hij meestal probeert om een (luchtig) gesprek met een 
patiënt(e) te voeren tijdens een behandeling. Dat hij te amicaal is geweest naar klaagster kan hij zich niet voorstellen, in ieder geval heeft hij nooit verkeerde intenties gehad met zijn opmerkingen of de met klaagster gevoerde gesprekken. De fysiotherapeut heeft ontkend dat hij klaagster op zaterdagavond een emailbericht heeft gestuurd en op maandag aan klaagster heeft gevraagd waarom zij niet had gereageerd. De fysiotherapeut heeft verklaard dat hij patiënten geen 
emailberichten stuurt op zaterdagavond.

5.8   Klaagster heeft het emailbericht waarop het klachtonderdeel betrekking heeft niet overgelegd. 
Het college heeft dan ook niet kunnen vaststellen dat dit emailbericht door de fysiotherapeut aan 
klaagster is verzonden en dat hij vervolgens zou hebben gevraagd waarom zij niet heeft gereageerd. 
Dat de fysiotherapeut tijdens de behandelingen van klaagster bij zijn opmerkingen richting 
klaagster of in gesprekken met klaagster een grens zou zijn overschreden, is het college evenmin 
gebleken. Het college merkt in dit kader meer in het algemeen op dat de behandeling ter zitting een 
beperkt beeld heeft opgeleverd van de communicatie tussen de fysiotherapeut en klaagster en de 
ervaringen van klaagster, nu klaagster niet op de zitting aanwezig was om haar klachten persoonlijk 
aan het college toe te lichten.

5.9  Ook klachtonderdeel 3 is ongegrond.

Slotsom
5.10  Uit de overwegingen hiervoor volgt dat alle onderdelen van de klacht ongegrond zijn.

6. De beslissing

Het college:
-  verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door W.A.H. Melissen, voorzitter, R.P. Wijne, lid-jurist,
M.J.F. Vuister, W. Langoor en S.E. Dekker, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door R.C. Kruit, 
secretaris,
en in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2024.