ECLI:NL:TGZRZWO:2023:37 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5130

ECLI:	ECLI:NL:TGZRZWO:2023:37
Datum uitspraak:	07-02-2023
Datum publicatie:	10-02-2023
Zaaknummer(s):	Z2022/5130
Onderwerp:	Onheuse bejegening
Beslissingen:	Ongegrond, kennelijk ongegrond
Inhoudsindicatie:	Klaagsters moeder behoeft aansluitend op ziekenhuisopname zorg in een zorginstelling. Klager stelt dat de verpleegkundige die vanuit het ziekenhuis verantwoordelijk was voor het zoeken van een zorginstelling die op korte termijn plek had hem onheus heeft bejegend door te zeggen dat er een vervelende situatie zou ontstaan als zijn moeder de de aangeboden plek (die niet haar voorkeur had) zou weigeren. De voorzitter oordeelt dat verpleegkundige heeft uitgelegd hoe het systeem feitelijk werkt. Moeder kon niet in het ziekenhuis blijven. Dat klager zich daardoor onder druk gezet voelde, maakt de bejegening niet onheus. De klacht is “kennelijk ongegrond”. De klacht is “kennelijk niet-ontvankelijk” voor zover klager namens zijn moeder klaagt. Moeder heeft de klacht niet meegetekend en is wilsbekwaam.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

ZWOLLE

Voorzittersbeslissing van 7 februari 2023 naar aanleiding van de klacht van:

A ,

wonende te B,

klager,

tegen

C ,

verpleegkundige,

destijds werkzaam te D,

beklaagde,

gemachtigde de advocaat mr. C. Grondsma.  

1. KERN VAN DE ZAAK EN DE BESLISSING

1.1 

Klagers moeder behoeft aansluitend op ziekenhuisopname zorg in een zorginstelling. Klager stelt dat de verpleegkundige die vanuit het ziekenhuis verantwoordelijk was voor het zoeken van een zorginstelling die op korte termijn plek had hem onheus heeft bejegend door te zeggen dat er een vervelende situatie zou ontstaan als zijn moeder de de aangeboden plek (die niet haar voorkeur had) zou weigeren.

1.2

De voorzitter oordeelt dat verpleegkundige heeft uitgelegd hoe het systeem feitelijk werkt. Moeder kon niet in het ziekenhuis blijven. Dat klager zich daardoor onder druk gezet voelde, maakt de bejegening niet onheus. De klacht is “kennelijk ongegrond”. De klacht is “kennelijk niet-ontvankelijk” voor zover klager namens zijn moeder klaagt. Moeder heeft de klacht niet meegetekend en is wilsbekwaam.

2. DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:

• het klaagschrift, ontvangen op 16 november 2022;
• het verweerschrift, ontvangen op 11 januari 2023.
•  

3. UITLEG VAN DE BESLISSING 

3.1  De feiten

Klager is de zoon van E. E kon na opname in het ziekenhuis niet naar huis en had een zorgplek elders nodig. Klager was eerste contactpersoon. E was wilsbekwaam. De verpleegkundige werkte bij het “transferbureau” van het ziekenhuis en regelde aansluitende zorg.

3.2  De klacht

Klager stelt dat de verpleegkundige hem telefonisch benaderde met de mededeling dat er voor zijn moeder een tijdelijke plaats beschikbaar was in F te D. Omdat klager – gezien een eerdere ervaring - niet onder druk wilde beslissen, vroeg hij de verpleegkundige schriftelijk vast te leggen om welke instelling het ging, het soort plek, de zorgvraag en het antwoord van de instelling. Tevens wenste hij 24 uur bedenktijd. Volgens klager heeft de verpleegkundige hem vervolgens afgesnauwd. Zij heeft volgens klager gezegd dat er een heel vervelende situatie zou ontstaan als klager niet onmiddellijk akkoord zou gaan. Dit dreigement werd volgens klager later kracht bijgezet door de teamleider klinische geriatrie met de opmerking dat moeder in een taxi naar huis zou worden gezet als klager niet instemde. Op 2 oktober 2022 werd moeder zonder klagers toestemming naar F vervoerd. De door klager gevraagde gegevens heeft hij nooit gekregen.  

3.3  Het standpunt van beklaagde

De verpleegkundige beroept zich op de niet-ontvankelijkheid van klager voor zover deze namens zijn moeder klaagt. Moeder is wilsbekwaam en heeft de klacht niet meegetekend. Voor zover klager voor zichzelf klaagt, is de klacht volgens de verpleegkundige ongegrond. Voor de moeder van klager is op 10 oktober 2022 een indicatie bij G aangevraagd voor plaatsing in een zorgcentrum. Het transferbureau onderzoekt waar plaats is. Daarbij wordt rekening gehouden met de voorkeuren van de patiënt. Er kan niet in het ziekenhuis worden gewacht op een plaats in de instelling van de voorkeur. Wanneer de voorkeursinstelling geen plek heeft, wordt er gekeken naar een andere instelling en kan betrokkene op de wachtlijst komen voor de voorkeursinstelling. De moeder van klager had een voorkeur voor H, die een lange wachtlijst had. Op 7 oktober 2022 is zij daar op de wachtlijst geplaatst. Intussen is het transferbureau op zoek gegaan naar een andere plek. De moeder van klager was zelf akkoord met tijdelijke plaatsing in F. Zij is bij de overplaatsing begeleid door haar dochter en schoonzoon. De verpleegkundige bevestigt in grote lijn de beschrijving van het telefoongesprek zoals klager dat schetst. Zij heeft aangegeven dat wanneer de plek niet wordt geaccepteerd, de familie zelf een plek moet vinden. Langer blijven in het ziekenhuis is geen optie en er zal dan een vervelende situatie ontstaan. Tevens heeft zij gezegd dat de informatie telefonisch wordt verstrekt.

3.4  De overwegingen van de voorzitter

De voorzitter acht de klacht kennelijk niet-ontvankelijk voor zover deze klagers moeder betreft. Niet is gebleken dat moeder heeft ingestemd met de klacht of klager heeft gemachtigd namens haar te klagen.

Voor zover klager namens zichzelf klaagt, acht de voorzitter de klacht kennelijk (dat wil zeggen: reeds op grond van de stukken) ongegrond. De lezing van partijen over het verloop van het telefoongesprek komt grotendeels overeen. Het college kan daarin geen onheuse bejegening zien. De verpleegkundige heeft uitgelegd hoe het systeem feitelijk werkt en dat er een vervelende situatie zou onstaan wanneer de beschikbare (tijdelijke) plek niet zou worden geaccepteerd. De verpleegkundige heeft daarmee blijkbaar met nadruk duidelijkheid over de situatie willen schetsen, iets wat gezien de potentiële consequenties te volgen is. Dat klager zich daardoor onder druk gezet voelde, maakt de bejegening nog niet onheus. Dat de verpleegkundige niet wenste mee te gaan met de door klager gestelde condities (informatie op schrift en 24 uur bedenktijd) kan de verpleegkundige redelijkerwijs niet worden verweten. Het was aan klagers moeder om te beslissen en het is niet aan klager om eenzijdig condities te stellen. Dat zijn moeder zonder klagers instemming naar F is overgebracht, kan de verpleegkundige ook niet worden verweten, nu klagers toestemming daarvoor niet noodzakelijk was. Moeder was zelf immers akkoord gegaan.

4.     DE BESLISSING

De voorzitter:

• verklaart de klacht kennelijk niet-ontvankelijk voor zover klager namens zijn moeder klaagt;
• verklaart de klacht overigens kennelijk ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door P.A.H. Lemaire, voorzitter, bijgestaan door M.D. Moeke, secretaris.

secretaris                                                                                           voorzitter
 

Tegen deze beslissing kan in de volgende gevallen schriftelijk beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:
 

3. Heeft u de klacht ingediend? Dan kunt u alleen in beroep als u niet-ontvankelijk bent verklaard in de klacht of als de klacht (gedeeltelijk) ongegrond is verklaard. U kunt in dat laatste geval alleen tegen de afwijzing in beroep.

4. Is de klacht tegen u gericht? Dan kunt u altijd in beroep.

6. Ook de bevoegde hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid kan beroep instellen.

U moet het beroepschrift richten aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, maar opsturen naar de secretaris van het Regionale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle. Daar moet het zijn ontvangen binnen zes weken na de verzending van het afschrift van de beslissing waartegen u beroep instelt.
 

Als u beroep instelt, moet u € 50,- griffierecht betalen aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. U ontvangt hierover bericht van het Centraal Tuchtcollege. Als u in beroep helemaal of voor een deel in het gelijk wordt gesteld, dan wordt het griffierecht aan u terugbetaald.