ECLI:NL:TGZRAMS:2023:57 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5106

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2023:57
Datum uitspraak: 02-03-2023
Datum publicatie: 02-03-2023
Zaaknummer(s): A2022/5106
Onderwerp: Grensoverschrijdend gedrag
Beslissingen: Ongegrond, kennelijk ongegrond
Inhoudsindicatie: Voorzittersbeslissing. Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klaagster maakt de psychiater zeer ernstige verwijten: zij verwijt hem dat hij haar met de dood heeft bedreigd en verschillende gewelddadige en seksuele handelingen bij haar heeft verricht. De voorzitter overweegt dat zij niet kan vaststellen dat de psychiater de door klaagster gestelde handelingen zou hebben verricht. Klaagster heeft de zware beschuldigingen na de stellige ontkenning door de psychiater niet verder concreet toegelicht of onderbouwd. In het dossier zijn ook geen aanknopingspunten te vinden voor het handelen dat klaagster de psychiater verwijt. Klacht kennelijk ongegrond.

A2022/5106

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM

Voorzittersbeslissing van 2 maart 2023 naar aanleiding van de klacht van:

A,
wonende te B, klaagster,

tegen

C,
psychiater,
destijds werkzaam te D,
verweerder, hierna ook: de psychiater,
gemachtigde: mr. A.K.M.T. Rongen, werkzaam te Utrecht.

1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-  het klaagschrift, ontvangen op 3 november 2022;
-  het aanvullende klaagschrift;
-  het verweerschrift met de bijlagen.

2. Waar gaat de zaak over
2.1   Klaagster is van 15 september 2022 tot 10 oktober 2022 gedwongen opgenomen geweest bij E te 
D. Klaagster is bekend met een posttraumatische stressstoornis en een borderline 
persoonlijkheidsstoornis, waarbij sprake is (geweest) van psychotische uitspraken en paranoïde 
wanen.

2.2   Verweerder heeft tijdens de opname van klaagster waargenomen voor de primair behandelend 
psychiater van klaagster. Klaagster verwijt de psychiater dat hij gedurende haar opname 
onrechtmatig, grensoverschrijdend en strafbaar jegens haar heeft gehandeld. Zij heeft daarbij een 
opsomming gemaakt van gebeurtenissen die zich zouden hebben afgespeeld tijdens haar opname. De 
psychiater betwist ten stelligste dat de gebeurtenissen zoals door klaagster genoemd hebben 
plaatsgevonden.

3. De beoordeling
3.1  De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. Voor die beslissing
is het volgende van belang.

3.2   Klaagster maakt de psychiater zeer ernstige verwijten: zij verwijt hem dat hij haar met de 
dood heeft bedreigd en verschillende gewelddadige en seksuele handelingen bij haar heeft verricht. 
Verder zegt klaagster dat zij foto’s heeft gezien waarop zijzelf en de psychiater met andere 
personen staan afgebeeld die volgens haar ook slachtoffer zijn van het handelen van de psychiater. 
De psychiater wijst zeer beslist alle beschuldigingen van klaagster van de hand. Hij heeft in het 
verweerschrift omschreven welke medische zorg hij aan klaagster heeft verleend in het kader van 
haar opname.

3.3   De voorzitter overweegt dat zij niet kan vaststellen dat de psychiater de door klaagster 
gestelde handelingen zou hebben verricht. Klaagster heeft de zware beschuldigingen na de stellige 
ontkenning door de psychiater niet verder concreet toegelicht of onderbouwd. Het is verder moeilijk 
voor te stellen dat een zorgverlener in een kliniek gedurende een opname van ruim drie weken 
dergelijke handelingen zou kunnen verrichten zonder dat iemand dit zou merken. Beschadiging van het 
onderlichaam van klaagster met de door haar beschreven werktuigen zou bovendien tot (ernstig) 
lichamelijk letsel bij haar hebben moeten leiden, wat redelijkerwijs niet onopgemerkt zou hebben 
kunnen blijven bij de verpleging. Het zou ook voor de hand liggen dat daarvan aantekeningen zouden 
zijn gemaakt in het dossier. In het dossier zijn echter geen aanknopingspunten te vinden voor het 
handelen dat klaagster de psychiater verwijt.

3.4   Gelet op het voorgaande is niet komen vast te staan dat de psychiater onrechtmatig, 
grensoverschrijdend of strafbaar jegens klaagster heeft gehandeld. Dat betekent dat de voorzitter 
ook niet kan vaststellen dat de psychiater tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Daarom is 
de klacht kennelijk ongegrond.

4. De beslissing

De klacht is kennelijk ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door N.B. Verkleij, voorzitter, bijgestaan door R.C. Kruit, secretaris.