ECLI:NL:TGZRAMS:2023:166 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4522

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2023:166
Datum uitspraak: 30-06-2023
Datum publicatie: 30-06-2023
Zaaknummer(s): A2022/4522
Onderwerp: Geen of onvoldoende zorg
Beslissingen: Ongegrond, kennelijk ongegrond
Inhoudsindicatie: Kennelijk ongegronde klacht tegen een verloskundige. De klacht luidt dat er niet adequaat is gehandeld nadat klaagster meermaals met klachten als bloedverlies en krampen/pijnklachten naar de praktijk heeft gebeld. Het college is van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Zij was niet betrokken bij de behandeling van klaagster en de bedoelde telefonische consulten. Het enige contact dat zij met klaagster had was nadat klaagster was geopereerd. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

A2022/4522
Beslissing van 30 juni 2023


REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
AMSTERDAM


Beslissing in raadkamer van 30 juni 2023 op de klacht van:


A,
wonende te B,
klaagster,
gemachtigde: C,


tegen


D,
verloskundige,
werkzaam te E,
verweerster, hierna ook: de verloskundige,
gemachtigde: mr. V.C.A.A.V. Daniëls, werkzaam te Utrecht.


1. Waar gaat de zaak over?
1.1 Verweerster is praktijkhoudster van een verloskundigenpraktijk, waar zij als verloskundige en echoscopiste werkzaam is. Klaagster heeft deze praktijk in juni 2022 meermaals gebeld vanwege klachten (bloedverlies en buikpijn) tijdens haar zwangerschap. Klaagster heeft twee andere bij de praktijk werkzame verloskundigen gesproken, die hebben besloten af te wachten tot het moment waarop een echo gepland stond, 17 juni 2022. Op 15 juni 2022 is klaagster via de huisartsenpost naar het ziekenhuis gestuurd waar bleek dat het om een buitenbaarmoederlijke zwangerschap ging. Op 22 juni 2022 heeft verweerster met klaagster gebeld.

1.2 Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. ‘Kennelijk’ betekent dat het niet nodig is om op een zitting nog vragen aan de partijen te stellen en dat duidelijk is dat de klacht niet gegrond kan worden verklaard. Hierna licht het college toe hoe het tot deze beslissing is gekomen.


2. De procedure
2.1 Het college heeft de volgende stukken ontvangen:
- het klaagschrift, ontvangen op 12 juli 2022;
- het aanvullende klaagschrift;
- het verweerschrift met de bijlage.

2.2 De partijen hebben de gelegenheid gekregen om onder leiding van een secretaris van het college in gesprek te gaan (mondeling vooronderzoek). Daarvan hebben zij geen gebruik gemaakt.

2.3 Het college heeft de klacht in raadkamer behandeld. Dit betekent dat het college de zaak beoordeeld heeft op basis van de stukken, zonder zitting.


3. Wat is er gebeurd?
3.1 Klaagster heeft zich op 31 mei 2022 ingeschreven in de praktijk waarvan verweerster de praktijkhoudster is. Klaagster was op dat moment ongeveer 4 weken zwanger. Naast een gezonde zoon die in 2020 via een keizersnede is geboren, heeft klaagster ook meerdere miskramen gehad. Daarom heeft zij verzocht om vroeg een echo te krijgen. Er is een echo ingepland op 17 juni 2022.

3.2 Klaagster heeft op 3, 6 en 14 juni 2022 naar de praktijk gebeld omdat zij klachten had (bloedverlies en buikpijn). Zij sprak op die data met in de praktijk werkzame collega- verloskundigen van verweerster (verweersters in de zaken A2022/4991 en A2022/4992). Zij hebben het beleid gevoerd af te wachten tot het moment waarop al een echo gepland was, 17 juni 2022.

3.3 Klaagster is op 15 juni 2022 door de huisartsenpost naar het ziekenhuis verwezen, waar zij wegens een buitenbaarmoederlijke zwangerschap is geopereerd. Bij die operatie is een eileider verwijderd. Op 16 juni 2022 heeft klaagster dit telefonisch aan de praktijk meegedeeld.

3.4 Op 22 juni 2022 heeft de praktijkhoudster klaagster telefonisch gesproken over wat er is gebeurd.


4. De overwegingen van het college
Welke criteria gelden bij de beoordeling?
4.1 De vraag is of de verloskundige de zorg heeft verleend die van haar verwacht mocht worden. De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende verloskundige. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor de verloskundige geldende beroepsnormen en andere professionele standaarden. Verder geldt het uitgangspunt dat zorgverleners alleen tuchtrechtelijk verantwoordelijk zijn voor hun eigen handelen.

De klacht en de beoordeling daarvan
4.2 Klaagster heeft tegen alle drie de verloskundigen dezelfde klacht geformuleerd. De klacht luidt dat er niet adequaat is gehandeld nadat klaagster meermaals met klachten als bloedverlies en krampen/pijnklachten naar de praktijk heeft gebeld. Er is nagelaten (tijdig) actie te ondernemen en onderzoek (echo) te verrichten.

4.3 Het college is van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Zij was niet betrokken bij de behandeling van klaagster en de onder 3.2 bedoelde telefonische consulten. Het enige contact dat zij met klaagster had was op 22 juni 2022, nadat klaagster was geopereerd.

Slotsom
4.4 Uit de overwegingen hiervoor volgt dat de klacht kennelijk ongegrond is.


5. De beslissing
De klacht is kennelijk ongegrond.


Deze beslissing is gegeven op 30 juni 2023 door P.M. de Keuning, voorzitter,
J.C.J. Dute, lid-jurist, I.A.H. Mourits, M.R. Konijn en F.D.C. Buis, leden-verloskundigen, bijgestaan door S. Verdaasdonk, secretaris.