ECLI:NL:TADRARL:2024:272 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-657/AL/GLD
ECLI: | ECLI:NL:TADRARL:2024:272 |
---|---|
Datum uitspraak: | 18-11-2024 |
Datum publicatie: | 19-11-2024 |
Zaaknummer(s): | 24-657/AL/GLD |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Voorzittersbeslissing |
Inhoudsindicatie: | Voorzittersbeslissing. Klacht over voormalig eigen advocaat. Verweerster heeft de zaak van klager zorgvuldig aangepakt. Verweerder heeft klager een realistische inschatting kunnen geven van de kans op een succesvolle zaak tegen de verkopers door de inschakeling van het deskundigenbureau en haar analyse van de zaak op grond van het rapport van de deskundige. Het feit dat klager niet tevreden is met het rapport van het deskundigenbureau en dat de conclusie van verweerster teleurstellend voor klager is, kan verweerster tuchtrechtelijk niet worden verweten. Klacht is kennelijk ongegrond. |
Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden
van 18 november 2024
in de zaak 24-657 /AL/GLD
naar aanleiding van de klacht van:
klager
over
verweerster
gemachtigde:
De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland (hierna: de deken) van 4 september 2024 met kenmerk K 24/26, door de raad digitaal ontvangen op dezelfde datum, en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 01 tot en met 07.
1. FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier, uit van de volgende feiten.
1.1 In mei 2022 hebben klager en zijn echtgenote een woning gekocht. Na de koop heeft klager diverse gebreken aan de woning geconstateerd. Daarover is een geschil ontstaan met de verkopers van de woning. Klager is in dit geschil bijgestaan door verweerster die door de rechtsbijstandverzekeraar van klager, Stichting Achmea Rechtsbijstand (hierna: Achmea), is ingeschakeld.
1.2 Op 16 februari 2023 heeft verweerster de verkopers namens klager aansprakelijk gesteld. De verkopers hebben de aansprakelijkheid afgewezen.
1.3 Op 22 maart 2023 heeft verweerster namens klager opdracht gegeven aan [BvB] (hierna: het deskundigenbureau) om de woning te onderzoeken en een rapportage te maken over de aanwezige gebreken aan de woning.
1.4 Begin mei 2023 heeft het onderzoek aan de woning plaatsgevonden. Daarbij waren klager, zijn echtgenote, de zoon van klager, de verkopers en de makelaar van de verkopers aanwezig.
1.5 Op 9 mei 2023 heeft klager aanvullende gegevens over de gebreken aan de woning aan de deskundige gemaild met verweerster in de cc.
1.6 Op 11 juli 2023 heeft klager het rapport van het deskundigenbureau ontvangen. De conclusie luidt dat er enkele gebreken aan de woning zijn, maar dat deze gebreken het normaal gebruik van de woning niet belemmeren.
Dezelfde dag heeft klager zijn reactie op het rapport naar verweerster gemaild. In deze e-mail heeft klager zijn onvrede geuit over het rapport en verschillende punten benoemd waarom het rapport volgens hem vreemd en oneerlijk zou zijn.
1.7 Op 25 juli 2023 heeft verweerster telefonisch contact met klager opgenomen. Dezelfde dag heeft verweerster per e-mail aan klager bevestigd wat zij met elkaar hebben besproken. Ook heeft verweerster in haar e-mail uitgelegd waarom een juridische procedure tegen de verkoper geen redelijke kans van slagen heeft. Verweerster heeft het volgende in haar e-mail geconcludeerd:
‘Conclusie
Alles overwegende kom ik tot de conclusie dat naar mijn oordeel geen sprake is van non-conformiteit. Ik zie om die reden onvoldoende kans van slagen om de verkopers met succes in een juridische procedure te betrekken. Ik kan me voorstellen dat deze conclusie voor u teleurstellend is. U gaf telefonisch reeds aan het niet eens te zijn met de bevindingen van de deskundige. U kunt er uiteraard voor kiezen een contra-expertise door een andere deskundige te laten uitvoeren. Achmea zal hiervoor echter – voor zover mij bekend – de kosten niet opnieuw vergoeden. U kunt dit zekerheidshalve nog met hen kortsluiten. Daarbij geldt dat de wederpartij bij dit onderzoek aanwezig is geweest en dit – omwille van de bewijswaarde – bij een eventuele contra-expertise ook zeer aan te bevelen is. Mocht een tweede expertise tot een ander oordeel leiden, dan zal er naar waarschijnlijkheid discussie ontstaan over de inhoud de beide rapporten, aangezien de wederpartij ervan op de hoogte is dat [BvB] ook onderzoek heeft gedaan.
Geschillenregeling
U gaf telefonisch reeds aan het niet eens te zijn met mijn beoordeling. Het staat u vrij een verzoek bij Achmea neer te leggen om de kans van slagen in uw zaak (opnieuw) te laten beoordelen door een onafhankelijke jurist of advocaat. U kunt hiervoor rechtstreeks contact opnemen met Achmea en mijn beoordeling meesturen. Zonder uw toestemming zal ik geen gegevens met Achmea delen. (…)”
1.8 Op 27 juli 2023 heeft klager op de conclusie van verweerster gereageerd. In dat kader heeft klager vermeld dat hij alsnog een nieuw onderzoek wil laten uitvoeren.
‘De basis van ons probleem is een rapport van [BvB] op uw suggestie, dat niet is gemaakt conform mijn vraag. Ik wil dat rapport op een voor mij bruikbare manier, dus zonder de opmerkingen over wat ik wel of niet had kunnen zien, of “wat normaal is". Geen doorhalingen e.d., een zuiver rapport als waarom ik heb gevraagd.
(…)
Hierbij heb ik nog steeds lang niet alle wezenlijke zaken besproken die we hadden moeten bespreken, en daarnaast is er nog voorgaande correspondentie waarin zaken staan die niet zijn onderzocht/nader besproken. Er is in mijn ogen nog steeds een kans dat u op uw zichtwijze terug kunt komen, waarbij een nieuwe versie van het rapport, zonder de afleidende opmerkingen wezenlijk is.’
1.9 Op 1 augustus 2023 heeft verweerster klager gemaild:
‘U geeft aan dat het rapport van [BvB] niet conform uw verzoek gemaakt is en dat u een zuiver technisch rapport had willen ontvangen. De vragen die aan [BvB] zijn gesteld zijn naar mijn oordeel de juiste vragen om aan een deskundige te stellen, dit heb ik voorafgaand aan de opdracht aan de deskundige reeds aan u toegelicht. Daarbij komt dat, ook in geval het rapport aangepast en beperkt wordt tot een zuiver technisch rapport, dit naar mijn oordeel niet tot een andere (juridische) conclusie zal leiden.
U bent het niet eens met het oordeel van de deskundige. Het staat u vrij een andere deskundige in te schakelen. Ik heb u gewezen op de haken en ogen hiervan en het kostenaspect. De inhoud van het rapport kan ik niet voor u veranderen. Voor een juridische beoordeling van de zaak dient in de eerste plaats te worden vastgesteld of er (technisch) sprake is van gebreken in de woning. Voor deze technische beoordeling ga ik uit van het deskundig oordeel van de bouwkundige. Vervolgens dient voor de door de deskundige vastgestelde gebreken te worden beoordeeld of deze het normaal gebruik van de woning in de weg staan. Dit is zowel een technische als een juridische beoordeling met de gezichtspunten uit de rechtspraak als uitgangspunt. De vastgestelde gebreken zijn naar mijn oordeel geen gebreken die het normaal gebruik van de woning in de weg staan.
(…)
U zou de deskundige kunnen vragen de rapportage dusdanig aan te passen zodat enkel de technische aspecten daarin staan opgenomen. Dit zal naar mijn oordeel voor de haalbaarheid van de zaak echter geen verschil maken. Indien u dit toch wenst, kan ik dit verzoek voor u bij de deskundige neerleggen. Ik hoor graag of ik hierin iets voor u kan betekenen.
Voor het overige blijft mijn oordeel over de juridische haalbaarheid van ze zaak onveranderd. Het spijt me u niet anders te kunnen berichten.’
1.10 Vervolgens heeft klager bij het kantoor van verweerster een klacht over verweerster ingediend. Op 11 september 2023 heeft de klachtenfunctionaris van het kantoor van verweerster, mr. [X], op de klacht van klager gereageerd en geconcludeerd dat de klacht van klager ongegrond is.
1.11 Op 18 december 2023 heeft verweerster het dossier van klager gesloten.
1.12 Op 1 januari 2024 heeft verweerster zich uit laten schrijven als advocaat.
1.13 Op 10 januari 2024 heeft klager mr. [X] gemaild dat hij drie nieuwe onderzoekspunten wil voorleggen aan het kantoor van verweerster. Daarbij heeft klager opgemerkt:
‘Van Achmea heb ik te horen gekregen de zaak met nieuwe informatie (drie nieuwe onderzoekspunten) weer aan kantoor […] voor te leggen. Ik denk daarbij dat iemand de zaak op zou moeten pakken die wel gemotiveerd is om mijn belangen te behartigen. Daarbij wil ik u ook vragen naar wie de juridische deken is waar uw kantoor onder valt.
(…)
Allemaal bevestigingen op het al bestaande lijstje van zaken waaruit blijkt dat de zgn. expert z’n werk helemaal niet heeft gedaan en alleen maar een vals, misleidend verhaaltje heeft opgezet. Waarbij kantoor […], in de persoon van [verweerster], ervoor heeft gekozen een liegende zgn. expert te vertrouwen en niet haar client.’
-
- Op 11 januari 2024 heeft mr. [X] klager gemaild dat het kantoor niet bereid is de zaak van klager verder te behandelen, omdat uit eerdere e-mails bleek dat klager geen vertrouwen had in de behandeling van de zaak door het kantoor.
1.15 Op 27 februari 2024 heeft klager bij de deken een klacht over verweerster ingediend.
2. KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerster dat zij de aan haar opgedragen opdracht niet zorgvuldig heeft uitgevoerd:
- verweerster heeft (al dan niet op eigen initiatief) steeds de belangen en zichtpunten van klager gebagatelliseerd;
- verweerster heeft het deskundigenbureau ingeschakeld dat niet deed wat het had beloofd te doen en verweerster heeft het misleidende rapport van het deskundigenbureau proberen goed te praten, ook nadat klager veelvuldig heeft aangegeven en uitgelegd dat dit rapport onjuist is;
- verweerster heeft nooit de moeite genomen zelf ter plaatse de zaak te beoordelen;
- verweerster suggereert juridische kaders die in het nadeel van klager werken, terwijl zij er ook voor had kunnen kiezen juridische kaders te gebruiken die in zijn voordeel zouden werken;
- verweerster heeft op klager de indruk gemaakt dat zij andere belangen dient dan die van klager.
2.2 De voorzitter zal hierna bij de beoordeling, waar nodig, op de stellingen en stukken van klager ingaan.
3. VERWEER
3.1 Namens verweerster voert mr. [X] verweer tegen de klacht en betwist dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. In dat verband voert mr. [X] aan dat de analyse of sprake is van een redelijke kans op succes hoort bij een zorgvuldige behandeling van de zaak. Daarbij merkt hij op dat de cliënt een reëel beeld moet krijgen van zijn zaak, mede omwille van de verhouding tussen de cliënt en zijn wederpartij en omwille van de verhouding tussen de cliënt en zijn verzekeraar. Volgens mr. [X] is verweerster ook op grond van de polisvoorwaarden verplicht om klager te wijzen op de haalbaarheid van de zaak.
Verder voert mr. [X] aan dat de juridische vraag was of er een redelijke kans op succes was om de verkopers van de woning aan te spreken op (onzichtbare) gebreken en dat daartoe een bouwkundige is ingeschakeld op kosten van Achmea. Het door deze deskundige uitgebrachte rapport was voor verweerster aanleiding om klager te berichten dat er geen redelijke kans op succes was.
3.2 De voorzitter zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.
4. BEOORDELING
Toetsingskader
4.1 De klacht gaat over de kwaliteit van de door verweerster verrichte werkzaamheden voor klager. De tuchtrechter heeft mede tot taak de kwaliteit van de dienstverlening te beoordelen als daarover wordt geklaagd. Bij deze beoordeling houdt de tuchtrechter rekening met de vrijheid die de advocaat heeft bij de wijze waarop zij een zaak behandelt en met keuzes waarvoor de advocaat bij de behandeling van de zaak kan komen te staan. Die vrijheid is niet onbeperkt, maar wordt begrensd door de eisen die aan de advocaat als opdrachtnemer in de uitvoering van die opdracht mogen worden gesteld. Die eisen houden in dat haar werk moet voldoen aan de professionele standaard binnen de beroepsgroep. Omdat binnen de beroepsgroep wat betreft de vaktechnische kwaliteit geen sprake is van breed gedragen, schriftelijk vastgelegde professionele standaarden, toetst de tuchtrechter of verweerster heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijke bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht.
Klacht is kennelijk ongegrond
4.2 De voorzitter is op grond van het klachtdossier van oordeel dat verweerster geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt van haar bijstand aan klager. Het behoort tot de taak van een advocaat om de proces- en financiële risico’s in een zaak duidelijk onder de aandacht van de cliënt te brengen en om de mogelijkheden voor de zaak van de cliënt met de cliënt te bespreken. Uit de overgelegde stukken blijkt dat verweerster in haar e-mail van 25 juli 2023 het procesrisico van een procedure tegen de verkopers duidelijk voor klager uiteen heeft gezet, dat zij klager heeft gewezen op de mogelijkheid van een contra-expertise door een andere deskundige en dat verweerster klager erop heeft gewezen dat Achmea de kosten voor een nieuw onderzoek niet opnieuw zal vergoeden. Ook nadat klager had aangegeven dat hij een nieuw onderzoek wil laten uitvoeren, heeft verweerster klager duidelijk gemaakt dat haar oordeel over de juridische haalbaarheid van een procedure tegen de verkopers niet verandert.
4.3 Het is de voorzitter niet gebleken dat verweerster de belangen en standpunten van klager heeft gebagatelliseerd of het rapport van de deskundige heeft geprobeerd goed te praten. Verweerster heeft de deskundige, in overleg met klager, juist ingeschakeld om een goed beeld te krijgen van de door klager geconstateerde gebreken aan de woning en om op grond daarvan de haalbaarheid van een procedure tegen de verkopers te kunnen inschatten. Het is daarbij niet van belang dat verweerster niet bij de woning is gaan kijken. Door de inschakeling van het deskundigenbureau en haar analyse van de zaak op grond van het rapport van de deskundige heeft verweerster de zaak zorgvuldig aangepakt en klager daarmee een realistische inschatting kunnen geven van de kans op een succesvolle zaak tegen de verkopers. Het feit dat klager niet tevreden is met het rapport van het deskundigenbureau en dat de conclusie van verweerster teleurstellend voor klager is, kan verweerster tuchtrechtelijk niet worden verweten. Verweerster heeft immers geen invloed gehad op de inhoud van het rapport en zij heeft op grond van dat rapport mogen concluderen dat van een redelijke kans op succes geen sprake is. Van het dienen van andere belangen dan die van klager is de voorzitter niet gebleken en daar bieden de overgelegde stukken ook geen aanknopingspunten voor.
4.4 Uit het vorenstaande volgt dat de voorzitter de klacht, met toepassing van artikel 46j lid 1 onder c Advocatenwet, kennelijk ongegrond zal verklaren.
BESLISSING
De voorzitter verklaart de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond.
Aldus beslist door mr. P.F.A. Bierbooms, plaatsvervangend voorzitter, bijgestaan door mr. A.E. van Oost als griffier en uitgesproken in het openbaar op 18 november 2024.
Griffier Voorzitter
Verzonden op : 18 november 2024