ECLI:NL:TGDKG:2023:58 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/717173 / DW RK 22/171 MdV/SM

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2023:58
Datum uitspraak: 30-08-2023
Datum publicatie: 31-08-2023
Zaaknummer(s): C/13/717173 / DW RK 22/171 MdV/SM
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Maatregel: waarschuwing. Vast is komen te staan dat de gerechtsdeurwaarder tweemaal een exploot heeft betekend aan het geheime c.q. afgeschermde (voormalig) woonadres. In een uitspraak van de kamer van 6 mei 2022 (ECLI:NL:TGDKG:2022:99) is reeds geoordeeld dat een bewindvoerder belang heeft bij het geheimhouden van zijn (adres)gegevens. Hetzelfde geldt voor een afgeschermd zaakadres. De gerechtsdeurwaarder mag in beginsel afgaan op de in de systemen opgenomen adresgegevens, maar dient, indien sprake is van een afgeschermd zaakadres, het te respecteren belang van klager in zijn functie van bewindvoerder om zijn gegevens afgeschermd te houden, te eerbiedigen.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 30 augustus 2023 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/717173 / DW RK 22/171 MdV/SM ingesteld door:

[   ], h.o.d.n. [   ],

gevestigd te [   ],

klager,

tegen:

mr. [   ],

gerechtsdeurwaarder te [   ],

beklaagde.

Ontstaan en verloop van de procedure

Bij e-mail met bijlagen, ingekomen op 6 mei 2022, heeft klager een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 2 juni 2022, heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 5 juli 2023 alwaar klager telefonisch is gehoord en de gerechtsdeurwaarder ter zitting is verschenen. De uitspraak is nader bepaald op 30 augustus 2023.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-          Klager is beschermingsbewindvoerder van de heer [   ]. Op 6 januari 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder een dwangbevel aan [   ] betekend aan klager op zijn voormalig woonadres aan de [   ] te [   ].

-          Bij exploot van 23 februari 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder een executoriaal derdenbeslag betekend aan klager, eveneens aan de [   ] te [   ].

-          Bij brief van 10 maart 2022 heeft klager bij de gerechtsdeurwaarder een klacht ingediend over het opnemen van voornoemd geheim adres in de betekende stukken. In de brief refereert klager ook aan een e-mail van 17 januari 2022 waarin hij bezwaar heeft gemaakt tegen het gebruik van dit adres en tevens kenbaar heeft gemaakt in februari 2021 te zijn verhuisd (van de [   ] voornoemd).

-          Bij e-mail van 16 maart 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd op de klacht.

-          Bij e-mail van 22 maart 2022 heeft klager de gerechtsdeurwaarder meegedeeld dat hij niet tevreden is met de afhandeling van de klacht.

-          Bij e-mail van 20 april 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd op het verzoek om geheimhouding van het adres van klager en medegedeeld dat het dossier op verzoek van de opdrachtgever is gesloten.

2. De klacht

Klager beklaagt zich - samengevat - er over dat de gerechtsdeurwaarder:

1. onzorgvuldig gebruik heeft gemaakt van klagers geheime (woon)adres bij de betekening van ambtelijke stukken ten laste van de cliënt van klager. Deze werkwijze maakt het mogelijk dat deze cliënt op de hoogte kan raken van het adres van klager;

2. laat en onvolledig heeft gereageerd op de klacht van klager van 10 maart 2022. In het bijzonder heeft de gerechtsdeurwaarder niet gereageerd op de vraag hoe hij is omgegaan met het feit dat hij privacygevoelige gegevens van zijn client heeft gedeeld met een derde;

4. de privacy van zijn client heeft geschonden door het afgeven van privacygevoelige documenten op een verkeerd adres.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Klachten kunnen niet worden gericht tegen een gerechtsdeurwaarderskantoor. In het verweer heeft bovengenoemde gerechtsdeurwaarder zich opgeworpen als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van de beslissing rekening gehouden. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.2 Ten aanzien van klachtonderdeel a wordt het volgende overwogen. Vast staat dat de gerechtsdeurwaarder tweemaal een exploot heeft betekend aan het geheime c.q. afgeschermde (voormalig) woonadres, later alleen het zaakadres, van klager. De gerechtsdeurwaarder heeft in zijn verweerschrift aangevoerd dat hij de gegevens van de Kamer van Koophandel (hierna: de KvK) heeft geraadpleegd en als gevolg daarvan niet het woonadres heeft opgenomen in het exploot, maar wel het afgeschermde zaakadres van klager. Voorts heeft de gerechtsdeurwaarder ter zitting summier het technische proces uiteengezet in het geval sprake is van een geheim/afgeschermd adres. Dit komt er op neer dat een toegewezen codering ervoor moet zorgdragen dat dergelijke afgeschermde gegevens niet in het exploot belanden.

4.3 Ten tijde van de betekening van de betreffende exploten heeft voornoemde codering niet plaatsgevonden ten aanzien van het zaakadres (wel ten aanzien van het geheime woonadres). Doordat het systeem daar destijds niet toe was uitgerust heeft dit ertoe geleid dat het afgeschermde zaakadres van klager in de exploten is gekomen. De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat de website van klager geen aanknopingspunt voor een adres bood en dat daarom de KvK is geraadpleegd, waarin het afgeschermde zaakadres vermeld werd.

4.4 In een uitspraak van de kamer van 6 mei 2022[1] is geoordeeld dat een bewindvoerder belang heeft bij het geheimhouden van zijn (adres)gegevens. Hetzelfde geldt voor een afgeschermd zaakadres. Het belang bestaat er uit dat de onderbewindgestelde niet de (adres)gegevens van de bewindvoerder kan achterhalen. Gepaste zorgvuldigheid is daarom geboden. De gerechtsdeurwaarder mag in beginsel afgaan op de in de systemen opgenomen adresgegevens, maar dient, indien sprake is van een afgeschermd zaakadres, het te respecteren belang van klager in zijn functie van bewindvoerder om zijn gegevens afgeschermd te houden, te eerbiedigen.

Met de door de gerechtsdeurwaarder toegelichte aanpassing in zijn systeem en werkwijze heeft de gerechtsdeurwaarder ervan blijk gegeven dit inmiddels te hebben begrepen, maar feit blijft dat de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door het afgeschermde zaakadres in zijn exploten op te nemen.Dit onderdeel van de klacht is dus gegrond.

4.5 Ten aanzien van klachtonderdeel b. overweegt de kamer als volgt. Klager heeft op 10 maart 2022 een klacht ingediend over de werkwijze van de gerechtsdeurwaarder. Klager verwijst onder andere naar een e-mail van 17 januari 2022, die niet in het dossier van de kamer zit, waarin hij zou hebben aangegeven dat hij in februari 2021 is verhuisd. Op 16 maart 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder een e-mail naar klager gestuurd naar aanleiding van deze klacht, waarin kort wordt gemeld dat er sprake is van een systeemfout. Klager heeft op 22 maart 2022 bezwaar gemaakt tegen de wijze van  afhandeling van de klacht.

4.6 Nu de gerechtsdeurwaarder, volgens vaste rechtspraak, binnen een redelijke termijn (van 14 dagen) heeft gereageerd op de klacht van klager, kan niet worden geoordeeld dat hij te laat heeft gereageerd. Klager kan wel worden gevolgd in zijn standpunt dat niet wordt ingegaan op klagers klacht dat het voorval zich twee keer heeft voorgedaan ondanks dat klager op 17 januari 2022 zou hebben geklaagd over de werkwijze en dat niet op deze e-mail is gereageerd. De gerechtsdeurwaarder heeft ter zitting echter onweersproken aangevoerd de e-mail van 17 januari 2022 niet te hebben ontvangen.

4.7 Ten aanzien van klachtonderdeel c,. waarin klager stelt dat er sprake is van privacyschending, wordt als volgt overwogen. Hoewel klager geen belang heeft bij dit onderdeel van de klacht – omdat het niet over zijn eigen privacy gaat – geldt in het algemeen dat sprake is van privacyschending wanneer exploten op een onjuist adres worden bezorgd. De gerechtsdeurwaarder heeft desgevraagd aangevoerd geen aanleiding te hebben gezien melding te maken bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). De gerechtsdeurwaarder stelt betekend te hebben aan een zaakadres, waardoor er geen sprake zou zijn van enige privacyschending. Dat zou anders zijn geweest als hij de stukken aan een foutief woonadres had betekend. De kamer houdt het voor mogelijk dat de gerechtsdeurwaarder aan de AP had moeten melden dat de exploten zijn betekend aan een adres, waarvan klager stelt dat dit het onjuiste adres was en die dus bij een onbekende derde zijn terechtgekomen, maar de kamer is niet de geëigende instantie om daarover te oordelen.

4.8 De kamer verklaart de klacht, zoals hiervoor overwogen, gedeeltelijk gegrond.  Nu geen afschrift van de betekening is gestuurd aan de client van klager en niet is vast te stellen dat het exploot van 23 februari 2022 willens en wetens op dezelfde foute manier is betekend (aangezien niet vast staat dat de gerechtsdeurwaarder de e-mail van klager van 17 januari 2022, waarin de verhuizing wordt gemeld, heeft ontvangen) zal de kamer volstaan met het opleggen van de maatregel van waarschuwing. Bij die stand van zaken ziet de kamer geen aanleiding om de gerechtsdeurwaarder te veroordelen in de kosten van de procedure. Omdat de klacht deels gegrond is, dient de gerechtsdeurwaarder wel aan klager het betaalde griffierecht te vergoeden, alsmede de door klager gemaakte (forfaitair vast te stellen) kosten.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart de klachtonderdeel a. gegrond;
  • legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van waarschuwing op;
  • veroordeelt de gerechtsdeurwaarder in de proceskosten van klager, te begroten op € 50,00, te betalen nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden;
  • veroordeelt de gerechtsdeurwaarder tot betaling aan klager van het door hem betaalde griffierecht van € 50,00, nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden.

Aldus gegeven door mr. W.M. de Vries, voorzitter, en mr. A.E. de Vos en mr. A.W. Veth , leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 augustus 2023, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.

[1] ECLI:NL:TGDKG:2022:99