ECLI:NL:TGZRAMS:2023:77 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4765
ECLI: | ECLI:NL:TGZRAMS:2023:77 |
---|---|
Datum uitspraak: | 28-03-2023 |
Datum publicatie: | 28-03-2023 |
Zaaknummer(s): | A2022/4765 |
Onderwerp: | Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose |
Beslissingen: | Ongegrond, kennelijk ongegrond |
Inhoudsindicatie: | Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klaagster heeft verweerster bezocht in verband met een chronische ontsteking van haar nagelriem. Verweerster heeft een wigexcisie uitgevoerd waarbij een deel van de nagelmatrix is verwijderd. Klaagster heeft verschillende klachten ingediend die zien op het handelen van verweerster. Het college overweegt dat de door verweerster gestelde diagnose en uitgevoerde behandeling de juiste is geweest. Alleen door het uitvoeren van een wigexcisie kon het opnieuw ontstaan van een ontsteking worden voorkomen. Bovendien heeft klaagster hiervoor toestemming gegeven. Verweerster heeft geen medische fout heeft gemaakt. Zij heeft de juiste diagnose gesteld en de juiste behandeling uitgevoerd. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond verklaard. |
A2022/4765
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM
Beslissing van 28 maart 2023 naar aanleiding van de klacht van:
A,
wonende te B, klaagster,
tegen
C,
arts,
destijds werkzaam te B, verweerster, hierna ook: de arts,
gemachtigde: mr. M.F. van der Mersch, werkzaam te Amsterdam.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 19 september 2022;
- het verweerschrift met de bijlagen;
- de e-mail van klaagster van 11 november 2022, met bijlagen;
- de e-mail van de gemachtigde van verweerster van 15 december 2022, met bijlage.
De partijen hebben de gelegenheid gekregen om onder leiding van een secretaris van
het college in
gesprek te gaan (mondeling vooronderzoek). Daarvan hebben zij geen gebruik gemaakt.
Het college
heeft de klacht op basis van de stukken beoordeeld.
2. Waar gaat de zaak over?
Klaagster, geboren in 1977, heeft zich op 9 september 2021 op de Spoedeisende Hulp
van het E, in B,
(hierna: de SEH) gemeld in verband met een pijnlijke vinger. Haar pijnklachten zijn
ontstaan na een
manicureafspraak in februari 2021 en zij was al een paar keer naar de huisarts geweest
in verband
met haar klachten. Een collega van verweerster heeft de nagel van klaagster op 9 september
2021
verwijderd. Op 13 september 2021 heeft klaagster een controle-afspraak gehad in het
ziekenhuis. De
vinger oogde toen rustig en niet geïnfecteerd. Op 17 september 2021 heeft klaagster
zich opnieuw op
de SEH gemeld, wederom in verband met pijnklachten aan haar vinger. Er is toen een
echo gemaakt.
Daarop was volgens het verslag van de radioloog een ‘corpus alienum’ te zien. Op 22
september 2021
had klaagster een afspraak bij verweerster op de poliklinische behandelkamer. Verweerster
heeft een
wigexcisie uitgevoerd waarbij een deel van de nagelmatrix is verwijderd. Op 25 oktober
2021 is
klaagster op een controle-afspraak bij verweerster gekomen. Klaagster heeft verschillende
klachten ingediend die zien op het handelen van verweerster.
3. Wat houdt de klacht in?
3.1. Klaagster verwijt verweerster dat zij:
1) haar nagelmatrix (gedeeltelijk) heeft verwijderd zonder toestemming van klaagster,
en ook niet
gecommuniceerd heeft over een ingegroeide nagel voor of tijdens de operatie, en dus
zonder informed
consent gehandeld heeft;
2) om zaken heen draaide, zaken ontkende en zeer leugenachtig was tijdens het gesprek
op 25 oktober
2021;
3) een second opinion afraadde tijdens het gesprek op 25 oktober 2021;
4) een verkeerde diagnose heeft gesteld en een operatie heeft verricht met een permanente
verminking tot gevolg;
5) niet volgens de regels van Gedragscode Openheid Medische Incidenten heeft gehandeld
(ze had
klaagster binnen 24 uur na 25 oktober 2021 moeten inlichten over de medische fouten);
6) naar de klachtenfunctionaris deed alsof klaagster niet op een afspraak was komen
opdagen terwijl
verweerster nooit een afspraak op locatie voor klaagster had gemaakt, maar wel beloofd
had;
7) onvoldoende/geen supervisie ten opzichte van haar collega (die op 9 september 2021
de nagel
heeft verwijderd) heeft gegeven omdat ze haar zonder diagnose, onderzoek, aard of
doel op eigen
houtje een operatie heeft laten uitvoeren terwijl de betreffende collega nog in opleiding
was;
8) de betreffende collega nooit geadviseerd heeft om zich geen chirurg te noemen.
3.2. Het college vat de onderbouwing van de klachtonderdelen als volgt samen. Volgens
klaagster
lag zij op 22 september 2021 al op de operatietafel toen verweerster binnenkwam en
is verweerster,
meteen nadat zij de echo had bestudeerd, overgegaan tot opereren. Daarbij is de nagelmatrix
van
klaagster verwijderd, zonder dat klaagster dit wist en zonder dat zij hiervoor toestemming
heeft
gegeven. Volgens klaagster is zij hier pas achter gekomen door een gesprek bij haar
huisarts op 19
oktober 2021. Haar nagel is als gevolg van deze operatie permanent verminkt. Tijdens
het
controle-gesprek op 25 oktober 2021 met verweerster bleek de reden voor het verwijderen
van de
nagelmatrix dat verweerster dacht dat er sprake was van een ingegroeide nagel. Dit
was een
verkeerde diagnose, want klaagster heeft nooit een ingegroeide nagel gehad (volgens
klaagster was
er een stukje nagelriem tijdens de manicureafspraak in februari 2021 naar binnen geschoven).
Als
verweerster aan klaagster had gevraagd voorafgaand aan de operatie of zij een ingegroeide
nagel had
gehad, dan had klaagster hier antwoord op kunnen geven, en had de nagelmatrix niet
verwijderd
hoeven worden (en was er ook geen permanente verminking ontstaan). Toen verweerster
er achter kwam
dat klaagster helemaal geen ingegroeide nagel had en toen zij de wond zag die er niet
goed uitzag,
is zij gaan liegen en draaien. Daarbij heeft zij onder meer gedaan alsof zij de operatie
op 9
september 2021 zelf heeft uitgevoerd, terwijl dat helemaal niet zo was. Daarmee heeft
ze geprobeerd
te verdoezelen dat haar collega (die onder haar supervisie stond en de operatie niet
mocht
uitvoeren) de operatie heeft uitgevoerd. Bovendien heeft verweerster klaagster tijdens
het gesprek op 25 oktober 2021 afgeraden om een second opinion te vragen. Dit blijkt
allemaal uit de opname die klaagster van het gesprek
heeft gemaakt. Toen verweerster er tijdens het gesprek op 25 oktober 2021 achter kwam
dat zij een
medische fout had gemaakt, had zij binnen 24 uur contact moeten opnemen met klaagster.
Dit heeft
zij niet gedaan. Dat is in strijd met de Gedragscode Openheid Medische Incidenten.
Aan het einde
van het gesprek is besproken dat een afspraak over circa acht weken zou worden gemaakt,
tijdens
welke afspraak verweerster de wond opnieuw kon bekijken. Omdat per ongeluk een telefonische
belafspraak was gemaakt, heeft klaagster contact opgenomen om de afspraak om te zetten
in een
fysieke afspraak. Ondanks de toezegging daartoe, is wederom een telefonische afspraak
gemaakt.
Omdat klaagster toen het gevoel bekroop dat verweerster haar nooit meer wilde zien,
heeft klaagster
deze afspraak afgezegd. Na het indienen van de klacht heeft verweerster ten onrechte
naar de
klachtenfunctionaris geschreven dat klaagster niet op de controle-afspraak is verschenen.
Verder stelt klaagster dat verweerster haar collega (die op 9 september 2021 de nagel
heeft
verwijderd) deze operatie nooit zelfstandig had mogen laten uitvoeren. Verweerster
was haar
supervisor en had mee moeten kijken. Dan zou ook niet haar hele nagel verwijderd zijn.
Ten slotte
had verweerster haar collega moeten adviseren om zich geen chirurg te noemen. Zij
was immers nog in
opleiding.
4. Wat is het verweer?
4.1. Verweerster heeft de klachten bestreden. Het college vat haar verweer als volgt
samen.
Volgens verweerster kwam klaagster op 22 september 2021 bij haar met een chronische
ontsteking van
de nagelriem. Er was sprake van een lange voorgeschiedenis waarbij al meerdere ingrepen
aan de
vinger waren uitgevoerd, onder meer door de huisarts. Deze ingrepen, antibiotica en
zelfs het
verwijderen van de nagel op 9 september 2021 hadden niet tot een oplossing geleid.
Klaagster gaf
volgens verweerster duidelijk aan dat zij nu eindelijk van het probleem af wilde.
Omdat er sprake
was van een steeds terugkerende infectie, die meestal wordt veroorzaakt door een ingegroeide
nagel,
wilde verweerster de kans op een nieuwe infectie zo klein mogelijk maken. Daarom heeft
zij een
wigexcisie voorgesteld, die beperkt zou kunnen worden tot een klein stukje van de
nagel. Volgens
verweerster had klaagster een sterke wens tot excisie en is zij akkoord gegaan met
de wigexcisie.
Zij heeft de operatie vervolgens uitgevoerd en heeft daarbij een klein deel van de
nagelmatrix
verwijderd om het ontstaan van een nieuwe ontsteking te voorkomen. Op 25 oktober 2021
is klaagster
teruggekomen voor controle. Verweerster heeft geen toestemming gegeven voor het maken
van
geluidsopnames van het gesprek. Deze opnames zijn dus heimelijk gemaakt. Verweerster
is van mening
dat klaagster alles wat verweerster tijdens dit gesprek heeft gezegd anders uitlegt
dan zij heeft
bedoeld. Zij heeft juist empathisch gereageerd en aangegeven dat ze de reactie van
klaagster op de
wondgenezing begrijpt. Ze heeft de tijd genomen voor het gesprek, nogmaals uitgelegd
welke ingreep
ze heeft verricht, uitgelegd waarom een deel van de nagelmatrix is verwijderd en uitleg
gegeven
over het vervolgbeleid. Van het afraden van een second opinion was geen sprake. Tijdens
de afspraak
waren er korstjes op de wond te zien. Dat kan voorkomen, en is geen aanleiding om
te
veronderstellen dat er een medische fout is gemaakt. Omdat klaagster bovendien niet
op de vervolgafspraak is verschenen heeft verweerster ook niet kunnen constateren
of er sprake was van
een eventuele medische fout. Van handelen in strijd met de Gedragscode Openheid Medische
Incidenten
is dan ook geen sprake. Na afloop van het consult is een telefonische afspraak voor
controle na
acht weken gemaakt. Op verzoek van klaagster is die omgezet in een fysieke afspraak,
maar dat is
niet goed naar klaagster gecommuniceerd, waardoor klaagster de afspraak heeft afgezegd.
Dat deze
afspraak niet goed aan klaagster is gecommuniceerd kan niet aan verweerster worden
verweten.
Klaagster is niet op de vervolgafspraak verschenen en dus heeft verweerster niet verwijtbaar
gehandeld door dit aan de klachtenfunctionaris te schrijven. Ten slotte geldt dat
zij niet de
supervisor is van haar collega die op 9 september 2021 de nagel heeft verwijderd.
5. Wat zijn de overwegingen van het college?
5.1. Het college komt tot de conclusie dat verweerster niet tuchtrechtelijk verwijtbaar
heeft
gehandeld. Het college licht dat als volgt toe.
Welke criteria gelden bij de beoordeling?
5.2. De vraag is of verweerster de zorg heeft verleend die van haar als redelijk
bekwame en
redelijk handelend arts verwacht mocht worden. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden
met de
voor de zorgverlener geldende beroepsnormen en de stand van de wetenschap ten tijde
van het
handelen. Dat een zorgverlener beter anders had kunnen handelen is niet altijd genoeg
voor een
tuchtrechtelijk verwijt.
De klachtonderdelen
5.3. Het college ziet aanleiding om de klachten gezamenlijk te bespreken.
5.4. Klaagster heeft de SEH bezocht in verband met een chronische ontsteking van
haar nagelriem.
Uit het medisch dossier blijkt dat zij daar op 9 september 2021, toen haar nagel is
verwijderd, al
enkele maanden klachten van ondervond, waarbij de huisarts al vier keer in haar vinger
had gesneden
en zij al antibiotica had gekregen. Dat had allemaal niet geholpen en daarom is door
de collega van
verweerster overgegaan tot het verwijderen van de nagel.
5.5. Klaagster is ervan uitgegaan dat de collega van verweerster onder supervisie
stond van
verweerster. Tegen deze collega heeft zij ook een klacht ingediend, omdat zij van
mening is dat zij
tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, onder meer omdat zij zonder informed
consent haar
nagel verwijderd zou hebben en zich voordeed als chirurg terwijl zij dat niet was.
Uit de
(onderbouwde) stellingen van verweerster is echter gebleken dat zij niet de supervisor
was van deze
arts. Klachtonderdelen 7 en 8 zijn daarom kennelijk ongegrond.
5.6. Het verwijderen van de nagel op 9 september 2021 leidde niet tot het wegblijven
van de
ontsteking. Mede op basis van de op 17 september 2021 gemaakte echo (waaruit bleek
dat nog een
‘corpus alienum’ aanwezig was in de vinger) heeft verweerster op 22 september 2021
aan klaagster
voorgesteld om een wigexcisie uit te voeren in verband met de chronische ontsteking
van de
nagelriem (de diagnose die op goede gronden is gesteld). In het patiëntdossier staat
vermeld: “Patient heeft een wens tot excisie”. Daaruit leidt het college af dat klaagster is geïnformeerd over de wigexcisie en
daarvoor toestemming heeft gegeven.
5.7. Bij de wigexcisie is een deel van de nagelmatrix verwijderd. Dat hierdoor een
permanente
verminking is ontstaan, heeft klaagster weliswaar gesteld, maar uit de door haar ingediende
foto
van haar nagel, of anderszins, blijkt dat niet.
5.8. Klaarblijkelijk heeft verweerster tijdens het gesprek op 25 oktober 2021 pas
gesproken over
een ingegroeide nagel van klaagster. Of hier nu sprake van was of niet; feit blijft
dat de
nagelriem chronisch ontstoken was. De door verweerster gestelde diagnose en uitgevoerde
behandeling
is de juiste geweest. Alleen door het uitvoeren van een wigexcisie kon het opnieuw
ontstaan van een
ontsteking worden voorkomen. Bovendien heeft klaagster hiervoor toestemming gegeven,
zo blijkt uit
het voorgaande. Klachtonderdelen 1 en 4 zijn daarom kennelijk ongegrond.
5.9. Uit de weergave van het zonder toestemming van verweerster opgenomen gesprek
op 25 oktober
2021 blijkt niet dat verweerster bewust leugenachtig heeft verklaard. Uit de weergave
van het
gesprek blijkt dat verweerster begreep dat klaagster schrok van de wondgenezing. Er
waren korstjes
op de wond te zien, die niet vaak voorkomen. Dit is ook opgenomen in het patiëntdossier,
waarin
staat: “gekke crusteuze wondgenezing”. De korstjes op de wonden zijn echter ook niet geheel
ongebruikelijk. Verweerster heeft (op goede gronden) uitgelegd dat dit te maken had
met het feit
dat hier een bacterie had gewoekerd (zoals ook was geconstateerd tijdens de ingreep
zelf, zo blijkt
uit het patiëntdossier van 22 september 2021 waarin staat: “ontlasten granuloom”). Vervolgens
blijkt uit de weergave van het gesprek dat verweerster heeft geprobeerd uit te leggen
waarom de
nagel op 9 september 2021 is verwijderd. Daarbij heeft zij ook uitgesproken dat vraagtekens
geplaatst kunnen worden bij de vraag of de hele nagel verwijderd had moeten worden.
Verweerster is
echter niet verantwoordelijk voor het handelen van haar collega op 9 september 2021.
Zij was immers
niet haar supervisor. Klaagster leidt uit het gesprek dan ook ten onrechte af dat
verweerster heeft
gedaan alsof zij de operatie had uitgevoerd (naar het college begrijpt om zo te verdoezelen
dat
haar collega de operatie had uitgevoerd). Dit neemt niet weg dat verweerster wel een
aantal dingen
heeft gezegd die niet helemaal kloppen met de feiten (bijvoorbeeld dat zij heeft voorgesteld
om
eerst nog een reepje van de nagel te halen), maar dit is onvoldoende om te oordelen
dat er sprake
is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Klachtonderdeel 2 is daarom kennelijk ongegrond.
5.10. Uit de weergave van het gesprek kan evenmin worden afgeleid dat verweerster
een second
opinion heeft ontraden. Klaagster heeft tijdens het gesprek gezegd: “Ik had een second
opinion
moeten vragen”. Daarop heeft verweerster gezegd: “Nee”. En: “Gun uzelf wat rust. En
dat stampij
maken en second opinion en bla bla bla en terugkijken kan altijd nog. U blijft gewoon
mijn patiënt.
Dus we gaan gewoon 2/3 maanden afwachten en dan komt u bij mij terug.” Het college
leidt hieruit af
dat verweerster klaagster ervan heeft geprobeerd te overtuigen om eerst de wondgenezing
af te
wachten en daarna pas te beslissen of zij een second opinion wilde. Dat stond verweerster
vrij. Klachtonderdeel 3 is daarom kennelijk ongegrond.
5.11. Verweerster heeft geen medische fout heeft gemaakt. Zij heeft de juiste diagnose
gesteld en
de juiste behandeling uitgevoerd. Klachtonderdeel 5 is daarom kennelijk ongegrond.
5.12. Verweerster heeft het herstel van de wond zelf in de gaten willen houden en
daarom is met
klaagster een afspraak voor een nacontrole gemaakt. Partijen zijn het er niet over
eens of dat een
telefonische afspraak zou zijn, of een fysieke. Het college begrijpt (op grond van
de weergave van
het gesprek) wel dat klaagster heeft begrepen dat er sprake zou zijn van een fysieke
afspraak. Hoe
dan ook; er is een telefonische afspraak gemaakt, waarna klaagster contact heeft opgenomen
met een
medewerker van het ziekenhuis om deze afspraak om te zetten in een fysieke afspraak.
Daarmee was
verweerster akkoord en dat is telefonisch aan klaagster doorgegeven. Klaagster heeft
desalniettemin
toch een e-mail ontvangen waarin stond dat de afspraak telefonisch zou zijn. Dit kan
niet aan
verweerster worden verweten. Zij heeft deze e-mail immers niet zelf gestuurd en is
daarvoor ook
niet verantwoordelijk. Het gevolg daarvan was wel dat klaagster het vertrouwen verloor
en de
afspraak heeft afgezegd. Dat zij niet op de afspraak is verschenen, is dus een feit.
Dat
verweerster dit aan de klachtenfunctionaris heeft geschreven, is dan ook niet tuchtrechtelijk
verwijtbaar. Klachtonderdeel 6 is daarom ook kennelijk ongegrond.
Conclusie
5.13. De conclusie is dat de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond is.
6. De beslissing
De klacht is kennelijk ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door J. Brand, voorzitter, P. Houpt en J.F.M. Heuff-Macaré
van
Maurik, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door M.G. Verkerk, secretaris.