ECLI:NL:TNORARL:2023:25 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/404343 / KL RK 22-59 C/05/404345 / KL RK 22-60

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2023:25
Datum uitspraak: 07-04-2023
Datum publicatie: 19-05-2023
Zaaknummer(s):
  • C/05/404343 / KL RK 22-59
  • C/05/404345 / KL RK 22-60
Onderwerp:
  • Personen- en Familierecht, subonderwerp: Echtscheiding/verdeling
  • Personen- en Familierecht, subonderwerp: huwelijkse voorwaarden
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Volgens vaste rechtspraak (ECL:NL:GHAMS:2015:2669) staat het de notaris in beginsel vrij om uitleg te geven van een door hem opgestelde akte. De daarbij in acht te nemen zorgvuldigheid brengt echter in geval van een akte huwelijkse voorwaarden met zich mee dat de notaris die uitleg niet eenzijdig aan één van beide partijen verstrekt zonder de andere partij van het verzoek om uitleg in kennis te hebben gesteld en in de gelegenheid te hebben gesteld daarop te reageren. De kamer is van oordeel dat de lijn van deze rechtspraak door de notaris in deze zaak naar behoren is gevolgd. Dit blijkt uit de overgelegde correspondentie. Uit deze correspondentie blijkt bovendien dat de notaris ondanks zijn weigering de akte alleen aan klager uit te leggen, wel bereid was met klager en zijn (ex-)echtgenote gezamenlijk in gesprek te gaan.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:         C/05/404343 / KL RK 22-59 en C/05/404345 KL RK 22-60

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

[K.],

gevestigd te […],

gemachtigde: mr. R.G.J.M. Onderdonck,

advocaat te Eindhoven,

tegen

1) [N.],

notaris te […],

2) [Nn.],

toegevoegd notaris te […],

gemachtigde: mr. J.D. Kraaikamp,

advocaat te Amsterdam.

Partijen worden hierna klager en de (toegevoegd) notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit

  • de klacht, met bijlagen, van 6 mei 2022
  • het verweer van de notaris van 4 augustus 2022

1.2 De klachtzaak is ter zitting van 6 maart 2023 behandeld, waarbij zijn verschenen klager, bijgestaan door mr. I.E.F.M. de la Haye, als waarnemer van zijn gemachtigde enerzijds en de notaris en toegevoegd notaris, bijgestaan door mr. N.A.M.E.C. Fanoy, advocaat te Amsterdam, als waarnemer van hun gemachtigde. De gemachtigde van de notaris en de toegevoegd notaris heeft een pleitnotitie overgelegd en deze voorgedragen.

2. De feiten

2.1 In het voorjaar hebben klager en zijn (toenmalige) echtgenote contact opgenomen met het kantoor van de (toegevoegd) notaris in verband met huwelijkse voorwaarden die zij wensten te laten opmaken. In februari 2018 heeft daarover een bespreking plaatsgevonden met de toegevoegd notaris. Van dit gesprek zijn aantekeningen gemaakt.

2.2 Op 23 februari 2018 heeft de toegevoegd notaris klager en zijn toenmalige echtgenote een ontwerp van de akte huwelijkse voorwaarden voorgelegd.

2.3 Op 27 februari 2018 heeft de notaris staande het huwelijk van klager en zijn (toenmalige) echtgenote, een akte huwelijkse voorwaarden (hierna: de akte) gepasseerd.

2.4 Bij de voorgenomen ontbinding van hun huwelijk is tussen klager en zijn (toenmalige) echtgenote een verschil van inzicht ontstaan over de (uitleg) van de akte, artikel 4 in het bijzonder.

2.5 Bij brief van 18 maart 2022 is namens klager aan de notaris gevraagd de betekenis van inhoud van de akte toe te lichten aan de hand van de bedoeling van partijen ten tijde van het opstellen van de akte en de daarbij gemaakte aantekeningen.

2.6 Bij brief van 14 april 2022 heeft de notaris laten weten dat de akte is gepasseerd door de toegevoegd notaris maar dat hij met het oog op zijn onpartijdigheid geen schriftelijke uitleg van de akte mag geven.

2.7 Bij brief van 15 april 2022 bericht de gemachtigde van klager de notaris dat hij het door hem/hen ingenomen standpunt onbegrijpelijk en de werkwijze van de notaris in strijd met de rechtszekerheid vindt.

2.8 In reactie op deze brief laat de notaris bij e-mail van 29 april 2022 onder meer weten:

“In uw eerste schrijven lees ik dat de vraag speelt hoe de huwelijkse voorwaarden uitgelegd moeten worden, kennelijk is er een meningsverschil tussen partijen over de uitleg hiervan. Kunt u mij de standpunten van beide partijen doen toekomen zodat ik meer duidelijkheid krijg over wat er precies onduidelijk is en waarom uitleg wordt gevraagd.”

2.9Bij e-mail van 15 juli 2022 laat de gemachtigde van de (toegevoegd) notaris aan de gemachtigde van klager onder meer weten “ (…) kan ik mij voorstellen dat het dienstig kan zijn om te onderzoeken of het [N. en Nn.] vrij staat om uitleg te geven over de betreffende akte, waarbij dat dus enkel mogelijk is indien dat in alle transparantie gebeurt en [ex-echtgenote van klager] daarmee instemt. Ik verneem graag of u die route wenst te bewandelen, zodat ik (althans de notaris) dat aan [ex-echtgenote van klager]  kan voorleggen. (…).

3. De klacht en het verweer

3.1 Klager verwijt de toegevoegd notaris dat hij met de huwelijkse voorwaarden van 27 februari 2018 een onduidelijke akte met innerlijk tegenstrijdige bepalingen heeft gepasseerd (klachtonderdeel 1). Het verwijt van klager aan het adres van de notaris is tweeledig. Klager stelt dat de notaris de akte van 27 februari 2018 onzorgvuldig want  zonder wilsovereenstemming tussen partijen heeft voorbereid (klachtonderdeel 2, sub a). Daarnaast verwijt klager de notaris dat hij in reactie op het verzoek van klager van 18 maart 2022 geen toelichting op de akte heeft willen verstrekken

(klachtonderdeel 2, sub b).

3.2 Op het verweer van de (toegevoegd) notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4. De beoordeling

Norm

4.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de (toegevoegd) notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Artikel 99 lid 21 Wna bepaalt dat een klacht slechts kan worden ingediend gedurende drie jaren na de dag waarop de tot klacht gerechtigde kennis heeft genomen van het handelen of nalaten van een notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris dat tot tuchtrechtelijke maatregelen aanleiding kan geven. Indien de klacht wordt ingediend na afloop van die drie jaren, wordt de klacht door de voorzitter niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing tot niet-ontvankelijkverklaring blijft achterwege als de gevolgen van het handelen of nalaten redelijkerwijs pas na afloop van de verjaringstermijn van drie jaren bekend zijn geworden. In dat geval verloopt de termijn voor het indienen van een klacht een jaar na de datum waarop de gevolgen redelijkerwijs als bekend geworden zijn aan te merken.

Toetsing

4.3 In de voorliggende zaak moeten naar het oordeel van de kamer klachtonderdeel 1) en klachtonderdeel 2) sub a met toepassing van artikel 99 lid 21 Wna niet-ontvankelijk worden verklaard. Deze klachtonderdelen zien namelijk op een akte van 27 februari 2018. Een klacht tegen de werkzaamheden die de notaris en de toegevoegd notaris daarvoor verricht hebben diende daarom binnen drie jaren na 27 februari 2018 te worden ingediend. De voorliggende klachtonderdelen zijn ruimschoots buiten die termijn ingediend. Daarbij is door klager niet gesteld om welke redenen een niet-ontvankelijk verklaring van deze klachtonderdelen achterwege zou dienen te blijven. De kamer ziet daarvoor in de aangevoerde feiten en omstandigheden ook ambtshalve geen aanleiding. Dit brengt mee dat deze klachtonderdelen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard en dus niet inhoudelijk door de kamer kunnen worden beoordeeld.

4.4 Klachtonderdeel 2) sub b ziet op de correspondentie tussen klager en de notaris vanaf

15 maart 2022 en komt als tijdig ingediend klachtonderdeel wel voor inhoudelijke beoordeling door de kamer in aanmerking. In dit verband wordt overwogen als volgt.

4.5 Klager verwijt de notaris dat hij klager aanvankelijk geen uitleg heeft willen geven van de akte van 27 februari 2018 en zijn destijds gemaakte aantekeningen niet heeft willen afgeven. Uiteindelijk is de gevraagde uitleg wel gegeven, echter deze heeft volgens klager veel te lang op zich laten wachten.

4.6 Voor wat betreft de aanvankelijke weigering van de notaris om klager de gevraagde uitleg en aantekeningen te verstrekken geldt het volgende. Volgens vaste rechtspraak[1] staat het de notaris in beginsel vrij om uitleg te geven van een door hem opgestelde akte. De daarbij in acht te nemen zorgvuldigheid brengt echter in geval van een akte huwelijkse voorwaarden met zich mee dat de notaris die uitleg niet eenzijdig aan één van beide partijen verstrekt zonder de andere partij van het verzoek om uitleg in kennis te hebben gesteld en in de gelegenheid te hebben gesteld daarop te reageren. De kamer is van oordeel dat de lijn van deze rechtspraak door de notaris in deze zaak naar behoren is gevolgd. Dit blijkt uit de brief van de notaris van 14 april 2022 (zie 2.6) en uit de e-mail van de notaris van 29 april 2022 (zie 2.8).

4.7 Uit deze correspondentie blijkt bovendien dat de notaris ondanks zijn weigering de akte alleen aan klager uit te leggen, wel bereid was met klager en zijn (ex-)echtgenote gezamenlijk in gesprek te gaan. Het initiatief daartoe lag vervolgens logischerwijs bij (de gemachtigde van) klager en zijn ex-echtgenote. De omstandigheid dat het daarna nog enige tijd gekost heeft voordat partijen met elkaar om tafel zaten, kan echter de notaris niet aangerekend worden. Klager, althans diens gemachtigde, hadden hierin zelf sneller moeten handelen indien zij eerder om tafel hadden willen zitten. Overigens is ter zitting komen vast te staan dat klager en zijn (ex-)echtgenote en hun advocaten in november 2022 in gesprek met de toegevoegd notaris alsnog een toelichting op de akte is verstrekt. De kamer is daarom al met al van oordeel dat dit onderdeel van de klacht ongegrond verklaard moet worden.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

- verklaart de klacht tegen toegevoegd notaris [Nn.] niet-ontvankelijk;

- verklaart de klacht tegen notaris [N.] deels niet ontvankelijk en deels ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. M.J.C. van Leeuwen, voorzitter, mr. A.E. Zweers, mr. H.R. Grievink, leden, en in tegenwoordigheid van mr. M.J. Derksen, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 7 april 2023.

De secretaris

 

De voorzitter

     
 

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.

     

[1] Zie ECL:NL:GHAMS:2015:2669