ECLI:NL:TGZRZWO:2023:109 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5351

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2023:109
Datum uitspraak: 12-05-2023
Datum publicatie: 22-05-2023
Zaaknummer(s): Z2022/5351
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen: Ongegrond, kennelijk ongegrond
Inhoudsindicatie: Voorzittersbeslissing. Klacht tegen arts die zorgverzekeraar adviseert. Klaagster is verzekerd bij de zorgverzekeraar. Omdat zij vreest dat medewerkers van de verzekeraar onbevoegd kennis nemen van haar medische gegevens, dient zij een verzoek om een rugoperatie in het buitenland te mogen ondergaan rechtstreeks bij de arts in op het adres van diens privé-praktijk, tevens privé-adres van de arts. Dit adres heeft zij op internet gevonden. De arts bericht klaagster dat zij haar aanvraag niet bij hem maar bij de verzekeraar moet indienen en dat hij de toegestuurde medische stukken zal vernietigen. Klaagster verwijt de arts dat hij de aanvraag had moeten beoordelen. Gezien zijn geheimhoudingsplicht had hij haar niet mogen verwijzen naar de verzekeraar. De voorzitter van het tuchtcollege oordeelt dat de arts geen verwijt treft. Verzekerden moeten hun aanvragen indienen op de wijze zoals de verzekeraar aangeeft. Dat vloeit voort uit de verzekeringsovereenkomst. De arts mocht naar de verzekeraar verwijzen en mocht vertrouwen op de regels die de verzekeraar hanteerde om verantwoord met medische gegevens van verzekerden om te gaan. Klacht kennelijk ongegrond.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG ZWOLLE

Voorzittersbeslissing

Beslissing d.d. 12 mei 2023 naar aanleiding van de op 13 februari 2023 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van

A , wonende te B,

k l a a g s t e r

-tegen-

C , arts, werkzaam te D,

gemachtigde: mr. S.C. van Kan,

v e r w e e r d e r.

1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit het volgende:

  • het klaagschrift, ontvangen op 13 februari 2023, met bijlagen;
  • het verweerschrift, ontvangen op 19 april 2023, met bijlagen.

2. DE KLACHT

Klaagster verwijt verweerder plichtsverzuim. Verweerder is werkzaam als medisch adviseur voor E, bij wie klaagster verzekerd is voor ziektekosten. Klaagster heeft aan verweerder op het adres van zijn privé-praktijk, ook zijn privé-adres, een aanvraag verstuurd voor een machtiging voor een rugoperatie in het buitenland. Verweerder heeft hierop geantwoord dat klaagster deze stukken niet bij hem moest indienen, maar bij E. De toegestuurde stukken zou hij vernietigen. Het plichtsverzuim bestaat er volgens klaagster in dat verweerder de aanvraag had moeten behandelen en de toegezonden stukken niet had mogen vernietigen. Verweerder heeft zijn beroepsgeheim geschonden door klaagster te verplichten de aanvraag met stukken naar E te sturen, waar niet-BIG-geregistreerde personen, die dus geen geheimhoudingsplicht in de zin van de Wet BIG hebben, de stukken in handen zouden krijgen. Klaagster heeft hiervan veel stress ondervonden.

3. HET VERWEER

Verweerder voert aan dat hij niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Verweerder is een van de medisch adviseurs van E. Klaagster heeft op internet het adres achterhaald van zijn eigen praktijk, ook privé-adres. Dat is niet de juiste adressering voor aanvragen bij een verzekeraar. De aanvraag had moeten worden gericht aan E, die daarover heeft te beslissen. E hanteert procedures om ervoor te zorgen dat medisch gevoelige informatie niet in verkeerde handen terechtkomt.

4. DE OVERWEGINGEN

Verweerder heeft nog aangevoerd dat de klacht niet-ontvankelijk is, nu het niet tot een medische beoordeling is gekomen. De voorzitter merkt daarover op dat dit verweer is gebaseerd op een te enge interpretatie van de toegang tot het tuchtrecht. De klacht gaat er immers onder meer om dat verweerder wel tot een beoordeling had behoren te komen en dit ten onrechte heeft nagelaten. De voorzitter acht de klacht dus wel ontvankelijk, maar kennelijk ongegrond, zoals hierna zal worden overwogen.

De voorzitter is met verweerder van oordeel dat verzoeken om vergoeding van een medische behandeling, waarover een zorgverzekeraar heeft te beslissen, door verzekerden, zoals klaagster, in beginsel volgens, in overeenstemming met de procedures van de verzekeraar moeten worden ingediend. Dat vloeit voort uit de verzekeringsovereenkomst tussen klaagster en E. Het is vervolgens aan de verzekeraar om – als medische gegevens in het geding zijn die moeten worden beoordeeld – deze op zorgvuldige wijze door te geleiden naar een van zijn medische adviseurs. Verweerder kan redelijkerwijs dus geen verwijt worden gemaakt dat hij de hem door klaagster rechtstreeks aan een eigen praktijk- en privé-adres van verweerder toegezonden gegevens niet in behandeling heeft genomen, de stukken heeft vernietigd en klaagster heeft bericht dat zij deze stukken bij de verzekeraar in moest dienen. Verweerder heeft zijn geheimhoudingsplicht niet geschonden, nu hij geen informatie met onbevoegden heeft gedeeld. Verweerder mocht bovendien aannemen dat E zorgvuldig met deze gegevens zou omgaan. Hij heeft niet klachtwaardig gehandeld door voor klaagster geen uitzondering op de procedure te maken. De klacht is kennelijk ongegrond.  

5. DE BESLISSING

De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

Aldus gedaan door P.A.H. Lemaire, voorzitter, in tegenwoordigheid van M. Moeke, secretaris.

                                                                                                                 voorzitter

            secretaris                                                                                                                  

Tegen deze beslissing kan in de volgende gevallen schriftelijk beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

a. Heeft u de klacht ingediend? Dan kunt u in beroep als

- het college u of uw klacht geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard of

- als de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard.

Bij een gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring of een gedeeltelijke ongegrondverklaring kan uw beroep alleen betrekking hebben op de klachtonderdelen waarop die beslissing betrekking heeft.

b. Is de klacht tegen u gericht? Dan kunt u altijd in beroep.

c. Ook de inspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan beroep instellen.

U moet het beroepschrift richten aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, maar opsturen naar de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle. Daar moet het zijn ontvangen binnen zes weken nadat de beslissing aan u is verstuurd.

Als u beroep instelt, moet u € 50,- griffierecht betalen aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. U ontvangt hierover bericht. Als u geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, wordt het griffierecht aan u terugbetaald.