ECLI:NL:TGDKG:2024:31 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/741562 / DW RK 23/389 MdV/RH

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2024:31
Datum uitspraak: 29-03-2024
Datum publicatie: 10-05-2024
Zaaknummer(s): C/13/741562 / DW RK 23/389 MdV/RH
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Oorspronkelijke beslissing blijft in stand. Het kan de gerechtsdeurwaarder niet worden verweten dat klager niet heeft onderkend dat sprake was van twee vorderingen van de woningbouwvereniging. Klager heeft een vordering volledig betaald, maar wordt nu geconfronteerd met de andere vordering die nog openstaat. 

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 29 maart 2024 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 17 oktober 2023 met zaaknummer C/13/732292 / DW RK 23/123 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/741562 / DW RK 23/389 MdV/RH ingesteld door:

[..],

wonende te [..],

klager,

tegen:

[..],

gerechtsdeurwaarder te [..],

beklaagde.

Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 12 april 2023, heeft klager een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op  26 mei 2023, heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd.

Bij beslissing van 17 oktober 2023 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Aan klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 19 oktober 2023. Bij brief, ingekomen op 31 oktober 2023, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 8 maart 2023 alwaar klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 29 maart 2024.

1. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           bij vonnis van 21 januari 2015 is klager veroordeeld achterstallige huur te betalen en werd de huurovereenkomst met [..] ontbonden. Klager heeft de woning op 23 april 2015 ontruimd;

-           op 28 februari 2017 heeft de gerechtsdeurwaarder klager meegedeeld dat de herstelkosten € 5.888,53 (dossier 21516887) bedroegen en dat klager die binnen vijf dagen moest voldoen;

-           op 5 oktober 2017 heeft klager aan de gerechtsdeurwaarder -onder meer- verzocht de twee claims die de woningbouwvereniging op klager heeft samen te voegen teneinde extra rentepercentages te beperken;

-           op 5 oktober 2017 heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd;

-           op 9 oktober 2017 is een betalingsregeling getroffen in dossier 21418400 (achterstallige huur);

-           sinds 26 april 2018 is een betalingsregeling van € 100 van kracht in dossier 21418400;

-           De gerechtsdeurwaarder heeft medio 2021 dossier 21516887 gesloten op verzoek van [..], zonder dat betaling werd ontvangen;

-           op 26 juli 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder aan klager meegedeeld dat de vordering in dossier 21418400 was voldaan en het dossier was gesloten;

-           bij e-mail van 30 augustus 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder klager meegedeeld dat betreffende vordering geheel was betaald en dat het dossier begin van de maand was gesloten;

-           op 27 maart 2023 heeft gerechtsdeurwaarderskantoor [..] klager bericht dat mutatiekosten openstaan van € 5.049,45;

-           op 11 april 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder aan klager meegedeeld dat niet bevestigend is geantwoord op de vraag van klager om beide dossiers samen te voegen, en dat de betalingsregeling alleen bestond ten behoeve van de huurachterstand.                       

3. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich samengevat over het volgende.

Begin oktober 2017 is met de gerechtsdeurwaarder afgesproken dat alle vorderingen van [..] samen worden gevoegd in één dossier. Op 30 augustus 2022 heeft klager het bericht ontvangen dat de vordering volledig is betaald en het dossier werd gesloten. Op 27 maart 2023 heeft klager echter van gerechtsdeurwaarder [..] een vordering ontvangen van een nog openstaande schuld bij [..]. Volgens klager is sprake van misleiding of tenminste nalatigheid.

4. De beslissing van de voorzitter

4.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Klachten kunnen niet worden gericht tegen een gerechtsdeurwaarderskantoor of een medewerker van dat kantoor. In het verweer heeft bovengenoemde gerechtsdeurwaarder zich opgeworpen als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van de beslissing rekening gehouden. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.2 Klager verkeerde in de veronderstelling dat hij de gehele schuld aan woningbouwvereniging [..] had voldaan en beroept zich daarbij op een e-mail van 5 oktober 2017 van zijn hand en het antwoord daarop van de zijde van de gerechtsdeurwaarder eveneens op 5 oktober 2017. In artikel 37 lid 2 van de gerechtsdeurwaarderswet is het volgende bepaald: Indien de klacht wordt ingediend na verloop van drie jaren na de dag waarop de klager heeft kennisgenomen of redelijkerwijs kennis heeft kunnen nemen van het handelen of nalaten van de gerechtsdeurwaarder waarop de klacht betrekking heeft, wordt de klacht door de voorzitter niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing tot niet-ontvankelijkverklaring blijft achterwege indien de gevolgen van het handelen of nalaten redelijkerwijs pas nadien bekend zijn geworden. In dat geval verloopt de termijn voor het indienen van een klacht een jaar na de datum waarop de gevolgen redelijkerwijs als bekend geworden zijn aan te merken. Omdat klager op 27 maart 2023 werd geconfronteerd met de brief van gerechtsdeurwaarder [..] en aan wordt genomen dat met deze brief de gevolgen van de e-mail van 5 oktober 2017 van de zijde van de gerechtsdeurwaarder bekend werden kan de klacht in behandeling worden genomen.

4.3 Aan de orde is de vraag of klager ervan uit kon gaan dat de betalingsregeling voor twee vorderingen gold en dat de mededeling dat de vordering was voldaan ten behoeve van de twee vorderingen was. In de e-mail van 5 oktober 2017 van de gerechtsdeurwaarder wordt weliswaar gesteld dat akkoord wordt gegaan met het voorstel, maar omdat er staat dat het een periode van zes maanden betreft, had klager moeten concluderen dat het slechts een antwoord was op het voorstel dat klager had gedaan ten aanzien van een betalingsregeling. Klager heeft een brief van 9 oktober 2017 in het geding gebracht waarin de betalingsregeling wordt bevestigd en waarboven het dossiernummer 21418400 staat met de vermelding klantteam Huur. De andere vordering (herstelkosten) heeft een ander dossiernummer, namelijk 21516887, maar wordt eveneens behandeld door klantteam Huur. Hoewel nergens uit blijkt dat aan klager is meegedeeld dat er sprake is van twee dossiernummers en dat slechts in een dossier werd afgelost, had hij aan de hand van zijn betalingen van € 100 per maand vanaf april 2018 niet kunnen concluderen dat op 26 juli 2022 de vordering van € 5.888,53 (schadeherstel) en de vordering € 5.243,53 (achterstallige huur) totaal zou zijn betaald.

4.4 Met klager moet worden geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder niet heel erg duidelijk heeft gecommuniceerd dat alleen in het dossier van de huurachterstand werd afgelost. Klager heeft echter ten onrechte aangenomen dat de twee vorderingen tezamen zouden worden behandeld en dat op 26 juli 2022 de gehele vordering zou zijn voldaan. Dat bij klager de onterechte veronderstelling bestond dat de aflossing ten behoeve van beide vorderingen was, kan de gerechtsdeurwaarder niet worden aangerekend. Niet kan worden vastgesteld dat sprake is van misleiding of nalatigheid.

4.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als kennelijk ongegrond afgewezen.

5. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager het volgende aangevoerd.

5.1 Op 5 oktober 2017 heeft [..] meegedeeld dat zij akkoord gaan met klagers verzoek om de twee dossiers samen te voegen. Klager was echter gedurende drie jaar dakloos en was niet in staat dossiernummers of bedragen te controleren.

5.2 Op klagers initiatief heeft hij sinds hij een bijstandsuitkering ontvangt de aflossing verhoogd naar € 100 per maand.

5.3 Klager had in 2017 de keus om de schuldsanering in te gaan, waardoor hij in 2020 al schuldenvrij zou zijn geweest. Hij heeft echter gekozen voor de afbetaling van de twee dossiers, ondanks de langere looptijd omdat hij financiële zelfstandigheid noodzakelijk achtte. Daarom is het laakbaar dat klager noch van de gerechtsdeurwaarder, noch van [..] bericht heeft ontvangen over de sluiting van dossier 21516887.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Ten aanzien van verzetgronden wordt overwogen dat de beantwoording van klagers e-mail op 5 oktober 2017 door mevrouw [..] niet heel duidelijk is, zoals ook is overwogen in de oorspronkelijke beslissing. Op 9 oktober 2017 heeft de gerechtsdeurwaarder echter de regeling bevestigd in alleen dossier 21418400. Dat klager niet in staat was de dossiernummers te controleren, kan de gerechtsdeurwaarder niet worden verweten.

 6.2 De kamer concludeert dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf heeft toegepast. De gronden van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter leveren geen nieuwe gezichtspunten op die maken dat de kamer tot een andere beslissing komt. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

6.3 Ten overvloede overweegt de kamer dat de keuze van klager om de schuld aan [..] af te lossen in plaats van in de schuldsanering te gaan voor klager zeer onvoordelig uitpakt. Vastgesteld moet worden dat klager altijd betalingsbereid is gebleken en maandelijks € 100 heeft afgelost van zijn bijstandsuitkering. De kamer geeft klager in overweging een verzoek finale kwijting richting [..] in gang te zetten.

6.4 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. W.M. de Vries, voorzitter, mr. L. Voetelink en mr. O.J. Boeder, leden, uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 maart 2024, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.