ECLI:NL:TGZRZWO:2023:107 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5012

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2023:107
Datum uitspraak: 12-05-2023
Datum publicatie: 22-05-2023
Zaaknummer(s): Z2022/5012
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen: Ongegrond, kennelijk ongegrond
Inhoudsindicatie: Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat deze zonder klaagster te hebben gezien over haar heeft geoordeeld op basis van verklaringen van familieleden. De huisarts zou hebben geoordeeld dat klaagster aan een psychose zou leiden, als gevolg waarvan klaagster gedwongen opgenomen is geweest. De huisarts is werkzaam bij de praktijk waar klaagster ingeschreven is. Hij was echter afwezig toen het voorgaande speelde en heeft hier dus geen betrokkenheid bij gehad. De klacht is kennelijk ongegrond.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

ZWOLLE

Beslissing in raadkamer van 12 mei 2023 op de klacht van:

A,

wonende in B,

klaagster,

tegen

C,

huisarts,

destijds werkzaam in B,

verweerder, hierna ook: de huisarts,

gemachtigde: mr. V.C.A.A.V. Daniels, verbonden aan VvAA Rechtsbijstand te Utrecht,

1. De zaak in het kort
1.1       Klaagster verwijt de huisarts dat deze in 2022 zonder klaagster te hebben gezien een diagnose heeft gesteld. Dit heeft de huisarts gedaan op basis van verklaringen van onder meer familieleden van de klaagster. Klaagster is vervolgens gedwongen opgenomen op verdenking van een psychose. Klaagster vindt dat zij onrechtvaardig is behandeld nu er geen gegronde redenen waren voor deze gedwongen opname en de opname veel impact heeft gehad op haar leven.

1.2       Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. ‘Kennelijk’ betekent dat het niet nodig is om nog vragen aan de partijen te stellen en dat duidelijk is dat de klacht niet gegrond kan worden verklaard. Hierna licht het college toe hoe het tot deze beslissing is gekomen.
 

2. De procedure

1. Het college heeft de volgende stukken ontvangen:

  • het klaagschrift met één bijlage, ontvangen op 13 oktober 2022;
  • het aanvullende klaagschrift met bijlagen;
  • het verweerschrift.

2. De partijen hebben de gelegenheid gekregen om onder leiding van een secretaris van het college in gesprek te gaan (mondeling vooronderzoek). Daarvan hebben zij geen gebruik gemaakt.
 

3. Het college heeft de klacht in raadkamer behandeld. Dit betekent dat het college de zaak beoordeeld heeft op basis van de stukken, zonder dat de partijen daarbij aanwezig waren. 
 

3. De feiten

3.1       De huisarts is werkzaam bij een huisartsenpraktijk waar klaagster is of was ingeschreven.

3.2       Op 31 mei 2022 en 1 juni 2022 hebben familieleden van klaagster contact gehad met een collega-huisarts van de praktijk. De familieleden uitten grote zorgen over klaagster, aangezien klaagster volgens hen verward gedrag vertoonde en achterdochtige ideeën had. Uiteindelijk, nadat klaagster ook zorgwekkende berichten online had gepost, heeft de collega-huisarts de GGZ-crisisdienst ingeschakeld vanwege het vermoeden dat bij klaagster een acute psychotische ontregeling speelde. Klaagster is vervolgens nader beoordeeld wat heeft geleid tot een tijdelijke gedwongen opname.

4. De klacht en de reactie van de huisarts

4.1       Klaagster verwijt de huisarts dat zij heeft geconstateerd dat klaagster vermoedelijk psychotisch was zonder dat hij klaagster zelf heeft gezien.

4.2       De huisarts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren.
 

4.3       Het college gaat hieronder verder in op de standpunten van partijen.

5. De overwegingen van het college

5.1       Uit het voorgaande blijkt dat de huisarts niet degene is geweest die ‘op afstand een diagnose heeft gesteld’. Dat heeft een collega van hem gedaan. De hier aangeklaagde huisarts is hier niet bij betrokken geweest. Nu de huisarts geen betrokkenheid heeft gehad bij het handelen waarop de klacht ziet, faalt de klacht tegen hem.

Slotsom

5.2       Gelet op het voorgaande zal de klacht kennelijk ongegrond worden verklaard.

6. De beslissing

De klacht is kennelijk ongegrond.
 

Deze beslissing is gegeven door J. Sap, voorzitter, H. Donkers en B.R. Schudel, leden-beroepsgenoten, in tegenwoordigheid van L.C. Commandeur, secretaris.

secretaris                                                                                           voorzitter


 


Tegen deze beslissing kan in de volgende gevallen schriftelijk beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

3. Heeft u de klacht ingediend? Dan kunt u in beroep als

  • het college u of uw klacht geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard, of
  • als de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard.

Bij een gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring of een gedeeltelijke ongegrondverklaring kan uw beroep alleen betrekking hebben op dat deel van de beslissing.

2. Is de klacht tegen u gericht? Dan kunt u altijd in beroep.

3. Ook de inspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan beroep instellen.


U moet het beroepschrift richten aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, maar opsturen naar de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle. Daar moet het zijn ontvangen binnen zes weken nadat de beslissing aan u is verstuurd.
 

Als u beroep instelt, moet u € 50,- griffierecht betalen aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. U ontvangt hierover bericht. Als u geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, wordt het griffierecht aan u terugbetaald.