ECLI:NL:TADRARL:2024:82 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-476/AL/MN

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2024:82
Datum uitspraak: 02-04-2024
Datum publicatie: 03-04-2024
Zaaknummer(s): 23-476/AL/MN
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Verzetzaak. De raad verklaart het verzet ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden
van 2 april 2024
in de zaak 23-476/AL/MN

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 25 september 2023 op de klacht van:

klager

over

verweerster
gemachtigde: mr. B

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1    Op 29 maart 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster.
1.2    Op 13 juli 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk Z 1860865/FM/SD van de deken ontvangen. 
1.3    Bij beslissing van 25 september 2023 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard Op 15 oktober 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. 
1.4    Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 22 januari 2024. Daarbij waren klager, verweerster en de gemachtigde van verweerster aanwezig. 
1.5    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift. 

2    VERZET
2.1    De gronden van het verzet zijn genoemd in het verzetschrift en op de zitting van de raad door klager toegelicht. 
2.2    Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op. 

3    FEITEN EN KLACHT
3.1    Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. 

4    BEOORDELING
4.1    Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2    De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard. Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren. 

BESLISSING

De raad van discipline:
-    verklaart het verzet ongegrond.


Aldus beslist door mr. O.P. van Tricht, voorzitter, mrs. P.Th. Mantel en A.W. Siebenga, leden, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op 2 april 2024.
  


Griffier    Voorzitter
 

Verzonden op : 2 april 2024