ECLI:NL:TADRARL:2024:217 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-296/AL/NN
ECLI: | ECLI:NL:TADRARL:2024:217 |
---|---|
Datum uitspraak: | 09-09-2024 |
Datum publicatie: | 09-09-2024 |
Zaaknummer(s): | 24-296/AL/NN |
Onderwerp: | Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. zijn medeadvocaten, subonderwerp: Regels die betrekking hebben op de juridische strijd |
Beslissingen: | Regulier |
Inhoudsindicatie: | Raadbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Het is verweerster niet aan te rekenen dat zij in opdracht van haar cliënte het standpunt van haar cliënte heeft verwoord. Integendeel, verweerster was zelf geen partij in de gemaakte afspraak en het stond verweerster als belangenbehartiger van haar cliënte niet vrij om tegen de instructie van haar cliënte in te handelen. Dit zou anders zijn als zij als advocaat daarmee zou handelen buiten de grenzen van wat is toegestaan, maar daarvan is geen sprake. Klacht ongegrond. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem Leeuwarden
van 9 september 2024
in de zaak 24-296/AL/NN
naar aanleiding van de klacht van:
klager
over
verweerster
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 17 november 2023 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Nederland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster.
1.2 Op 25 april 2024 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 2023 KNN148/2280663 van de deken ontvangen.
1.3 De klacht is behandeld op de zitting van de raad van 21 juni 2024. Daarbij was klager aanwezig. Verweerster is met kennisgeving niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.4 De raad heeft kennisgenomen van het in 1.2 genoemde klachtdossier.
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht gaat de raad, gelet op het klachtdossier en de op de zitting afgelegde verklaringen, uit van de volgende feiten.
2.1 Klager en zijn ex-echtgenote hebben een echtscheidingsprocedure gevoerd bij de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen. Onderdeel van deze procedure was de verdeling van de tussen partijen bestaande gemeenschap van goederen. De ex-echtgenote werd bijgestaan door verweerster.
2.2 De gemeenschap bestond onder meer uit een camper, waarvan de ex-echtgenote de sleutels in bezit had, en diverse banktegoeden en verzekeringsuitkeringen, die klager onder zich had.
2.3 Op 10 november 2023 heeft bij de rechtbank de mondelinge behandeling in de verdelingszaak plaatsgevonden. Ter zitting heeft de rechter meegedeeld dat de cliënte van verweerster de sleutels van de camper moest afgeven aan klager, zodat hij de camper kon verkopen en partijen daarna de opbrengst bij helfte konden delen. Partijen hebben toen afgesproken dat klager de sleutels van de camper op 17 november 2023 op het kantoor van verweerster kon ophalen.
2.4 Op 16 november 2023 heeft verweerster in een e-mail aan de advocaat van klager
het volgende geschreven:
“Cliënte gaat de sleutels van de camper afgeven nadat zij kennis genomen heeft van
de door de rechter te wijzen uitspraak. Tenzij uw cliënt de helft van de saldi van
de spaarrekeningen naar haar overmaakt.
Uw cliënt kan kiezen.
Graag hoor ik,”
2.5 Hoewel ter zitting was bepaald dat de beschikking in de verdelingszaak zou worden gegeven op 8 december 2023, heeft de rechtbank deze tweemaal aangehouden. De beschikking is uiteindelijk pas gegeven op 5 maart 2024.
2.6 Verweerster is sinds 29 december 2023 uitgeschreven als advocaat.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet door in strijd met de op de mondelinge behandeling van 10 november 2023 gemaakte afspraken te handelen en door een ongepaste toon in haar e-mail van 16 november 2023 aan te slaan.
Toelichting
Tegen de op de zitting gemaakte afspraken in heeft verweerster klager in haar e-mail
meegedeeld dat hij de sleutel van de camper niet kon komen ophalen. Het eenzijdige
besluit is niet gemotiveerd. Verweerster verschuilt zich achter haar cliënte, maar
het is in werkelijkheid verweerster die de beslissingen neemt. Verder is de toon van
de e-mail respectloos en komt de opmerking van verweerster dat de sleutels wél konden
worden afgegeven als klager de helft van de banksaldi aan haar cliënte zou overmaken,
neer op afpersing.
4 VERWEER
4.1 Verweerster heeft tegen de klacht verweer gevoerd. De raad zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.
5 BEOORDELING
Maatstaf
5.1 Allereerst stelt de raad vast dat het gaat om het handelen van de advocaat
van de wederpartij van klager. Volgens vaste jurisprudentie van het Hof van Discipline
komt aan een advocaat van de wederpartij van klager een grote mate van vrijheid toe
om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem, in overleg met
zijn cliënt, goeddunkt. Deze vrijheid is niet onbeperkt maar kan onder meer worden
ingeperkt als de advocaat a) zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij, b)
feiten poneert waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat ze in strijd met de
waarheid zijn dan wel c) (anderszins) bij de behartiging van de belangen van zijn
cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder redelijk
doel. De advocaat hoeft in het algemeen niet af te wegen of het voordeel dat hij voor
zijn cliënt wil bereiken met de middelen waarvan hij zich bedient, opweegt tegen het
nadeel dat hij daarmee aan de wederpartij toebrengt. Wel moet de advocaat zich onthouden
van middelen die op zichzelf beschouwd ongeoorloofd zijn of die, zonder dat zij tot
enig noemenswaardig voordeel van zijn cliënt strekken, onevenredig nadeel aan de wederpartij
toebrengen. De raad zal het optreden van verweerster aan de hand van deze maatstaf
beoordelen.
5.2 In familiekwesties geldt op deze maatstaf nog een aanvulling, namelijk dat de advocaat in familiekwesties in het algemeen moet waken voor onnodige polarisatie tussen de ex-echtelieden. Van een advocaat mag een bepaalde mate van terughoudendheid worden verwacht, omdat met name de belangen van kinderen een grote rol kunnen spelen.
5.3 Ten aanzien van het verwijt van klager dat verweerster in strijd met de ter zitting gemaakte afspraken heeft gehandeld, heeft verweerster aangevoerd dat weliswaar ter zitting was afgesproken dat klager de sleutels van de camper op haar kantoor zou kunnen ophalen, maar dat haar cliënte na afloop van de zitting zich heeft bedacht en eerst de schriftelijke uitspraak van de rechter wilde afwachten.
5.4 De raad is van oordeel dat het verweerster niet aan te rekenen is dat zij in opdracht van haar cliënte in haar e-mail aan de advocaat van klager dit standpunt van haar cliënte heeft verwoord. Integendeel, verweerster was zelf geen partij in de gemaakte afspraak en het stond verweerster als belangenbehartiger van haar cliënte niet vrij om tegen de instructie van haar cliënte in te handelen. Dit zou anders zijn als zij als advocaat daarmee zou handelen buiten de grenzen van wat is toegestaan, maar daarvan is geen sprake. Verder is het voor de raad in het geheel niet komen vast te staan dat verweerster haar eigen standpunt in plaats van dat van haar cliënte in de e-mail heeft verwoord, zoals door klager is gesteld.
5.5 Hoewel het begrijpelijk is dat het voor klager onverwacht en frustrerend was dat hij toch niet de sleutels van de camper kon ophalen en de toon van het e-mailbericht van verweerster empathischer had gekund, is de raad van oordeel dat verweerster geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt en dat de inhoud van haar e-mail van 16 november 2023 zeker niet als afpersing is aan te merken. Ook heeft zij de in familiekwesties vereiste terughoudendheid, zoals bedoeld onder 5.2, voldoende betracht. Nu verweerster binnen de ruime grenzen van de haar toekomende vrijheid als advocaat van de wederpartij is gebleven, zal de klacht ongegrond worden verklaard.
BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart de klacht ongegrond.
Aldus beslist door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mrs. M.M. Strengers, S.H.G. Swennen, H.J. Voors en S.J. de Vries, leden, bijgestaan door mr. W.E. Markus-Burger als griffier en uitgesproken in het openbaar op 9 september 2024.
Griffier Voorzitter
Verzonden op : 9 september 2024