ECLI:NL:TGDKG:2023:85 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/719133 / DW RK 22/240

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2023:85
Datum uitspraak: 20-10-2023
Datum publicatie: 10-11-2023
Zaaknummer(s): C/13/719133 / DW RK 22/240
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager heeft aangevoerd dat de vertaalkosten die hij moet betalen vanwege een parkeerboete uit Kroatië niet zijn gemaakt. De website van o.a. de gerechtsdeurwaarder t.b.v. parkeerboetes uit Kroatië is daarom niet juist. Met klager oordeelt de kamer dat de vertaalkosten in zijn zaak (en vele andere dossiers) feitelijk niet zijn gemaakt. Het gaat om een standaardbrief waarin slechts een aantal gepersonifieerde gegevens zijn ingevoegd. Aangenomen wordt dat deze documenten slechts eenmaal zijn vertaald en vervolgens telkens opnieuw worden gebruikt. Het stappenplan zoals dat op de website is gepubliceerd is daarom niet juist. De gerechtsdeurwaarder is als (mede) opsteller van de website en door het (laten) opnemen van zijn logo daarop verantwoordelijk voor de inhoud van die website en daarmee ook voor de onterecht opgevoerde vertaalkosten. De gerechtsdeurwaarder weet bovendien dat deze kosten niet worden gemaakt. De kamer overweegt verder dat de gerechtsdeurwaarder incassobrieven verstuurt die verwijzen naar de website met o.a. zijn logo, waardoor debiteuren zich onder druk gezet kunnen voelen de vordering te voldoen, te meer daar verweer voeren in Kroatië voor de gemiddelde foutparkeerder vrijwel ondoenbaar is. Verder stelt de kamer vast dat het stappenplan op de website niet juist is, waarmee de gerechtsdeurwaarder niet met de vereiste transparantie heeft geopereerd. Ten slotte geldt dat de gerechtsdeurwaarder in zijn brief voor vragen verwijst naar een website waarop de antwoorden van debiteuren moeten worden gevonden. Maar de gerechtsdeurwaarder distantieert zich vervolgens van die antwoorden door te stellen dat hij daar inhoudelijk geen bemoeienis mee heeft. Dat is in strijd met hetgeen een goed gerechtsdeurwaarder betaamt. Het staat vast dat de gerechtsdeurwaarder sinds vele jaren (2018) kosten heeft gevorderd waarvan hij wist, dat deze niet gemaakt werden. Dat is een ernstig vergrijp. Mede gezien de lange periode en de omvang oordeelt de Kamer dat daarom een zware maatregel op zijn plaats is en zal zij de gerechtsdeurwaarder de maatregel van een boete van € 5.000 opleggen.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van  20 oktober 2023 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/719133 / DW RK 22/240 MdV ingesteld door:

[..];

vertegenwoordigd door: [..],

gevestigd te [..],

klager,

tegen:

[..],

gerechtsdeurwaarder te [..],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 22 juni 2022, heeft klager een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op  12 juli 2022, heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 8 september 2023 alwaar klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 20 oktober 2023.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-          een auto die bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer staat geregistreerd op naam van klager heeft op 13 juli 2021 fout geparkeerd in Kroatië en daarvoor een parkeerbon van, omgerekend, ongeveer € 17,50 gekregen;

-          op 1 juni 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder aan klager een incassobrief verzonden voor een bedrag van € 288,40, in verband met de hiervoor genoemde onbetaald gelaten parkeergelden. Bij de brief zijn gevoegd een brief van een advocaat, een brief van de Kroatische autoriteiten en een Nederlandse vertaling van die brief;

-          in de brief wordt onder meer verwezen naar de website www.parkereninkroatie.nl;

-          de website, die linksboven het logo van het kantoor van de gerechtsdeurwaarder en rechtsboven het logo van [..] advocaten bevat, verwijst over de in Nederland te verrichten incassoactiviteiten, naar een stappenplan dat luidt:

            “Er kunnen enkele stappen/acties worden onderscheiden:

1. Het openen en bestuderen van een dossier per schuldenaar;

2. Verificatie van de gegevens van de schuldenaar – die immers onbekend is bij het Kroatische parkeerbedrijf – door de Nederlandse advocaat;

4. Het voorbereiden van de sommatiebrief;

7. Vertaling van de documenten en de sommatiebrief;

11. Het versturen van de sommatiebrief, het contact en de verdere afhandeling met de schuldenaar.”;

-          op 8 juni 2022 heeft klager bezwaar gemaakt tegen de hoogte van de vordering;

-          op 9 juni 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd;  

-          op 10 juni 2022 heeft klager opnieuw (gemotiveerd) bezwaar gemaakt tegen de hoogte van  de vordering;

-          op 21 juni 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd;

-          op 22 juni 2022 heeft klager zijn standpunt herhaald.

2. De klacht

Klager beklaagt zich samengevat over het volgende.

In de brief van de gerechtsdeurwaarder over de vordering wordt verwezen naar een door de gerechtsdeurwaarder opgezette website met logo’s van zowel het kantoor van de gerechtsdeurwaarder als van het kantoor [..] Advocaten waarin gelogen wordt over de hoogte van de schade. Verweer tegen de hoogte van de vordering is niet mogelijk omdat het gaat om een zaak naar Kroatisch recht. Het zou klager enorm veel tijd, geld en moeite kosten om zich te verdedigen in een land dat 1500 km verderop ligt. Daarnaast heeft de gerechtsdeurwaarder meegedeeld dat als men de zaak wint, de client in hoger beroep zal gaan, waardoor de vordering alleen maar hoger wordt. De gerechtsdeurwaarder weet dat en maakt daar misbruik van. De gerechtsdeurwaarder beweert dat zijn client Pula Parking d.o.o. gevestigd te Kroatië onder meer € 75,= schade aan vertaalkosten heeft gemaakt. De in het Nederlands vertaalde brief betreft echter een standaardbrief met alleen een aanpassing voor kenteken, datum en adres. Deze brief wordt sinds 2018 op grote schaal door de gerechtsdeurwaarder verspreid onder de debiteuren van de opdrachtgever. De gerechtsdeurwaarder gaat in de gevoerde correspondentie niet in op het argument van klager dat de vertaalkosten niet in rekening gebracht mogen worden. Het proces is zodanig gestandaardiseerd dat het voor de hoogte van de vordering niet uitmaakt wat de dagkaart voor het parkeren heeft gekost.   

Door op grote schaal actief te liegen voor zijn client breekt de gerechtsdeurwaarder zijn eed/belofte en hij brengt schade toe aan het ambt. Er is sprake van oplichting, afpersing en deelname aan een criminele organisatie.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

Ter zitting en in zijn verweerschrift heeft de gerechtsdeurwaarder zich op het standpunt gesteld dat hij geen bemoeienis heeft met de hoogte van de vordering.
De advocaat in Kroatië behandelt de zaak en de advocaat in Nederland vraagt de gerechtsdeurwaarder de incasso ter hand te nemen. Hij is weliswaar medeontwerper van de website, maar deze dient slechts om debiteuren in deze zaken goed te informeren. Ten aanzien van de vertaalkosten geldt eveneens dat dat de gerechtsdeurwaarder daarin geen bemoeienis heeft.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.2 Vastgesteld wordt dat de gerechtsdeurwaarder weliswaar heeft geantwoord op klagers e-mails maar daarin niet is ingegaan op de stelling van klager ten aanzien van de niet gemaakte vertaalkosten. In de e-mails van de gerechtsdeurwaarder van 9 juni en 21 juni 2022 worden slechts de stellingen herhaald uit de incassobrief en wordt verwezen naar de website. Op de website wordt onder andere het volgende vermeld:  ‘Indien u meent dat de vordering onterecht is, kunt u uw bezwaar kenbaar maken door dit schriftelijk kenbaar te maken bij [..]Gerechtsdeurwaarders’. Deze mededeling is zinledig wanneer, zoals in onderhavige zaak, niet inhoudelijk wordt ingegaan op de stellingen van klager.

4.3 Met klager oordeelt de kamer dat de vertaalkosten in zijn zaak (en vele andere dossiers) feitelijk niet zijn gemaakt. Door de gerechtsdeurwaarder is dit ook niet weersproken. Het gaat om een standaardbrief waarin slechts een aantal gepersonifieerde gegevens zijn ingevoegd. Aangenomen wordt dat deze documenten slechts eenmaal zijn vertaald en vervolgens telkens opnieuw worden gebruikt. Het stappenplan zoals dat op de website is gepubliceerd is daarom niet juist. De gerechtsdeurwaarder is als (mede) opsteller van de website en door het (laten) opnemen van zijn logo daarop naast het genoemde advocatenkantoor verantwoordelijk voor de inhoud van die website en daarmee ook voor de onterecht opgevoerde vertaalkosten. De gerechtsdeurwaarder weet bovendien dat deze kosten niet worden gemaakt.

De gerechtsdeurwaarder heeft betoogd dat het opvoeren van niet-gemaakte vertaalkosten naar Kroatisch recht is toegestaan en beroept zich daarbij op een uitspraak van een Kroatische rechter. Dit betoog gaat niet op. De uitspraak is een verstekvonnis en betreft dus een vordering die niet is weersproken. Verder verwijst klager naar een uitspraak van een Kroatische rechter waarin is bepaald dat het in rekening brengen van niet-gemaakte vertaalkosten niet is toegestaan. De kamer kan dan ook niet anders dan concluderen dat niet is gebleken dat naar Kroatisch recht het in rekening brengen van niet-gemaakte vertaalkosten is toegestaan.

4.4 De kamer overweegt verder dat de gerechtsdeurwaarder incassobrieven verstuurt die verwijzen naar een website met een logo van zijn kantoor en van het advocatenkantoor, waardoor debiteuren zich onder druk gezet kunnen voelen de vordering te voldoen, te meer daar verweer voeren in Kroatië voor de gemiddelde foutparkeerder vrijwel ondoenbaar is. Verder stelt de kamer vast dat het stappenplan op de website – waaraan de gerechtsdeurwaarder zijn naam heeft verbonden – niet juist is, waarmee de gerechtsdeurwaarder niet met de vereiste transparantie heeft geopereerd. Ten slotte geldt dat de gerechtsdeurwaarder in zijn brief voor vragen verwijst naar een website waarop de antwoorden van debiteuren moeten worden gevonden. Maar de gerechtsdeurwaarder distantieert zich vervolgens van die antwoorden door te stellen dat hij daar inhoudelijk geen bemoeienis mee heeft. Dat is in strijd met hetgeen een goed gerechtsdeurwaarder betaamt.

4.5 Gezien het voorgaande stelt de kamer vast dat de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar handelt en dat de klacht van klager gegrond is. Dit oordeel leidt evenwel niet tot de conclusie dat sprake is van oplichting, afpersing, deelnemen aan een criminele organisatie of schade toebrengen aan het ambt, conclusies die overigens niet aan de tuchtrechter zijn.

4.6 Wel staat vast dat de gerechtsdeurwaarder sinds vele jaren (2018) kosten heeft gevorderd waarvan hij wist,  dat deze niet gemaakt werden. Dat is een ernstig vergrijp. Mede gezien de lange periode en de omvang oordeelt de Kamer dat daarom een zware maatregel op zijn plaats is en zal zij de gerechtsdeurwaarder de maatregel van een boete van € 5.000 opleggen.

4.7 De kamer zal de gerechtsdeurwaarder op grond van artikel 43a lid 1 onder a en b van de Gerechtsdeurwaarderswet jo de Tijdelijke Richtlijn kostenveroordeling kamer voor gerechtsdeurwaarders (Staatscourant 1 februari 2018, nr. 5882) tevens veroordelen in de proceskosten. Voor klager worden die begroot op het forfaitaire bedrag van € 50,-. Voor de procedure worden de kosten begroot op het forfaitaire bedrag van € 1.500,-.

4.8 Op grond van artikel 37 lid 7 van de Gerechtsdeurwaarderswet bepaalt de kamer dat de gerechtsdeurwaarder aan klager het betaalde griffierecht vergoedt.

4.9 Op grond van voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:             

  • verklaart de klacht gegrond;
  • legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel op van een geldboete van
    € 5.000,00, te betalen aan het LDCR op de wijze en binnen de termijn als door het LDCR aan de gerechtsdeurwaarder wordt meegedeeld, nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden;
  • veroordeelt de gerechtsdeurwaarder in de proceskosten van klager, te begroten op € 50,-, te betalen na onherroepelijk worden van deze uitspraak;
  • bepaalt dat de gerechtsdeurwaarder aan klager het betaalde griffierecht ad

€ 50,- vergoedt, na onherroepelijk worden van deze uitspraak;

  • veroordeelt de gerechtsdeurwaarder in de kosten van de behandeling van de klacht door de kamer, te begroten op € 1.500,-, te betalen aan het LDCR op de wijze en binnen de termijn als door het LDCR aan de gerechtsdeurwaarder wordt meegedeeld, nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden.

Aldus gegeven door mr. W.M. de Vries, voorzitter, mr. L. Voetelink en mr. J.M. Wisseborn, leden, uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 oktober 2023, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.