ECLI:NL:TADRAMS:2024:207 Raad van Discipline Amsterdam 24-723/A/A 24-725/A/A
ECLI: | ECLI:NL:TADRAMS:2024:207 |
---|---|
Datum uitspraak: | 25-11-2024 |
Datum publicatie: | 29-11-2024 |
Zaaknummer(s): |
|
Onderwerp: | Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen |
Beslissingen: | Voorzittersbeslissing |
Inhoudsindicatie: | Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klachten over de advocaat wederpartij in een geschil over het duiden van een consulting agreement. Verweerster is bij de behartiging van de belangen van haar cliënte binnen de grenzen van het betamelijke gebleven. Ook van schending van gedragsregel 8 is geen sprake. Verder mocht verweerster bij haar verweer tegen de klachten de consulting agreement overleggen. Van verweerster kan in het kader van haar verdediging niet verwacht worden dat zij terughoudend omgaat met het overleggen van stukken. Daarbij rust bovendien zowel op de deken als op de tuchtrechter een beroepsgeheim. |
Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 25 november 2024
in de zaken 24-723/A/A en 24-725/A/A
naar aanleiding van de klacht van:
klager 1
klaagster 2
klaagster 3
over:
verweerster
De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brieven van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) van 8 oktober 2024 met kenmerken 2278102/JS/AS en 2253042/JS/AS, digitaal door de raad ontvangen op dezelfde datum, en van de op de beide inventarislijsten genoemde bijlagen 1 tot en met 4.
1 FEITEN
Voor de beoordeling van de klachten gaat de voorzitter, gelet op de klachtdossiers,
uit van de volgende feiten.
24-725/A/A
1.1 Klager 1 heeft via klaagster 3, waarvan klager 1 samen met klaagster 2 vennoot
is, op basis van een overeenkomst met het opschrift ‘consulting agreement’, opgesteld
24 december 2021, werkzaamheden verricht voor het bedrijf Axelera AL B.V. (hierna:
Axelera).
1.2 In juni 2022 heeft klager bij de afdeling HR van Axelera een klacht ingediend
over de werkcultuur binnen Axelera. Op 16 december 2022 heeft klager een e-mail gestuurd
aan Axelera, waarin hij heeft geschreven dat zijn team werd getarget en hij heeft
Axelera verzocht hiertegen op te treden. Daarna is klager van 17 december 2022 tot
en met 8 januari 2023 met vakantie gegaan. Op 9 januari 2023 heeft Axelera de samenwerking
met klager 1 beëindigd. In dat kader heeft Axelera klager 1 op 13 februari 2023 een
aanbevelingsbrief verstrekt waarin klager 1 wordt aangeduid als “employee”.
1.3 Vervolgens is tussen klager 1 en Axelera een geschil ontstaan over de kwalificatie
van de overeenkomst op basis waarvan klager 1 werkzaamheden heeft verricht voor Axelera
en de wijze van beëindiging daarvan door Axelera. De vraag die partijen verdeeld houdt
is of de consulting agreement kwalificeert als arbeidsovereenkomst of als overeenkomst
van opdracht. Volgens klager 1 is sprake is van een arbeidsovereenkomst en had Axelera
hem gelet daarop niet mogen ontslaan op de wijze waarop dat is gebeurd. Axelera is
daarentegen van mening dat de consulting agreement kwalificeert als overeenkomst van
opdracht en dat deze rechtsgeldig is opgezegd.
1.4 Klager 1 heeft zich tot mei 2023 laten bijstaan door een advocaat. Verweerster
staat Axelera als advocaat bij.
1.5 Bij e-mail van 6 juni 2023 heeft klager verweerster een e-mail gestuurd.
Bij e-mail van 12 juni 2023 heeft verweerster klager geantwoord dat zij op dat moment
met vakantie was. Op 17 en 19 juni 2023 heeft klager hierop nog twee e-mailberichten
aan verweerster gestuurd.
1.6 Bij e-mail van 21 juni 2023 heeft verweerster klager geschreven, voor zover
relevant:
“On behalf of Axelera I herewith respond to your previous e-mails. First of all
I would like to mention that Axelera regrets the tone of your e-mails. They come across
as threatening and angry, and above all it makes it unclear what you are looking for.
For the record, recording conversations without mentioning this upfront creates a
violation of the GDPR and is therefore not allowed.
Having that said, Axelera hopes that parties will find a more reasonable way of
communicating on this matter. On their side, it has always been the intention to separate
ways amicably. In that regard Axelera voluntarily paid you an additional monthly fee
upon your leave and provided a recommendation letter. Having that said, if at all
helpful, Axelera is still willing to discuss the offer as presented to you earlier
through your lawyer. In short this entails the following:
- Providing you positive references (in addition to the recommendation letter
that was already provided);
- (…);
- Axelera will motivate their employees not to make disparaging remarks on you;
- Payment of one monthly fee in addition to the compensation that was already
paid out (…).
Could you inform me whether this is something you wish to accept? If you do not
accept, then the proposal lapses and no rights can be derived from it.”
1.7 Bij e-mail van 10 juli 2023 heeft klager 1 uitvoerig gereageerd op deze e-mail
en haar daarbij onder meer als volgt verzocht:
“U neemt onmiddellijk initiatief om alle beledigingen, laster en eerroof te verhinderen.”
1.8 Verweerster heeft niet meer op deze e-mail gereageerd.
1.9 Op 24 juli 2023 heeft klager 1 bij de deken een klacht ingediend over verweerster.
Op 4 september 2023 heeft verweerster bij de deken haar verweer tegen deze klacht
ingediend. Als bijlage 1 bij haar verweer heeft verweerster de consulting agreement
overgelegd. Als bijlage 2 heeft zij een van klager 1 aan haar gericht e-mailbericht
van 10 juli 2023 overgelegd.
24-723/A/A
1.10 Op 5 november hebben klager 1, klaagsters 2 en klaagster 3 (hierna samen
ook: klagers) bij de deken een klacht ingediend. Deze klacht gaat over gedragingen
van verweerster tijdens het onderzoek van de deken naar de klacht met kenmerk 24-725/A/A.
2 KLACHT
2.1 De klachten houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk
verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet.
24-725/A/A
2.2 Klager 1 verwijt verweerster het volgende:
a) verweerster heeft stellingen ingenomen waarvan zij weet dat deze onjuist zijn;
b) verweerster heeft een minnelijke schikking onnodig vertraagd en bemoeilijkt
door te liegen en door beschuldigingen te uiten richting klager 1;
c) verweerster heeft niets gedaan richting haar cliënte (Axelera) tegen de negatieve
uitlatingen die over klager 1 zijn gedaan op onder meer het interne forum van Axelera;
verweerster heeft hieraan zelfs meegewerkt.
24-723/A/A
2.3 In deze klachtprocedure verwijten klagers verweerster dat zij tuchtrechtelijk
verwijtbaar heeft gehandeld door met haar verweer tegen de klacht van klager 1 in
de klachtprocedure met kenmerk 24-725/A/A de consulting agreement en klagers e-mail
van 10 juli 2023 mee te sturen.
3 VERWEER
3.1 Verweerster heeft tegen de klachten verweer gevoerd. De voorzitter zal hierna,
waar nodig, op het verweer ingaan.
4 BEOORDELING
4.1 Het algemene uitgangspunt is dat advocaten veel vrijheid hebben om te doen
wat in het belang van hun cliënt nodig is. Partijdigheid is niet zonder reden een
belangrijke kernwaarde voor advocaten (artikel 10a Advocatenwet). Toch is die vrijheid
niet onbeperkt. Advocaten mogen zich bijvoorbeeld niet onnodig kwetsend uitlaten over
de wederpartij. Ook mogen zij niet bewust onjuiste informatie geven. Tot slot hoeven
zij in het algemeen niet af te wegen of het voordeel dat zij voor hun cliënt willen
bereiken met de middelen waarvan zij zich bedienen, opweegt tegen het nadeel dat zij
daarmee aan de wederpartij toebrengen. Wel moeten zij zich onthouden van middelen
die op zichzelf beschouwd ongeoorloofd zijn of die, zonder dat zij tot noemenswaardig
voordeel van hun cliënt strekken, onevenredig nadeel aan de wederpartij toebrengen.
Advocaten dienen verder de belangen van hun cliënt te behartigen aan de hand van het
feitenmateriaal dat hun cliënt hen verschaft. In het algemeen mogen zij afgaan op
de juistheid daarvan en slechts in uitzonderingsgevallen zijn zij gehouden de juistheid
daarvan te verifiëren.
4.2 Verder neemt de voorzitter in aanmerking dat bij de beoordeling van een tegen
een advocaat ingediende klacht de tuchtrechter het aan de advocaat verweten handelen
of nalaten toetst aan de in artikel 46 Advocatenwet omschreven normen. Bij deze toetsing
is de tuchtrechter niet gebonden aan de gedragsregels, maar die regels kunnen, door
het open karakter van de wettelijke normen, daarbij wel van belang zijn.
24-725/A/A
Klachtonderdeel a)
4.3 Klager 1 stelt zich in dit klachtonderdeel op het standpunt dat verweerster
stellingen heeft ingenomen waarvan zij wist dat deze onjuist zijn (schending gedragsregel
8). Verweerster heeft ten onrechte beweerd dat het klagers wens was om op basis van
een overeenkomst van opdracht te werken. Dit is niet correct en verweerster kan dit
ook niet onderbouwen. Verweerster heeft daarnaast ten onrechte beweerd dat klager
heeft ingestemd met een opzegtermijn van 1 maand. Ook dit is incorrect en verweerster
heeft ook hiervoor geen enkel bewijs. Binnen Axelera zijn achter de rug van klager
om lasterlijke beweringen met betrekking tot de managementstijl van klager gedaan,
die pertinent onwaar zijn. Deze lasterlijke beweringen komen terug in de e-mails van
verweerster. Verweerster neemt deze beweringen voor waar aan, maar heeft hiervoor
geen bewijs. Volgens klager 1 is het duidelijk dat de consultant agreement een arbeidsovereenkomst
betreft. Dit blijkt uit de wet, de rechtspraak en uit de informatie op de website
van de Belastingdienst, die klager 1 aan verweerster heeft gestuurd. Desondanks neemt
verweerster het standpunt in dat sprake is van een overeenkomst van opdracht, terwijl
zij weet dat dit onjuist is, althans verweerster had dit moeten weten. In elk geval
was er voldoende aanleiding voor verweerster om te twijfelen aan de juistheid van
dit standpunt. Axelera heeft klager 1 nota bene zelf “employee” genoemd in haar aanbevelingsbrief
van 13 februari 2023.
4.4 De voorzitter overweegt het volgende. Gedragsregel 8 schrijft voor dat de
advocaat geen feitelijke informatie mag verstrekken waarvan hij weet, althans behoort
te weten dat die onjuist is. Uit het toetsingskader weergegeven onder r.o. 4.1 blijkt
echter dat de advocaat mag uitgaan van de juistheid van stellingen van zijn cliënt
tenzij de advocaat een reden ziet om daaraan te twijfelen.
4.5 Verweerster heeft aangevoerd dat haar cliënte, Axelera, haar had toegelicht
hoe de samenwerking met klager 1 tot stand was gekomen en waarom er gekozen is voor
een Consulting Agreement. Axelera had haar daarbij meegedeeld dat klager 1 deze vorm
van samenwerking prefereerde. Daarnaast had Axelera haar meegedeeld dat er gedurende
de samenwerking gesprekken zijn gevoerd met klager 1 over zijn managementstijl. Verweerster
mocht uitgaan van de juistheid van de informatie die haar cliënte haar heeft verstrekt.
Het is de voorzitter daarbij niet gebleken van een uitzonderingsgeval waarin verweerster
gehouden was de juistheid van deze informatie te verifiëren. Voor zover klager 1 heeft
gesteld dat verweerster zou liegen over het feit dat hij heeft ingestemd met een opzegtermijn
van één maand, volgt de voorzitter klager ook niet in dit betoog. Uit de door verweerster
overgelegde Consulting Agreement met handtekening van klager blijkt immers dat klager
wel degelijk heeft ingestemd met een opzegtermijn van één maand. Voor zover klager
1 verder heeft gesteld dat over de kwalificatie van de overeenkomst geen discussie
mogelijk is, overweegt de voorzitter dat dit raakt aan de inhoud van het onderliggende
geschil en daarmee buiten het bestek van de tuchtrechtelijke procedure valt. Daarbij
heeft overigens wel te gelden dat het verweerster vrijstaat om namens Axelera het
standpunt te verdedigen dat sprake is van een overeenkomst van opdracht. Dat dit standpunt
tegengesteld is aan het standpunt van klager 1 is inherent aan het geschil dat tussen
partijen speelt en betekent niet dat verweerster - tuchtrechtelijk - beticht kan worden
van het innemen van stellingen waarvan zij weet dat die onjuist zijn.
4.6 De voorzitter komt op grond van het voorgaande tot de slotsom dat verweerster
geen tuchtrechtelijk verwijt treft wegens schending van gedragsregel 8. Klachtonderdeel
a) is dan ook kennelijk ongegrond.
Klachtonderdeel b)
4.7 Klager 1 stelt zich op het standpunt dat verweerster het bereiken van een
minnelijke schikking onnodig heeft vertraagd. Verweerster was allereerst van 6 tot
19 juni 2023 niet bereikbaar wegens vakantie en heeft voor die periode geen waarnemer
aangesteld om het dossier tijdens haar afwezigheid over te nemen. Verder beantwoordde
verweerster geen e-mailberichten en telefoontjes van klager 1. Een kort bericht dat
een e-mail was ontvangen en besproken zou worden met cliënte had al voor meer duidelijkheid
gezorgd. Verweerster deed er echter meestal het zwijgen toe. Dat heeft een negatief
effect gehad op de relatie tussen klager 1 en Axelera. Klager heeft enkele forse e-mails
gestuurd die met diverse bewijzen zijn onderbouwd. Het voorstel dat verweerster per
e-mail van 21 juni 2023 heeft gestuurd is volgens klager onduidelijk. Op de laatste
e-mail van klager van 10 juli 2023 heeft verweerster helemaal niet meer gereageerd.
Verweerster heeft het bereiken van een minnelijke schikking ook bemoeilijkt door te
liegen en beschuldigingen te uiten richting klager. Klager wijst in dit verband op
de e-mail van verweerster van 21 juni 2023 waarin verweerster schrijft: "On behalf
of Axelera I herewith respond to your previous emails. First of all I would like to
mention that Axelera regrets the tone of your emails. They come across as threatening
and angry, and above all it makes it unclear what you are looking for. For the record,
recording conversations without mentioning this upfront creates a violation of the
GDPR and is therefore not allowed." Dit is niet een constructieve manier om een onderhandeling
te starten. De bewering dat klager niet duidelijk was, is een leugen. Klagers (voormalig)
advocaat heeft altijd duidelijk gemaakt wat klagers wens was. Volgens klager wilde
verweerster geen minnelijke regeling tot stand brengen, omdat een zaak financieel
veel interessanter is voor haar. Als advocaat zou verweerster een minnelijke schikking
moeten verkiezen boven haar eigen inkomsten.
4.8 Dit klachtonderdeel faalt eveneens. Als partijdige belangenbehartiger is
het verweersters taak om uitsluitend de belangen van Axelera te behartigen en in dat
kader een voor haar cliënte zo gunstig mogelijke schikking te bereiken. Verweerster
hoefde daarbij geen rekening te houden met de belangen en wensen van klager 1, zolang
deze niet onevenredig werden geschaad. Daarvan is de voorzitter niet gebleken. Dat
verweerster tijdens haar vakantie - op een kort bericht op 12 juni 2023 na - niet
heeft gereageerd op e-mails van klager 1 en geen waarnemer had aangewezen voor dit
dossier stond haar ten opzichte van klager 1 eveneens vrij. Ook stond het verweerster
vrij om niet meer op de e-mail van klager van 10 juli 2023 te reageren. Hiervoor is
verweerster geen verklaring aan klager 1 verschuldigd. Verder is het de voorzitter
niet gebleken dat de door verweerster gekozen aanpak is ingegeven door haar eigen
financiële belangen. De voorzitter komt op grond van deze omstandigheden tot de slotsom
dat verweerster bij de belangenbehartiging van Axelera binnen de grenzen van het betamelijke
is gebleven. Daarmee is klachtonderdeel b) eveneens kennelijk ongegrond.
Klachtonderdeel c)
4.9 Klager 1 licht toe dat hij in juni 2022 bij de afdeling HR van Axelera een
klacht heeft ingediend over de toxische werkcultuur binnen Axelera. Axelera beloofde
volgens klager 1 de zaak aan te pakken. Op een gegeven moment werd er een spotprent
op het interne forum van Axelera geplaatst om klager 1 en zijn team voor gek te zetten.
Axelera liet het begaan. Enkele weken later was het team van klager 1 het zat. Zij
vroegen klager 1 actie te ondernemen tegen het targeten van het team. Bij e-mail van
16 december 2022, de laatste dag voor zijn vakantie, heeft klager 1 bij Axelera gemeld
dat het team werd getarget en verzocht hiertegen op treden. Van 17 december 2022 tot
en met 8 januari 2023 was klager 1 met vakantie. Op 9 januari 2023 is klager 1 op
staande voet ontslagen, aldus klager 1. Volgens klager besloot Axelera hem tot symbool
te stellen. Hij was de klokkenluider die geofferd moest worden. Dit sterkte medewerkers
binnen Axelera om leugens en negatieve geruchten over klager 1 te verspreiden in de
sector waarin klager 1 werkzaam is. Volgens klager 1 maakt Axelera zich schuldig aan
belediging, laster en eerroof richting klager en wordt hiermee de goede naam van klager
1 geschaad. Verweerster weet hiervan en laat deze situatie voortduren. Zij neemt de
beweringen van Axelera zelfs voor waar aan en neemt deze over in haar e-mails. Verweerster
doet niets om haar cliënte te stoppen.
4.10 Het is de voorzitter op grond van het klachtdossier niet gebleken dat verweerster
heeft meegewerkt aan het plaatsen van uitlatingen op het interne forum van Axelera.
Verweerster heeft toereikend toegelicht dat zij geen toegang heeft tot het forum en
dat zij niet in de positie is om te bepalen wat er wel en niet op het forum van Axelera
wordt geplaatst. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen in dit opzicht is de voorzitter
niet gebleken. Daarmee is klachtonderdeel c) eveneens kennelijk ongegrond.
4.11 Op grond van het voorgaande zal de voorzitter de klacht met kenmerk 24-725/A/A
met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, daarom kennelijk ongegrond verklaren.
24-723/A/A
4.12 In deze klacht verwijten klagers verweerster dat zij met haar verweer in
de klachtzaak met kenmerk 24-725/A/A de volledige consulting agreement met bijlagen
met de deken heeft gedeeld. Klagers vinden dit disproportioneel, omdat verweerster
in haar verweer slechts verwijst naar één bepaling hieruit en zij derhalve had kunnen
volstaan met het delen van enkel die bepaling. Daarnaast vinden klagers het delen
van de consulting agreement onnodig. Het gaat immers in de klachtzaak niet om de onderliggende
zaak. Tot slot stellen klagers zich op het standpunt dat het verweerster niet was
toegestaan om de consulting agreement te delen. De consulting agreement bevat gevoelige
informatie over klaagster 3, zoals het adres, het fiscale nummer en financiële gegevens.
Klagers zouden nooit toestemming hebben gegeven om deze gegevens met de deken en de
tuchtrechter te delen. Volgens klagers verbieden de AVG (NL) en de GDPR (EU) het delen
van dergelijke informatie. Verweerster had de consulting agreement tenminste moeten
anonimiseren.
4.13 Klagers verwijten verweerster ook dat zij als bijlage 2 bij haar verweer
een e-mail van klager 1 heeft gedeeld die gevoelige informatie bevat. Ook hiervoor
geldt dat dit disproportioneel en onnodig was. Verweerster heeft slechts tweemaal
naar de e-mail verwezen. Deze e-mail zou volgens verweerster lastig te doorgronden
zijn. Hiermee heeft verweerster de deken en de tuchtrechter willen beïnvloeden. Verweerster
had geen toestemming om deze persoonlijke communicatie te delen. De personen die in
de e-mail genoemd worden hebben geen toestemming gegeven om dit buiten Axelera te
delen. Volgens klagers is de IT-omgeving van de deken per definitie onveilig. Niemand
weet of de gegevens niet ergens in de EU worden opgeslagen.
4.14 Naar het oordeel van de voorzitter slaagt deze klacht niet. Verweerster
heeft terecht aangevoerd dat zij een gerechtvaardigd belang had bij het overleggen
van de stukken om zich adequaat tegen de inhoud van de klacht (24-725/A/A) te kunnen
verweren. Van verweerster kan in het kader van haar verdediging niet verwacht worden
dat zij terughoudend omgaat met het overleggen van stukken. Daarbij rust bovendien
zowel op de deken als op de tuchtrechter een beroepsgeheim. Als de systemen van de
deken niet veilig zouden zijn, dan valt dit verweerster niet te verwijten. Van tuchtrechtelijk
verwijtbaar handelen is geen sprake. Ook deze klacht is daarmee kennelijk ongegrond.
BESLISSING
De voorzitter verklaart:
- de klacht in de zaak 24-725/A/A met toepassing van artikel 46j Advocatenwet,
kennelijk ongegrond;
- de klacht in de zaak 24-723/A/A met toepassing van artikel 46j Advocatenwet,
kennelijk ongegrond.
Aldus beslist door mr. W. Aardenburg, plaatsvervangend voorzitter, bijgestaan door mr. N. Borgers-Abu Ghazaleh als griffier en uitgesproken in het openbaar op 25 november 2024.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 25 november 2024