ECLI:NL:TGZRZWO:2023:28 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/3819

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2023:28
Datum uitspraak: 06-01-2023
Datum publicatie: 19-01-2023
Zaaknummer(s): Z2022/3819
Onderwerp: Onvoldoende informatie
Beslissingen: Ongegrond, kennelijk ongegrond
Inhoudsindicatie: Klacht tegen psychiater. Verwijt dat beklaagde geen juiste informatie heeft gegeven over de afbouw van de medicatie zuclopentixol. Beklaagde weigert volgens klager een afbouwplan op te stellen. Verder had beklaagde moeten onderhandelen over de nuldosering.Het college merkt op dat een afbouwschema bij medicatie niet altijd van begin af aan nauwkeurig is aan te geven. Beklaagde was wekelijks aanspreekbaar voor klager. Het medicatiebeleid werd gemonitord en aangepast. Dat beklaagde niet wilde onderhandelen over de afbouw naar nul, valt hem niet tuchtrechtelijk te verwijten. De medicatie moet worden bepaald op basis van professionele inzichten. Klacht kennelijk ongegrond. 

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG ZWOLLE

Beslissing in raadkamer d.d. 6 januari 2023 naar aanleiding van de op 18 januari 2022 bij het regionaal tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van
 

A , te B,

k l a g e r

-tegen-

C , psychiater, (destijds) werkzaam te D,

bijgestaan door F, jurist bij G te B,

b e k l a a g d e

1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit het volgende:

- het klaagschrift;

- het verweerschrift met bijlage.

Partijen hebben afgezien van de mogelijkheid om gehoord te worden in het kader van het vooronderzoek.

2. DE FEITEN

Op grond van de stukken dient, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, van het volgende te worden uitgegaan.

Klager is sinds 24 mei 2018 met een rechterlijke machtiging of zorgmachtiging opgenomen in E te B. Sinds zijn opname is beklaagde de regiebehandelaar.

3. DE KLACHT

Klager verwijt beklaagde – zakelijk en samengevat weergegeven – dat hij geen of geen juiste informatie heeft gegeven over de afbouw van de medicatie. Beklaagde weigert volgens klager een afbouwplan op te stellen. Verder had beklaagde moeten onderhandelen over de nuldosering.

4. HET STANDPUNT VAN BEKLAAGDE

Beklaagde is het niet eens met de verwijten. Op 18 mei 2021 werd klagers depot-medicatie zuclopentixol 200 mg per twee weken herstart. Vanwege de hectiek op dat moment is er toen geen concrete termijn genoemd. Op 29 juni 2021 is het depot omgezet naar eenmaal per vier weken. Nadat hij was ingesteld is in overleg met de ouders en mentoren besloten de dosering van dat moment en de termijn van toediening tot januari 2022 te handhaven. Dit is klager ook verteld. Klager had bovendien wekelijks de mogelijkheid om met beklaagde te overleggen. Wat betreft de nuldosering merkt beklaagde op dat het gezien klagers voorgeschiedenis niet haalbaar lijkt deze naar nul af te bouwen.

5. DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE

Het college overweegt dat de verwijten niet terecht zijn. Het afbouwschema is bij medicatie zoals hier aan de orde is, niet altijd van begin af aan nauwkeurig duidelijk te maken. Wel staat vast dat beklaagde wekelijks aanspreekbaar was voor klager en dat het medicatiebeleid werd gemonitord en aangepast. Dat beklaagde klager onjuist heeft geïnformeerd, is niet gebleken. Dat beklaagde niet wilde onderhandelen over de afbouw naar nul, valt hem niet tuchtrechtelijk te verwijten. De medicatie moet worden bepaald op basis van professionele inzichten. Dit betekent dat beide klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn.  

6.    DE BESLISSING

Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
 

Aldus gegeven door P.A.H. Lemaire, voorzitter, J. Schuur en M.H. Braakman, leden-beroepsgenoten, in tegenwoordigheid van P. van der Stroom, secretaris.

                                                                                                                 voorzitter

                                                                                                                 secretaris

Tegen deze beslissing kan in de volgende gevallen schriftelijk beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:
 

a.         Heeft u de klacht ingediend? Dan kunt u in beroep als

- het college u of uw klacht geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard of

- als de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard.

Bij een gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring of een gedeeltelijke ongegrondverklaring kan uw beroep alleen betrekking hebben op dat deel van de beslissing.
 

b.         Is de klacht tegen u gericht? Dan kunt u altijd in beroep.

c.         Ook de inspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan beroep instellen.

U moet het beroepschrift richten aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, maar opsturen naar de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle. Daar moet het zijn ontvangen binnen zes weken nadat de beslissing aan u is verstuurd.

Als u beroep instelt, moet u € 50,- griffierecht betalen aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. U ontvangt hierover bericht. Als u geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, wordt het griffierecht aan u terugbetaald.