ECLI:NL:TADRARL:2024:311 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-175/AL/MN
ECLI: | ECLI:NL:TADRARL:2024:311 |
---|---|
Datum uitspraak: | 16-12-2024 |
Datum publicatie: | 20-12-2024 |
Zaaknummer(s): | 24-175/AL/MN |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Verzetbeslissing. De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen. In de voorzittersbeslissing is de juiste maatstaf toegepast en met alle relevantie feiten en omstandigheden is rekening gehouden. De beslissing is op de afzonderlijke klachtonderdelen door de voorzitter begrijpelijk gemotiveerd en de klacht is terecht en op de juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard. Verzet ongegrond. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden
van 16 december 2024
in de zaak 24-175/AL/MN
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 10 juni 2024 op de klacht van:
klager
over
verweerder
gemachtigde:
- Verloop van de procedure
1.1 Op 2 november 2023 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 7 maart 2024 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk Z 2277786/FB/S van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 10 juni 2024 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Op 16 juni 2024 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 28 oktober 2024 . Daarbij waren verweerder en zijn gemachtigde aanwezig. Klager heeft zich op 27 oktober 2024 per e-mail wegens verhindering afgemeld voor de zitting, maar daarbij vermeld dat de zaak doorgang kan vinden zonder zijn aanwezigheid.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift .
- VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
I. Hoewel de voorzitter de juiste beoordelingsmaatstaf heeft vermeld, is de toepassing daarvan twijfelachtig.
II. De beslissingen op de drie klachtonderdelen zijn niet correct gemotiveerd en er is niet op alle klachten afzonderlijk ingegaan, waardoor onduidelijk blijft welke feiten en omstandigheden aan de beslissing ten grondslag liggen.
III. Er zijn meerdere tegenstrijdigheden in het verweer van de tegenpartij waar onvoldoende op is gereageerd door de voorzitter.
2.2 Tegen de vaststaande feiten komt klager in verzet niet op.
- feiten en klacht
Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.
- BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Dat de voorzitter rekening houdt met alle relevante feiten en omstandigheden houdt ook in dat de voorzitter in de beslissing die feiten en omstandigheden noemt die doorslaggevend zijn voor zijn beslissing en niet op al hetgeen is aangedragen afzonderlijk ingaat als dat voor de beslissing niet relevant is. De voorzitter heeft de beslissing op de afzonderlijke klachtonderdelen begrijpelijk gemotiveerd en heeft de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. S.C. Hagedoorn , voorzitter, mrs. S.J. de Vries en W.W. Korteweg, leden, bijgestaan door mr. H.P.J. Meijerink als griffier en uitgesproken in het openbaar op 16 december 2024.
Verzonden op: 16 december 2024