ECLI:NL:TGDKG:2024:71 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/753880 / DW RK 24/257 EV/SM

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2024:71
Datum uitspraak: 18-07-2024
Datum publicatie: 22-07-2024
Zaaknummer(s): C/13/753880 / DW RK 24/257 EV/SM
Onderwerp: BFT
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzoek tot verlenging schorsing ex artikel 38 lid 1 Gerechtsdeurwaarderswet.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 18 juli 2024 zoals bedoeld in artikel 38 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet in het verzoek met nummer C/13/753880 / DW RK 24/257 EV/SM ingesteld door:

BUREAU FINANCIEEL TOEZICHT (hierna: BFT),

gevestigd te Utrecht,

klaagster,

gemachtigde: mr. A. van den Brink en mr. J. Feikema,

tegen:

[   ]

en

[   ]

gerechtsdeurwaarders te [   ],

beklaagden.

1. Verloop van de procedure

Bij beslissing van 26 januari 2024 heeft de kamer de gerechtsdeurwaarders op grond van artikel 38 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet (hierna: Gdw) geschorst voor de duur van zes maanden. Bij brief van 11 juli 2024, met bijlage, en aanvullingen per e-mails van 15 en 16 juli 2024 heeft klaagster een verzoek tot verlenging van de schorsing ingediend en nader toegelicht.

2. De gronden van het schorsingsverzoek

2.1 Aan het verzoek tot verlenging van de schorsing heeft klaagster het volgende ten grondslag gelegd.

2.2 Bij beslissing van 26 januari 2024 heeft de kamer een voorlopige schorsing uitgesproken van zes maanden naar aanleiding van een verzoek ex artikel 38 lid 1 Gdw. Reden voor het verzoek was het vermoeden dat sprake was van een bewaringstekort dat niet werd aangezuiverd. Klaagster heeft het onderzoek naar dit mogelijke bewaringstekort inmiddels (recent) afgerond en zal een tuchtklacht indienen tegen beklaagden. Echter, gelet op de aanstaande vakantieperiode zal deze klacht niet voor 26 juli 2024 (c.q. datum einde voorlopige schorsing) kunnen worden indienen. Het streven is om dit op of rond 5 augustus 2024 te doen.

2.3 Omdat nog steeds sprake is van een bewaringstekort en de belangen van derden dientengevolge beschermt moeten worden, verzoekt klaagster de kamer om de schorsing van de gerechtsdeurwaarders te verlengen.

2.4 Klaagster heeft ter onderbouwing van haar bevinding een e-mail van 4 juli 2024 van de waarnemer bijgevoegd met de volgende inhoud:

Helaas is de toegang tot de administratie van het kantoor [   ] nog niet hersteld, van [   ] kreeg ik de toezegging dat dit omgaand wordt opgepakt.

In de tussentijd kan ik, met het inzicht dat in de afgelopen tijd al had in de administratie, bevestigen dat het bewaartekort nog immer in een ongeveer gelijke omvang bestaat. De enige baten zijn de betalingen die op de kwaliteitsrekeningen zijn ontvangen, er is geen storting gedaan ter dekking van het tekort.

4. De beoordeling van het verzoek

4.1 Op grond van het voorgaande bestaat er naar het oordeel van de kamer voldoende aanleiding om de verlenging van de schorsing aanstonds, dat wil zeggen zonder dat de gerechtsdeurwaarders nog gelegenheid krijgen voor een nadere (mondelinge of schriftelijke) reactie, toe te wijzen. Nog daargelaten de vraag of de wet voorschrijft dat de gerechtsdeurwaarders voorafgaande aan een beslissing tot verlenging nogmaals moeten worden gehoord, overweegt de kamer dat daar, gezien de ernst van de vermoedens, geen plaats voor is.

4.2 Derhalve wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verlengt de aan de gerechtsdeurwaarders [   ] en [   ] bij beslissing van 26 januari 2024 opgelegde schorsing vanaf 26 juli 2024 voor een periode van zes maanden, in afwachting van de beslissing op de door BFT ingediende klacht.

Aldus gegeven door mr. A.E. de Vos, plaatsvervangend-voorzitter, mr. S.N. Schipper en mr. J.M. Wisseborn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 juli 2024 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.