ECLI:NL:TGZRAMS:2023:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4767
ECLI: | ECLI:NL:TGZRAMS:2023:81 |
---|---|
Datum uitspraak: | 28-03-2023 |
Datum publicatie: | 28-03-2023 |
Zaaknummer(s): | A2022/4767 |
Onderwerp: | Onvoldoende informatie |
Beslissingen: | Ongegrond/afwijzing |
Inhoudsindicatie: | Ongegronde klacht tegen een plastisch chirurg. De plastisch chirurg heeft een bovenooglidcorrectie verricht bij klaagster (hierna ook: de patiënte). De patiënte verwijt de plastisch chirurg dat hij haar niet goed heeft geïnformeerd over de behandeling en de mogelijke complicaties die kunnen optreden. Ook is de patiënte ontevreden over de nazorg die de plastisch chirurg haar na de operatie heeft geboden. Uit de overlegde stukken en hetgeen ter zitting is besproken blijkt dat de patiënte voorafgaand aan de bovenooglidcorrectie is geïnformeerd over de te verwachten gevolgen, risico’s en complicaties. Uit het klaagschrift en de toelichting die de patiënte daarop ter zitting heeft gegeven, begrijpt het college dat de patiënte graag geïnformeerd had willen worden over de complicaties die in haar geval na de bovenooglidcorrectie zijn opgetreden: permanente visus verandering en extreem droge ogen. De complicaties die zich bij de patiënte hebben voorgedaan, komen echter zeer zelden voor en waren dus niet te verwachten. Het kan de plastisch chirurg daarom dan ook niet verweten worden dat hij de patiënte hierover voorafgaand aan de bovenooglidcorrectie niet heeft geïnformeerd. Naar het oordeel van het college is de plastisch chirurg ook niet tekortgeschoten in de nazorg. Klacht in alle onderdelen ongegrond verklaard. |
A2022/4767
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM
Beslissing van 28 maart 2023 naar aanleiding van de klacht van:
A,
wonende te B,
klaagster,
tegen
C,
plastisch chirurg,
destijds werkzaam te B,
verweerder, hierna ook: de plastisch chirurg,
gemachtigde: mr. A. Dekker, werkzaam te Amsterdam.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 31 augustus 2022;
- het verweerschrift met de bijlagen;
- aanvullende stukken van klaagster, ontvangen op 1 november 2022;
- de correspondentie met betrekking tot het mondeling vooronderzoek;
- het proces-verbaal van het op 14 november 2022 gehouden mondelinge vooronderzoek;
- aanvullende stukken van klaagster, ontvangen op 5 januari 2023.
De zaak is behandeld op de openbare zitting van 14 februari 2023. De partijen zijn verschenen. Verweerder werd bijgestaan door zijn gemachtigde. Partijen en de gemachtigde van verweerder hebben hun standpunten mondeling toegelicht. De gemachtigde van verweerder heeft een pleitnotitie voorgelezen en aan het college en de andere partij overgelegd.
2. Waar gaat de zaak over en wat is de beslissing?
Klaagster (hierna ook: de patiënte) is op 5 augustus 2022 door de plastisch chirurg geopereerd in de D in B. De plastisch chirurg heeft een bovenooglidcorrectie verricht bij de patiënte. De patiënte hoopte met die operatie de klachten van de huidziekte psoriasis tegen te gaan. Na de operatie had de patiënte last van ernstig verlies van haar gezichtsvermogen en extreem droge ogen. Het gezichtsvermogen van de patiënte is na de bovenooglidcorrectie blijvend veranderd. De patiënte verwijt de plastisch chirurg dat hij haar niet goed heeft geïnformeerd over de behandeling en de mogelijke complicaties die kunnen optreden. Ook is de patiënte ontevreden over de nazorg die de plastisch chirurg haar na de operatie heeft geboden. Het college komt tot de conclusie dat de plastisch chirurg niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het college licht dat hierna toe.
3. Wat is er precies gebeurd?
3.1 Verweerder was tot aan zijn pensioen op 1 januari 2023 werkzaam als plastisch
chirurg in het E en in het D (hierna: kliniek).
3.2 Op 22 juli 2022 bezoekt de patiënte het spreekuur van de plastisch chirurg in
de
kliniek. De patiënte lijdt aan een zeldzame oogziekte (POHS). Ze is aan haar linkeroog
centraal blind en aan haar rechteroog is zij blind aan de buitenzijde. Ook heeft de
patiënte een kunstlens. Verder heeft de patiënte een stollingsziekte Factor V Leiden
en last van uveitis ontstekingen aan de binnenkant van haar oog. De patiënte geeft
tijdens het consult aan dat zij in toenemende mate last heeft van een eczemateuze
plek in de ooghoek van het rechter bovenooglid. De plastisch chirurg vertelt haar
tijdens het consult dat een bovenooglidcorrectie hier verbetering aan kan brengen.
Hij informeert haar vervolgens mondeling en schriftelijk over de procedure en de mogelijke
risico’s, bijwerkingen en complicaties van de voorgestelde bovenooglidcorrectie.
3.3 Op 29 juli 2022 bezoekt de patiënte wederom het spreekuur van de plastisch chirurg.
De patiënte heeft nog enkele vragen over de voorgestelde behandeling.
3.4 Op 5 augustus 2022 opereert verweerder de patiënte in de kliniek. De operatie
verloopt goed en na een half uur koelen en de nabloedingcontrole mag klaagster naar
huis.
Ze krijgt een recept mee voor de oogdruppels Duratears tegen (eventuele) droge ogen.
Ook
wordt er een vervolgafspraak voor 12 augustus 2022 gepland bij de assistent van de
kliniek
voor wondcontrole en het verwijderen van de hechtingen. De patiënte ziet af van deze
afspraak, omdat haar echtgenoot op de afdeling oogheelkunde werkt en de hechtingen
kan
verwijderen. Op 10 augustus 2022 verwijdert de echtgenoot van de patiënte de hechtingen.
3.5 Op 9 augustus 2022 belt de patiënte om 18.00 uur de kliniek. De plastisch chirurg
is
niet aanwezig in de kliniek. Hierop stuurt de patiënte via haar mobiele telefoon foto’s
naar de
plastisch chirurg. De plastisch chirurg beoordeelt ’s avonds de foto’s en belt de
patiënte dat
hij geen reden tot zorgen heeft. De patiënte neemt vervolgens contact op met de oogarts
in
het E. De oogarts bevestigt de bevindingen van de plastisch chirurg en
schrijft de patiënte andere oogdruppels voor.
3.6 Op 12 augustus 2022 wordt de echtgenoot van de patiënte geopereerd in de kliniek.
De plastisch chirurg bekijkt op verzoek van de patiënte haar oog en wond in de wachtkamer.
De plastisch chirurg vertelt de patiënte dat de wond en het oog er goed uit zien.
3.7 Op 15 augustus 2022 neemt klaagster telefonisch contact op met de kliniek. De
plastisch chirurg blijkt een vrije dag te hebben. De patiënte stuurt vervolgens de
foto’s op
naar de plastisch chirurg. Verweerder beoordeelt de foto’s en vraagt aan de assistent
om
klaagster te bellen om haar te informeren dat de plastisch chirurg de foto’s heeft
gezien en
dat er geen reden tot zorg is.
3.8 Op woensdag 17 augustus 2022 heeft klaagster een vervolgafspraak in de kliniek.
Op
deze afspraak verschijnt de patiënte niet omdat zij niet weet dat ze een afspraak
heeft. De
patiënte zegt die dag het vertrouwen in de plastisch chirurg op.
3.9 Op woensdag 24 augustus 2022 stuurt de patiënte met haar telefoon een bericht
en
foto naar de plastisch chirurg. Omdat de plastisch chirurg niet direct reageert belt
de
echtgenoot van de patiënte om 22.00 uur naar de kliniek. Een collega plastisch chirurg
staat
de echtgenoot van klaagster te woord en adviseert de patiënte om de volgende ochtend
de
poli te bellen voor een afspraak. Vervolgens belt de patiënte de plastisch chirurg
en spreekt
zijn voicemail in. De plastisch chirurg belt de patiënte diezelfde avond terug en
overlegt met
de echtgenoot van de patiënte. In het dossier staat hierover:
“Gisteravond app van de partner van patient gekregen met foto’s. Kleine zwelling in
heet
litteken van het rechter bovenooglid. Iets rood. Maakt zich zorgen dat ze bloedvergiftiging
krijgt. Partner pat terug gebeld en gezegd dat ik denk dat er een stukje hechting
is blijven
zitten wat bde reactie heeft veroorzaakt. Ze hebben nl zelf de hechtingen verwijderd.
Getracht gerust te stellen en aangezien men morgen toch een afspraak heeft met F
gezegd dat deze dan ook naar het litteken kan kijken.”
3.10 Op 25 augustus 2022 is de patiënte, in verband met de vertrouwensbreuk tussen
De patiënte en de plastisch chirurg, door een collega van de plastisch chirurg gezien.
4. Wat houdt de klacht in?
Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat:
I. in het informed consentformulier en tijdens het intakegesprek niet is vermeld dat
na een bovenooglidcorrectie het gezichtsvermogen tijdelijk of permanent kan veranderen;
II. in het informed consentformulier en tijdens het intakegesprek geen informatie
is gegeven over dat het hoornvlies extreem droog kan worden waardoor het zicht weken,
zo niet maanden, slecht is;
III. hij geen nazorg heeft verleend:
- omdat hij niet naar de kliniek wilde komen om de patiënte – die een rugzak van medische
problemen had – te bekijken;
- omdat hij geen plastisch chirurg heeft geregeld om de patiënte te zien;
- door niet de moeite te nemen om contact op te nemen met een collega oogarts met
het verzoek om klaagster te zien;
IV. het niet duidelijk was of de patiënte onder de verantwoordelijkheid valt van het
E of de kliniek. In de verwijzing staat immers E en de behandeling is uitgevoerd in
de kliniek.
5. Wat is het verweer?
De plastisch chirurg heeft de klacht bestreden. Het verweer wordt voor zover nodig hierna verder besproken.
6. Wat zijn de overwegingen van het college?
Welke criteria gelden bij de beoordeling?
6.1 De vraag is of de plastisch chirurg de zorg heeft verleend die van hem verwacht mocht worden. Dat is een zakelijke beoordeling. De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende plastisch chirurg. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor de zorgverlener geldende beroepsnormen en de stand van de wetenschap ten tijde van het handelen. Dat een zorgverlener beter anders had kunnen handelen is niet altijd genoeg voor een tuchtrechtelijk verwijt. Klachtonderdeel I en II) Niet geïnformeerd over de kans op droge ogen en het verlies gezichtsvermogen na de bovenooglidcorrectie.
6.2 Klachtonderdelen I en II gaan over de informatievoorziening aan klaagster en –
in
het verlengde daarvan – het informed consent voor de behandeling op 5 augustus 2022.
De klachtonderdelen lenen zich voor een gezamenlijke behandeling. Klaagster is van
oordeel dat de plastisch chirurg haar niet of onvoldoende heeft geïnformeerd over
de (ernstige) complicaties die kunnen optreden na een bovenooglidcorrectie. De plastisch
chirurg bestrijdt dit. Hij heeft de patiënte tijdens de intake op 22 juli 2022 zowel
mondeling als schriftelijk geïnformeerd over de aard van de behandeling, de behandelprocedure,
de vooruitzichten en de mogelijke risico’s en complicaties van de behandeling. Op
29 juli 2002 heeft hij tijdens een consult nog enkele vragen van de patiënte over
de behandeling beantwoord. Ook staat op de website van kliniek (algemene) informatie
over de behandeling. Hiermee heeft hij voldaan aan zijn informatieplicht. Op 5 augustus
2022 heeft de patiënte het informed consentformulier ondertekend. Daarmee geeft de
patiënte toestemming voor de behandeling en geeft ze aan dat ze voldoende is geïnformeerd.
6.3 Uitgangspunt is dat een patiënt toestemming geeft voor het uitvoeren van een
medische behandeling, zoals ook opgenomen in artikel 7:450 van het Burgerlijk Wetboek
(BW). Artikel 7:448 BW bepaalt dat de arts, alvorens toestemming te vragen, de patiënt
eerst dient te informeren over een voorgestelde behandeling. Duidelijk moet zijn wat
de aard en het doel zijn van de behandeling, wat de diagnose en de prognose zijn voor
de patiënt, welke risico’s aan de behandeling verbonden zijn, welke complicaties er
kunnen optreden en welke alternatieven mogelijk zijn. De arts mag de behandeling pas
starten als de patiënt hiervoor toestemming heeft gegeven. De informatieplicht van
de arts en het toestemmingsvereiste vormen samen het informed consent.
6.4 De patiënte moet dus geïnformeerd worden over de te verwachten gevolgen,
risico’s en complicaties van een behandeling. Uit de overlegde stukken en hetgeen
ter zitting is besproken blijkt dat de patiënte hierover is geïnformeerd voorafgaand
aan de bovenooglidcorrectie. Uit het klaagschrift en de toelichting die de patiënte
daarop ter zitting heeft gegeven, begrijpt het college dat de patiënte graag geïnformeerd
had willen worden over de complicaties die in haar geval na de bovenooglidcorrectie
zijn opgetreden: permanente visus verandering en extreem droge ogen. De complicaties
die zich bij de patiënte hebben voorgedaan, komen echter zeer zelden voor en waren
dus niet te verwachten. Het kan de plastisch chirurg daarom dan ook niet verweten
worden dat hij de patiënte hierover voorafgaand aan de bovenooglidcorrectie niet heeft
geïnformeerd. Dit betekent dat de plastisch chirurg wat betreft het informed consent
niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, zodat klachtonderdelen I en II niet
slagen.
Klachtonderdeel III) Geen nazorg verleend
6.5 Klachtonderdeel III ziet op gestelde nalatigheid van verweerder bij de nazorg.
Naar
het oordeel van het college is de plastisch chirurg niet tekortgeschoten in de nazorg.
Het college hecht er aan op te merken dat het geven van nazorg werd belemmerd. De
patiënte wilde in eerste instantie geen gebruik maken van de gebruikelijk controle
afspraken. Dat de plastisch chirurg geen (goede) nazorg heeft verleend vindt naar
het oordeel van het college geen steun in de overlegde stukken en hetgeen ter zitting
is komen vast te staan. De plastisch chirurg heeft in zijn vrije tijd op verzoek van
de patiënte op 9, 15 en 24 augustus 2022 foto’s van de wond beoordeeld en daarover
direct telefonisch contact opgenomen of laten opnemen met de patiënte en/of haar echtgenoot.
Het college heeft niet kunnen vaststellen of de plastisch chirurg op de hoogte was
van (de ernst van) het gezichtsverlies. Het college is van oordeel dat de plastisch
chirurg op grond van de foto’s op 9, 15 en 24 augustus 2022 tot de conclusie mocht
komen dat er geen reden was tot zorg en dat de medische indicatie ontbrak om direct
die avond te overleggen met de oogarts en/of de wond te beoordelen of te laten beoordelen
in de kliniek. Achteraf was het gezien de medische voorgeschiedenis van de patiënte,
het meerdere malen contact zoeken met de plastisch chirurg en de aanhoudende ongerustheid
bij de patiënte beter geweest als de plastisch chirurg de patiënte had beoordeeld
of laten beoordelen in de kliniek. Dit is echter onvoldoende voor het oordeel dat
de plastisch chirurg verwijtbaar heeft gehandeld. Dit klachtonderdeel is ongegrond.
Klachtonderdeel IV) Onduidelijk welk ziekenhuis verantwoordelijk was 6.6 Klachtonderdeel
IV betreft de onduidelijkheid of de behandeling van de patiënte nu onder de verantwoordelijkheid
van het Dijklanderziekenhuis of de kliniek valt. Het college is het met de plastisch
chirurg eens dat dit niet zijn handelen als plastisch chirurg betreft en dat hem niet
tuchtrechtelijk verweten kan worden dat de huisarts de patiënte verwees naar het E
en dat de behandeling heeft plaatsgevonden in de kliniek. Ook dit klachtonderdeel
is ongegrond.
Conclusie
6.6 De conclusie is dat de klacht in al haar onderdelen ongegrond is.
7. De beslissing
Het college:
- verklaart de klacht ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door J. Brand, voorzitter, R.E. van Hellemondt, lid-jurist,
D. Boerma, P. Houpt en J.F.M. Heuff-Macaré van Maurik, leden-beroepsgenoten, bijgestaan
door M.G. Verkerk, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 28 maart 2023.
secretaris voorzitter