ECLI:NL:TNORARL:2023:3 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/407517 KL RK 22-101

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2023:3
Datum uitspraak: 13-01-2023
Datum publicatie: 02-02-2023
Zaaknummer(s): C/05/407517 KL RK 22-101
Onderwerp: Registergoed, subonderwerp: leveringsakte
Beslissingen: Klacht niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: De klacht is niet-ontvankelijk omdat de kandidaat-notaris niet betrokken was bij de akte van levering waarover de klacht is ingediend.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:        C/05/407517 / KL RK 22-101

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

[klaagster],

wonende te [woonplaats],

klaagster

tegen

mr. [kandidaat-notaris],

kandidaat-notaris te [vestigingsplaats].

Partijen worden hierna respectievelijk klaagster en de kandidaat-notaris genoemd.

1.         Het verloop van de procedure

1.1.      Het verloop van de procedure blijkt uit

  • de klacht, met bijlagen, van 4 augustus 2022;
  • aanvulling op de klacht, ingekomen op 11 augustus 2022;
  • het verweer van de kandidaat-notaris van 14 september 2022;
  • aanvulling op de klacht met bijlagen, ingekomen op 15 november 2022.

1.2.      De klachtzaak is ter zitting van 25 november 2022 behandeld, waarbij zijn verschenen klaagster enerzijds en de kandidaat-notaris anderzijds. Klaagster heeft spreekaantekeningen overgelegd en heeft deze voorgedragen.

2.         De feiten

2.1.      Klaagster was in gemeenschap van goederen gehuwd met wijlen de heer [naam Z]. [Z] is op 5 mei 2021 overleden.

2.2.      [Z] heeft op 12 en 22 augustus 2019 een bedrag van in totaal € 125.000 overgemaakt naar de kwaliteitsrekening van [kantoor kandidaat-notaris], gevestigd te [vestigingsplaats]. Dit bedrag is overgemaakt omdat [Z] dit geld leende aan kopers die een onroerende zaak kochten.

2.3.      De notaris voor wie de akte van levering is gepasseerd is mr. [notaris]. De notaris heeft in het kader van de onderzoeksplicht van de notaris naar de herkomst van gelden voor de aankoop van de onroerende zaak, de geldleningsovereenkomst opgevraagd bij de kopers. Aan haar is de geldleningsovereenkomst tussen kopers en [Z] overgelegd. De kandidaat-notaris was niet betrokken bij de akte van levering.

2.4.      Op 19 mei 2021 heeft klaagster contact opgenomen met het kantoor van de kandidaat-notaris omdat zij een kopie van de akte wilde hebben die [Z] bij het kantoor zou hebben getekend. De kandidaat-notaris heeft klaagster telefonisch gesproken, en op 21 mei 2021 aan klaagster bericht dat er geen akte bij hen bekend is waar [Z] partij bij was.

3.         De klacht en het verweer

3.1.      Klaagster verwijt de kandidaat-notaris dat zij bij het passeren van de akte van levering niet is nagegaan of [Z] gehuwd was. Als dat wel was gedaan, dan was de akte niet zonder haar toestemming gepasseerd.

3.2.      Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4.         De beoordeling

De norm

4.1.      Op grond van artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen. De tuchtrechter toetst of hun handelen of nalaten in strijd is met het bepaalde in de Wna en andere toepasselijke bepalingen. Ook kan de tuchtrechter toetsen of zij voldoende zorg in acht hebben genomen ten opzichte van de (rechts)personen voor wie zij optreden en of zij daarbij hebben gehandeld zoals een behoorlijk beroepsbeoefenaar behoort te doen.

De ontvankelijkheid

4.2.      Voordat een klacht inhoudelijk kan worden behandeld moet de kamer beoordelen of klaagster wel tegen de kandidaat-notaris een klacht kan indienen. In artikel 93 Wna is bepaald dat een klacht kan worden ingediend tegen de kandidaat-notaris voor het handelen dat door haar zelf is gedaan.

De klacht van klaagster is: dat bij het passeren van de akte van levering niet gecontroleerd is of [Z] gehuwd was.

De kamer stelt vast dat de kandidaat-notaris niet betrokken was bij de akte van levering en ook niet bij de geldleningsovereenkomst. De klacht kan daarom niet tegen de kandidaat-notaris worden ingesteld.

Dat het geld via de kwaliteitsrekening van het kantoor van de kandidaat-notaris is gegaan, betekent niet dat zij verantwoordelijk is voor de geldleningsovereenkomst.

4.3.      Dit betekent dat de klacht tegen de kandidaat-notaris niet-ontvankelijk is en de kamer geen inhoudelijk oordeel geeft over de klacht.

5.         De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

  • verklaart de klacht niet-ontvankelijk.

Deze beslissing is gegeven door mr. A.M.S. Kuipers, voorzitter, mr. J.P.W.H.T. Becks en mr. M.M.M. Oors, leden, en in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Gerwen, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 13 januari 2023.

De secretaris

 

De voorzitter

     
 

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.