ECLI:NL:TGDKG:2023:88 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/733942 / DW RK 23/170 MdV /RH

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2023:88
Datum uitspraak: 20-10-2023
Datum publicatie: 10-11-2023
Zaaknummer(s): C/13/733942 / DW RK 23/170 MdV /RH
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Dagvaarding is betekend aan het adres waar klager stond ingeschreven. Dat klager daar niet woonde omdat de woning werd gerenoveerd is bij de betekening niet gebleken. Verzet ongegrond. 

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 20 oktober 2023 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 9 mei 2023 met zaaknummer C/13/720180 / DW RK 22/281 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/733942 / DW RK 23/170 MdV /RH ingesteld door:

[..],

wonende te [..],

klager,

tegen:

[..],

toegevoegd-gerechtsdeurwaarder te [..],

beklaagde,

gemachtigde: [..].

Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 15 juli 2022, heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift met bijlagen, ingekomen op 30 augustus 2022, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

Bij beslissing van 9 mei 2023 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Aan klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 11 mei 2023. Bij brief, ingekomen op 17 mei 2023, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Klager heeft schriftelijk medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 8 september 2023 waar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen. De uitspraak is bepaald op 20 oktober 2023.

1. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

  • Bij exploot van 14 september 2021, dat betekend is aan het adres [..] 52 te [..] is klager opgeroepen te verschijnen ter zitting.
  • Bij exploot van 18 juli 2022 is het verstekvonnis van 8 oktober 2021 betekend aan klager, in persoon, aan het adres [..] 63, [..]

3. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich samengevat over het volgende.

Klager woont al sinds 1 januari 2021 aan de [..] 63. Het is een wisselwoning, omdat de woning aan de [..] 52 werd gerenoveerd. Klager is veroordeeld tot betaling van een vordering, maar klager heeft nooit een dagvaarding ontvangen.

4. De beslissing van de voorzitter

4.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.1 De klacht is ingediend tegen een gerechtsdeurwaarderskantoor hetgeen op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet niet kan. Bij het onderzoek wie als beklaagde kan worden aangemerkt geldt als leidraad de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 25 juni 2013, (ECLI:NL:GHAMS:2013:2450). Uit dit arrest volgt dat bij klachten tegen een samenwerkingsverband de tuchtrechter zelf dient te onderzoeken tegen welke gerechtsdeurwaarder(s) van het samenwerkingsverband de klacht zich richt.

4.2 De in aanhef genoemde en aan het kantoor verbonden gerechts­deur­­waarder wordt als beklaagde aangemerkt, omdat zij de gewraakte ambtshandeling heeft uitgevoerd die geleid heeft tot het indienen van de klacht. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van eerdergenoemd artikel oplevert.

4.3 De voorzitter overweegt als volgt. Een gerechtsdeurwaarder is verplicht voorafgaand aan het verrichten van ambtshandelingen de Basisregistratie personen (hierna: BRP) te raadplegen. Uit de door de gerechtsdeurwaarder overgelegde uitdraai BRP volgt – in lijn met wat de gerechtsdeurwaarder daarover heeft aangevoerd – dat klager ingeschreven stond op de [..] 52 ten tijde van het dagvaarden. Dit adres is dan ook terecht opgenomen in het dagvaardingsexploot en heeft te gelden als bestemming voor de betekening op 14 september 2021. Dat klager ten tijde van de betekening van het dagvaardingsexploot op een ander adres verbleef is goed mogelijk, maar dat het dagvaardingsexploot hem om die reden niet zou hebben bereikt kan de gerechtsdeurwaarder niet worden aangerekend. Het is klager die ervoor dient zorg te dragen dat de inschrijving in de BRP juist is. Klager had bovendien – gelet op standpunt dat hij niet eerder van zaak op de hoogte was – daartoe aangewezen rechtsmiddel kunnen aanwenden, waarover hij bij de in persoon betekening van het vonnis is geïnformeerd. Het tuchtrecht is daarvoor niet de aangewezen weg.

4.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als kennelijk ongegrond afgewezen.

5. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager aangevoerd dat op het moment dat hij uit het verpleeghuis kwam, hij moest verhuizen naar een wisselwoning waarvoor hij ook het gas en licht had omgezet. Omdat de burgerlijke stand de ene na de andere fout maakte duurde de inschrijving wat langer. De woning was leeg, net als de woningen van de buren. Dat had de gerechtsdeurwaarder kunnen zien. Het argument dat klager ingeschreven stond op [..] 52 is juist, maar de gerechtsdeurwaarder had zelf moeten kijken en had niet moeten volstaan met het opvragen van het adres bij de burgerlijke stand.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 De kamer overweegt dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf heeft toegepast. De gronden van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter leveren geen nieuwe gezichtspunten op die maken dat de kamer tot een andere beslissing komt. De gerechtsdeurwaarder heeft de dagvaarding achtergelaten in de brievenbus van het adres waar klager destijds bij de Basisregistratie Personen (BRP) stond ingeschreven. De gerechtsdeurwaarder heeft daarbij niet geconstateerd dat de woning werd gerenoveerd omdat bijvoorbeeld de ramen waren dichtgetimmerd. Bovendien heeft klager bij zijn klacht aangegeven dat een oude vrouw op dat adres woonde. De kamer is het daarom met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

6.2 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. W.M. de Vries, voorzitter, mr. L. Voetelink en mr. J.M. Wisseborn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 oktober 2023, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.