ECLI:NL:TAHVD:2024:37 Hof van Discipline 's Gravenhage 220228
ECLI: | ECLI:NL:TAHVD:2024:37 |
---|---|
Datum uitspraak: | 02-02-2024 |
Datum publicatie: | 09-02-2024 |
Zaaknummer(s): | 220228 |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Overige (tussen)beslissingen |
Inhoudsindicatie: | Klacht over optreden van eigen advocaat in appelprocedure is door de raad grotendeels ongegrond verklaard. Alleen het klachtonderdeel, dat betrekking had op het te laat toesturen van de concept Memorie van Grieven en het ongewijzigd indienen van die memorie, is gegrond verklaard met waarschuwing. Het hoger beroep van klager tegen de ongegrond verklaarde klachtonderdelen faalt. Ambtshalve verhoogt het hof de aan verweerder opgelegde maatregel tot een berisping, zulks zonder proceskostenveroordeling in hoger beroep, omdat verweerder in de uitspraak van de raad had berust. |
HERSTELBESLISSING
van 2 februari 2024
in de zaak 220228
naar aanleiding van het hoger beroep van:
klager
tegen:
verweerder
1 DE BESLISSING WAARVAN HERSTEL
Het hof verwijst naar zijn beslissing van 12 januari 2024 met zaaknummer 220228. In deze beslissing heeft het hof de beslissing van 4 juli 2022 van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden (zaaknummer: 21-156/AL/MN) bekrachtigd. Deze beslissing is onder ECLI:NL:TAHVD:2024:8 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.
2 HET HERSTEL
Het hof stelt ambtshalve vast dat in het dictum van voormelde beslissing per abuis wordt vermeld dat de beslissing afkomstig is van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam. Ook zijn in het dictum het zaaknummer en de datum van de beslissing niet correct vermeld. Deze vergissingen moeten worden hersteld om misverstanden te voorkomen. Er is geen aanleiding om partijen hierover te horen.
3 BESLISSING
Het Hof van Discipline:
- herstelt de beslissing van 12 januari 2024 van het Hof van Discipline met zaaknummer 220228 in die zin dat het dictum luidt:
“- vernietigt de beslissing de beslissing van 4 juli 2022 van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden met zaaknummer 21-156/AL/MN, voor zover aan verweerder de maatregel van waarschuwing is opgelegd;
en doet opnieuw recht:
- legt aan verweerder de maatregel van berisping op;
- bekrachtigt de beslissing van de beslissing van 4 juli 2022 van de Raad van Discipline
in het ressort Arnhem-Leeuwarden met zaaknummer: 21-156/AL/MN voor het overige.”
Deze beslissing is gewezen door mr. J. Blokland, voorzitter, mrs. A.M. Koene, E.L.
Pasma,
P.J.G. van den Boom en V. Wolting, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo,
griffier, en in het openbaar uitgesproken op 2 februari 2024.
griffier
voorzitter
De beslissing is verzonden op 2 februari 2024.