ECLI:NL:TNORARL:2023:17 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/410573 / KL RK 22-135

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2023:17
Datum uitspraak: 09-03-2023
Datum publicatie: 16-03-2023
Zaaknummer(s): C/05/410573 / KL RK 22-135
Onderwerp:
  • Personen- en Familierecht, subonderwerp: Testamenten
  • Personen- en Familierecht, subonderwerp: Nalatenschap
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Gelet op feitelijke toedracht in deze zaak voor notaris geen redenen om de wilsbekwaamheid van erflater te betwijfelen. Erflater voerde, ondanks het feit dat hij niet meer zelfstandig woonde, zelf zijn administratie en heeft zelf telefonisch contact opgenomen om een afspraak te maken voor een wijziging in zijn testament. Notaris heeft erflater voor het passeren van het testament twee maal onder vier ogen gesproken. De notaris heeft erflater daarbij gevraagd of hij medicijnen gebruikte die zijn verstandelijk vermogen zouden kunnen beïnvloeden en daarop heeft erflater ontkennend geantwoord. Erflater heeft tot twee maal toe duidelijk en vlot verwoord wat hij in zijn testament wilde wijzigen en waarom. In het daarop volgende gesprek de volgende dag heeft erflater de notaris onmiddellijk herkend toen de notaris de kamer van erflater binnenkwam. Duidelijk te kennen gegeven dat de volmacht aan klaagsters moet worden ingetrokken. Door de notaris onder verwijzing naar (niet overgelegde) aantekeningen geschetste beeld aannemelijk ook omdat deze beschrijving past in het beeld dat volgt uit het medisch dossier van de instelling over erflater.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:        C/05/410573 / KL RK 22-135

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

1. [K.],

wonende te […],

2. [Kk.],

wonende te […],

gemachtigde: mr. M.J.E.C. Camps,

advocaat te Enschede,

tegen

[N.],

notaris te […],

gemachtigde: mr. P.H. Kramer,

advocaat te Amsterdam.

Partijen worden hierna klaagsters en de notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit

  • de klacht, met bijlagen, bij de kamer ingekomen op 26 oktober 2022
  • het verweer van de notaris van 10 januari 2023

1.2 De klachtzaak is ter zitting van 13 februari 2023 behandeld. Daarbij zijn verschenen klaagster sub 1), bijgestaan door haar gemachtigde, die tevens optreedt voor klaagster sub 2), en de notaris, bijgestaan door zijn gemachtigde. De gemachtigden van klaagsters en van de notaris hebben beiden spreekaantekeningen overgelegd en voorgedragen.

2. De feiten

2.1 Op 31 oktober 2014 heeft de oom van klaagsters, hierna: erflater, bij testament, gepasseerd door de notaris, over zijn nalatenschap beschikt en zijn nichten, klaagsters, tot zijn erfgenamen benoemd.

2.2 Op 27 september 2021 heeft erflater de notaris telefonisch gevraagd hem te bezoeken in de instelling waar erflater op dat moment verbleef. De notaris heeft nog dezelfde dag met erflater in de instelling waar hij verbleef gesproken over een door hem gewenste wijziging in zijn testament en levenstestament.

2.3 Op 28 september 2021 is de notaris opnieuw bij erflater op bezoek geweest en heeft hij het gewijzigde testament en levenstestament gepasseerd.

2.4 Erflater is overleden op 1 oktober 2021.

3. De klacht en het verweer

3.1 Klaagsters verwijten de notaris onzorgvuldig handelen. De notaris had volgens hen in de gegeven omstandigheden, mede gelet op zijn zorgplicht voor klaagsters, zijn dienstverlening aan erflater moeten weigeren. Tegen de achtergrond van dit uitgangspunt hebben klaagsters de volgende klachtonderdelen geformuleerd:

1) De notaris wist dat klaagsters al jarenlang in alle voorgaande testamenten van erflater tot erfgenamen benoemd waren en ook jarenlang volmachten hadden van erflater. Daarom had de notaris moeten weigeren het testament van erflater (ten nadele van klaagsters) te wijzigen.

2) Ten onrechte heeft de notaris zijn ministerieplicht onthouden (de kamer begrijpt dat hier bedoeld wordt verleend) aan de wijziging van het testament van erflater, gelet op de gegeven omstandigheden van het geval.

3) De notaris heeft nagelaten een (huis)arts te raadplegen over de wils(on)bekwaamheid van erflater alvorens het testament te wijzigen.

4) Ten onrechte heeft de notaris bij het wijzigen van het testament geen rekening gehouden met het feit dat erflater in het kader van zijn palliatieve sedatie sterke medicatie kreeg toegediend.

5) Ten onrechte heeft de notaris het Stappenplan Wilsonbekwaamheid niet (afdoende) gevolgd.

6) Ten onrechte heeft de notaris klaagsters niet geïnformeerd over de wijziging van het testament.

7) Ten onrechte heeft de notaris het testament van 2014 ten behoeve van klaagsters niet geregistreerd in het testamentenregister. Hetzelfde geldt voor het testament van 28 september 2021.

Klaagsters verzoeken tot slot om de notaris te veroordelen in de proceskosten.

3.2 Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4. De beoordeling

4.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 De kamer is van oordeel dat de notaris in deze zaak geen tuchtrechtelijk verwijt te maken valt. Dit oordeel wordt hierna toegelicht. Daarbij worden de klachtonderdelen die klaagsters hebben aangevoerd gezamenlijk besproken.

4.3 Voorop staat dat het bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van een testateur aankomt op de eigen waarneming van de notaris en dat de notaris daarbij een redelijke mate van beoordelingsvrijheid toekomt. Pas wanneer er duidelijke redenen zijn voor twijfel aan de wilsbekwaamheid, moet de notaris deze nader onderzoeken. Het Stappenplan beoordeling wilsbekwaamheid van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) (hierna: het Stappenplan) geeft daarvoor een leidraad. De maatstaven die het Stappenplan geeft, spelen een rol in de beoordeling van de vraag of er duidelijke redenen voor twijfel aan de wilsbekwaamheid zijn geweest.

4.4 De kamer is van oordeel dat de notaris zich, gelet op hetgeen hij over de feitelijke toedracht omtrent de wijziging van het testament naar voren heeft gebracht, terecht op het standpunt stelt dat er in deze zaak geen redenen waren de wilsbekwaamheid van erflater te betwijfelen. De notaris heeft zich daarbij beroepen op de volgende omstandigheden.

4.5 Erflater voerde, ondanks het feit dat hij vanwege zijn longziekte niet meer zelfstandig woonde, zelf zijn administratie en heeft zelf telefonisch contact opgenomen met (het kantoor van) de notaris om een afspraak te maken voor een wijziging in zijn testament. Verder heeft de notaris erflater voor het passeren van het testament twee maal onder vier ogen gesproken. De notaris heeft erflater daarbij gevraagd of hij medicijnen gebruikte die zijn verstandelijk vermogen zouden kunnen beïnvloeden en daarop heeft erflater ontkennend geantwoord. Erflater heeft bovendien duidelijk en vlot verwoord wat hij in zijn testament wilde wijzigen en waarom. In het daarop volgende gesprek de volgende dag heeft erflater de notaris onmiddellijk herkend toen de notaris de kamer van erflater binnenkwam. Ook in het tweede gesprek met de notaris heeft erflater duidelijk in eigen woorden gezegd welke wijziging hij in zijn testament wilde en waarom. Daarbij heeft hij duidelijk te kennen gegeven dat de volmacht aan klaagsters moet worden ingetrokken.

4.6 De notaris heeft de gang van zaken naar eigen zeggen ook in aantekeningen vastgelegd. Deze aantekeningen maken geen onderdeel uit van de zittingstukken. De kamer is echter van oordeel dat aannemelijk is dat de gang van zaken zo is geweest, zoals de notaris die heeft geschetst. Ook omdat deze beschrijving past in het beeld dat volgt uit het medisch dossier dat vanaf 28 september 2021 door de instelling waar hij verbleef over erflater is bijgehouden.


4.7 Uit het voorgaande volgt dat de klachten van klaagsters geen doel (kunnen) treffen. Omdat er voor de notaris geen reden was om over de wilsbekwaamheid van erflater te twijfelen, kon het feit dat de door erflater gewenste wijziging ingrijpend was, voor de notaris geen grond vormen zijn dienstverlening te weigeren dan wel een arts te raadplegen. Uitstellen van de gevraagde dienstverlening was vanwege de medische toestand van erflater geen reële optie, terwijl het informeren van klaagsters over de wijziging van het testament vanwege de geheimhoudingsplicht van de notaris ook niet mogelijk was.

De klacht van klaagsters over het niet registreren van de (gewijzigde) testamenten tenslotte heeft de notaris gemotiveerd betwist en dat hebben klaagsters niet weersproken.

4.8 De kamer komt daarom tot de conclusie dat de klacht van klaagsters ongegrond moet worden verklaard. Voor veroordeling van de notaris tot betaling van de proceskosten van klaagsters is daarom geen aanleiding.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden:

- verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. M.L. Braaksma, voorzitter, mr. T.P. Hoekstra,

mr. H.J.T. Vos, mr. C.G. Zijerveld en mr. V. Oostra, leden, en in tegenwoordigheid van mr. M.J. Derksen, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 9 maart 2023.

De secretaris

 

De voorzitter

     
 

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.