ECLI:NL:TGDKG:2023:87 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/733411 / DW RK 23/150 MdV/RH

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2023:87
Datum uitspraak: 20-10-2023
Datum publicatie: 10-11-2023
Zaaknummer(s): C/13/733411 / DW RK 23/150 MdV/RH
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Niet gebleken is dat klager aggressief is bejegend, of dat dossiers niet compleet waren. De gerechtsdeurwaarder dient een vordering summier te toetsen in de incassofase. Verzet ongegrond. 

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 20 oktober 2023 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 21 april 2023 met zaaknummer C/13/719568 / DW RK 22/253 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/733411 / DW RK 23/150 MdV/RH ingesteld door:

[..],

wonende te [..],

klager,

tegen:

[..],

gerechtsdeurwaarder te [..],

beklaagde,

Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 1 juli 2022, heeft klager een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 1 september 2022, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

Bij beslissing van 21 april 2023 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Aan klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 24 april 2023. Bij brief, ingekomen op 8 mei 2023, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 8 september 2023 waar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klager is, door vertraging in het openbaar vervoer, niet ter zitting verschenen. De uitspraak is bepaald op 20 oktober 2023.

1. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

Vordering van ABN AMRO (hierna: ABN)

  • De gerechtsdeurwaarder heeft ten laste van klager een vordering van ABN ter incasso in behandeling gekregen. Bij brief van 7 april 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder klager en diens echtgenote aangeschreven over deze vordering.
  • Bij brief van 12 april 2022 is klager door Sociale Dienst [..] bericht dat zijn minnelijke schuldregeling met succes is afgerond per 1 maart 2022.
  • Na telefonisch contact met een budgetbeheerder bij de [..] heeft de gerechtsdeurwaarder op 14 april 2022 een brief over de zogenaamde eindcontrole van de schuldenregeling ontvangen.
  • Op 15 april 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder het kwijtingsbedrag (c.q. slotbetaling) ten gunste van ABN ontvangen. Het dossier is door de gerechtsdeurwaarder op 12 juli 2022 gesloten.

Vordering van VGZ-Iza Cura (hierna: VGZ)

  • Op 10 mei 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder de vordering van VGZ ter incasso in behandeling gekregen.
  • Op 18 mei 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder het bericht van de opdrachtgever ontvangen dat de hoofdsom was voldaan.
  • Bij brief van 24 mei 2022 heeft klager een brief van het CAK over de (nieuwe) premie per 1 juni 2022 ontvangen.
  • Bij brief van 25 mei 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder klager aangeschreven met betrekking tot de nog openstaande rente en incassokosten.
  • Bij brief van 25 mei 2022 heeft het CAK aan klager bericht dat de aanmelding bij het CAK onterecht was.
  • Nadat de gerechtsdeurwaarder door de [..] gewezen is op een kwijting na een minnelijke schuldregeling, ten gunste van klager, heeft de gerechtsdeurwaarder op 30 mei 2022 navraag gedaan bij VGZ.
  • Bij bericht van 17 juni 2021heeft VGZ aangegeven dat er inderdaad sprake was van finale kwijting via een succesvolle minnelijke schuldenregeling.
  • Op 22 juni 2021 is het dossier van VGZ gesloten bij de gerechtsdeurwaarder.

3. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich er – naar de voorzitter begrijpt – over dat de gerechtsdeurwaarder:

  1. klager op agressieve wijze bejegent;
  2. ten aanzien van de twee dossiers, onrechtmatig handelt dan wel heeft gehandeld in strijd met de volgens de beroepsorganisatie afgesproken beroepsethiek;
  3. heeft gesjoemeld met dateringen gezien de foutieve kruisverbanden;
  4. incassovorderingen heeft ingesteld terwijl de dossiers niet volledig aanwezig waren.

4. De beslissing van de voorzitter

4.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.1 Gerechtsdeurwaarders zijn ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaar­ders­­wet aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 De gerechtsdeurwaarder heeft het gestelde met betrekking tot de agressieve bejegening uitdrukkelijk ontkend. Nu klager niet nader heeft onderbouwd waar deze agressieve bejegening uit heeft bestaan, kan niet worden vastgesteld wie hier het gelijk aan zijn zijde heeft. In ieder geval blijkt uit de door klager overgelegde correspondentie niet van enige onheuse bejegening door de gerechtsdeurwaarder. Nu enig klachtwaardig handelen op dit punt wegens de betwisting door de gerechtsdeurwaarder niet kan worden vastgesteld, dient de klacht als zijnde kennelijk ongegrond te worden afgewezen.

4.3 Ten aanzien van klachtonderdeel b. overweegt de voorzitter als volgt. De gerechtsdeurwaarder heeft verklaard dat hem, ten tijde van het verkrijgen van de incasso’s, geen informatie is gegeven dat i) de vordering van ABN onderdeel was geworden van een minnelijke schuldenregeling en ii) dat de vordering van VGZ inmiddels was voldaan middels die minnelijke schuldenregeling. In de regel mag de gerechtsdeurwaarder uitgaan van de juistheid van de door zijn opdrachtgever gegeven informatie, tenzij hij gegronde redenen heeft om aan de juistheid daarvan te twijfelen. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat daarvan sprake is. Van de gerechtsdeurwaarder kan nu eenmaal niet worden gevergd een uitvoerig onderzoek in te stellen naar alle aan hem ter incasso overhandigde vorderingen. Een summiere toetsing van de vordering is in dat kader voldoende. Indien de debiteur gemotiveerde bezwaren maakt tegen de vordering zal de gerechtsdeurwaarder – bij wijze van een  klein onderzoek – deze bezwaren voorleggen aan de opdrachtgever. Dat is in beide zaken ook gebeurd, wat geleid heeft tot het sluiten van de dossiers bij de gerechtsdeurwaarder. Niet is gebleken van enig tuchtrechtelijk laakbaar, dan wel onrechtmatig handelen van de gerechtsdeurwaarder.

4.4 De stelling van klager dat de gerechtsdeurwaarder in strijd heeft gehandeld met de volgens de beroepsorganisatie afgesproken beroepsethiek kan bij gebrek aan nadere onderbouwing daarvan niet worden beoordeeld.

4.5 Ten aanzien van klachtonderdeel c. overweegt de voorzitter als volgt. Duidelijk is dat klager op 24 en 25 mei 2022 berichten van het CAK en een brief van gerechtsdeurwaarder heeft gekregen die inhoudelijk blijken te conflicteren met elkaar. Maar de enkele niet nader door klager onderbouwde stelling dat er overduidelijk gesjoemeld is met dateringen is onvoldoende om tuchtrechtelijk laakbaar handelen van de gerechtsdeurwaarder vast te stellen. Klager volstaat met algemeenheden zonder toelichting of onderbouwing.

4.6 Ten aanzien van klachtonderdeel d. overweegt de voorzitter als volgt. De gerechtsdeurwaarder heeft betwist dat er vanuit zijn organisatie de mededeling is gedaan dat het dossier nog niet compleet was. Nu klager zijn standpunt niet nader heeft onderbouwd kan niet worden vastgesteld wie hier het gelijk aan zijn zijde heeft. Nu enig klachtwaardig handelen op dit punt niet kan worden vastgesteld, wordt de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen.

4.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als kennelijk ongegrond afgewezen.

5. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager het volgende aangevoerd:

5.1 In de beslissing is voorbij gegaan aan de door klager ingebrachte stukken. Daarnaast is opgenomen dat de gerechtsdeurwaarder de klacht gemotiveerd heeft weersproken, hetgeen duidt op een vooringenomen stelling.

5.2 Klager heeft wel aangetoond dat sprake is van agressieve bejegening doordat op grond van valse data procedures zijn gestart.

5.3 Klager is het niet eens met de stelling onder 4.3 dat van de gerechtsdeurwaarder niet mag worden verwacht de juistheid van de claim te onderzoeken. Dit zou nou juist wel moeten en dat zou de beroepsgroep sieren. De gerechtsdeurwaarder knijpt een oogje dicht en zorgt ervoor dat een zogenaamde vordering torenhoog wordt.

5.4 In de beslissing onder 4.6 wordt opgemerkt dat klager zijn standpunt niet heeft onderbouwd. Doordat klager niet mocht reageren op het verweerschrift, heeft hij zijn standpunt niet nader kunnen toelichten, evenmin is hij ter zitting uitgenodigd om daarover nader gehoord te worden.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 De kamer overweegt dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf heeft toegepast. De gronden van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter leveren geen nieuwe gezichtspunten op die maken dat de kamer tot een andere beslissing komt. Daartoe wordt het volgende overwogen.

6.2 Ten aanzien van hetgeen klager stelt onder 5.1 wordt opgemerkt dat alle ingebrachte stukken bij de oorspronkelijke beslissing zijn betrokken. De stelling dat de gerechtsdeurwaarder de klacht gemotiveerd heeft weersproken houdt niets anders in dat de gerechtsdeurwaarder inhoudelijk heeft toegelicht waarom naar zijn mening de klacht dient te worden afgewezen.

6.3 Ten aanzien van verzetgrond 5.2 geldt het volgende. Indien klager bedoeld heeft te stellen dat het sturen van de brieven door de gerechtsdeurwaarder op zichzelf genomen getuigt van agressie, is dit onjuist. Gesteld kan worden dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte de brieven van 7 april 2022 en 25 mei 2022 heeft verzonden, maar dat daarachter enige opzet schuilt om klager te agressief te bejegenen kan niet worden aangenomen.

6.4 Ten aanzien van verzetgrond 5.3 geldt dat op grond van vaste jurisprudentie van de gerechtsdeurwaarder wordt verwacht dat hij een vordering marginaal toetst. Daarvan is gebleken. Nadat verweer kwam van de [..] heeft de gerechtsdeurwaarder zijn opdrachtgevers benaderd. Een en ander getuigt niet van een onjuiste werkwijze.

6.5 Ten aanzien van verzetgrond 5.4 wordt overwogen dat op grond van het procesreglement reageren op het verweerschrift niet mogelijk is. Door het indienen van de klacht en het indienen van een verweerschrift heeft hoor- en wederhoor plaatsgevonden. Indien klager het niet eens is met de beslissing kan hij verzet indienen waarna hij voor een zitting wordt opgeroepen, zoals hier ook is gebeurd (zij het dat klager daar niet op tijd heeft kunnen verschijnen).

6.6 De kamer is op grond van het bovenstaande met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

BESLISSING:

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. W.M. de Vries, voorzitter, mr. L. Voetelink en mr. J.M. Wisseborn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 oktober 2023, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.