ECLI:NL:TGDKG:2023:53 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam c/13/714537 DW RK 22/93 MdV/RH

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2023:53
Datum uitspraak: 12-06-2023
Datum publicatie: 14-08-2023
Zaaknummer(s): c/13/714537 DW RK 22/93 MdV/RH
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Bewijsbeslag. Het verleende verlof is de basis is van het gelegde beslag. In het proces-verbaal van beslaglegging is omschreven waarop (globaal) beslag is gelegd. Vervolgens is een selectie gemaakt van een aantal bescheiden welke vielen binnen de reikwijdte van het verleende verlof. Alle overige data zijn vernietigd, aldus het exploot. Het feit dat de gerechtsdeurwaarder vervolgens buiten aanwezigheid van klager een nieuwe selectie uit de ruwe data heeft gemaakt, is in strijd met het verleende verlof. Daarnaast heeft de gerechtsdeurwaarder in strijd gehandeld met het exploot door een selectie te maken uit bestanden die volgens dat exploot waren vernietigd. De gerechtsdeurwaarder heeft de gegevens zonder klager daarvan van te voren op de hoogte te stellen gedeeld met zijn opdrachtgever. Hierdoor is klagers rechtspositie ernstig verzwakt, zowel ten aanzien van de selectie van de door het beslag getroffen bestanden, als ten aanzien van het delen van deze bestanden met de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder. Maatregel van berisping en boete opgelegd. 

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 12 juni 2023 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/714537 / DW RK 22/93 MdV/RH ingesteld door:

[klager],

wonende te [..],

klager,

tegen:

[..],

toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [..],

beklaagde,

gemachtigde: [..].

Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 28 februari 2022, heeft klager een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 26 april 2022, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 14 april 2023 alwaar klager, de gerechtsdeurwaarder en diens gemachtigde zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 26 mei 2023, maar is aangehouden tot 12 juni 2023.

1. Feiten en omstandigheden

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           klager en een collega van hem zijn door hun ex-werkgever beschuldigd van het handelen in strijd met geheimhoudings- en relatiebedingen. In dit kader heeft de ex-werkgever bij beschikking van 16 oktober 2020 verlof verkregen van de  rechtbank Midden Nederland om conservatoir bewijsbeslag te leggen onder klager;

-           op 26 oktober 2020 heeft toegevoegd gerechtsdeurwaarder [..]ten uitvoering van het bewijsbeslag de telefoon en laptop van klager gevorderd en daarvan globale kopieën laten maken, die aan de gerechtelijk bewaarder zijn overhandigd;

-           op 17 december 2020 is [..] samen met de beklaagde gerechtsdeurwaarder bij de gerechtelijk bewaarder geweest om de in beslag genomen bescheiden op relevantie te duiden. Klager en zijn advocaat, en ook een IT-specialist, waren hierbij aanwezig. Volgens het door [..] opgemaakte proces-verbaal zijn aan de hand van de beschikking van de rechtbank Midden Nederland in totaal 390 relevante bestanden gedefinieerd die vielen onder de reikwijdte van het beslag, waarvan kopieën zijn gemaakt op een USB-stick die aan de gerechtelijk bewaarder is overhandigd. Volgens het proces-verbaal zijn alle overige, niet relevante, data vernietigd;

-           op 12 november 2021 is vonnis gewezen in de procedure tussen de ex-werkgever en klager en diens oud-collega;

-           de gerechtsdeurwaarder heeft op 3 december 2021 aan klager bericht dat hij de behandeling van het dossier geheel van [..] had overgenomen. Verder berichtte de gerechtsdeurwaarder dat nadere bestudering van het vonnis hem noopte tot herziening van de bescheiden die onder het beslag vielen. De gerechtsdeurwaarder had nog een map en andere digitale documenten in beslag genomen, deze overhandigd aan de gerechtelijk bewaarder en vrijgegeven aan de ex-werkgever van klager;

-           het proces-verbaal van het nader gelegde beslag is op 7 december 2021 aan klager betekend;

-           op 8 december 2021 heeft klager de gerechtsdeurwaarder gemaild met de vraag hoe diens artikel “het bewijsbeslag in de praktijk” zich verhield met het nader gelegde beslag;

-           op 30 december 2021 heeft klager de gerechtsdeurwaarder een rappel gestuurd, omdat hij nog geen reactie had gekregen op zijn mail van 8 december 2021;

-           op 1 maart 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder opdracht gekregen van de beslaglegger dat het beslag opgeheven dient te worden;

-           de data zijn op 3 maart 2022 vernietigd.

2. De klacht

Klager beklaagt zich samengevat over het volgende.

a: De gerechtsdeurwaarder heeft een nieuwe duiding gemaakt van 8.039 berichten en bestanden nadat de definitieve selectie van 390 bestanden daadwerkelijk in beslag te nemen bescheiden heeft plaatsgevonden, terwijl deze bescheiden volgens het eerder opgemaakte exploot buiten de reikwijdte van het beslag vielen en vernietigd zouden zijn. Deze bescheiden bevatten uitgebreide geprivilegieerde communicatie en geheime informatie.

b: De gerechtsdeurwaarder heeft deze bescheiden vervolgens gedeeld met de opdrachtgever en dit pas achteraf met klager gecommuniceerd. De nieuwe selectie bevat uitgebreide geprivilegieerde informatie, vertrouwelijke informatie over klagers onderneming en privacygevoelige persoonsgegevens van klanten en privé communicatie. Daarnaast bevat de selectie documenten over het juridische proces waarin klager met zijn ex-werkgever verwikkeld is, waardoor zijn juridische strategie en onderhandelingspositie bekend is geworden bij de tegenpartij. Klager heeft daardoor het hoger beroep moeten intrekken en was genoodzaakt de zaak te schikken. 

c: De gerechtsdeurwaarder weigert kopieën van klagers mobiele telefoon en laptop welke zowel bij klager en diens echtgenote privé en voor zakelijke doeleinden in gebruik waren, te verwijderen.

d: De gerechtsdeurwaarder is de telefonisch toegezegde opvolgingen niet nagekomen.

e: De gerechtsdeurwaarder heeft geen schriftelijk reactie gegeven op de e-mails van klager.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en toegevoegd gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.2 De kamer overweegt ten aanzien van klachtonderdeel a. het volgende. De vraag die voorligt is of het de gerechtsdeurwaarder was toegestaan (opnieuw) een nadere selectie uit de globaal beslagen bestanden te maken nadat bij exploot van 17 december 2020 op 390 bestanden beslag was gelegd. Uitgangspunt is dat het op 16 oktober 2020 verleende verlof de basis is van het gelegde beslag. In het proces-verbaal van beslaglegging van 26 oktober 2020 is omschreven waarop (globaal) beslag is gelegd. Vervolgens is op 17 december 2020 een selectie gemaakt van in totaal 390 bescheiden welke vallen binnen de reikwijdte van het verleende verlof. Van deze bestanden is een kopie gemaakt op een USB-stick, die in bewaring is gegeven aan de gerechtelijk bewaarder. Alle overige data zijn vernietigd, aldus het exploot van 17 december 2020 opgemaakt door [..].

Het feit dat de gerechtsdeurwaarder vervolgens buiten aanwezigheid van klager een nieuwe selectie uit de ruwe data heeft gemaakt, is in strijd met het verleende verlof, onder 3.7 onder b. Daarnaast heeft de gerechtsdeurwaarder in strijd gehandeld met het exploot van 17 december 2020 door een selectie te maken uit bestanden die volgens dat exploot waren vernietigd. Dat de gerechtsdeurwaarder, zoals hij ter zitting heeft verklaard, de laatste zin van het exploot van [..] eerst na het indienen van de klacht heeft opgemerkt, maakt het eigenlijk nog erger. De klacht hieromtrent is terecht voorgesteld, de gerechtsdeurwaarder heeft tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld.

4.3 Ten aanzien van klachtonderdeel b. overweegt de kamer dat de gerechtsdeurwaarder eveneens tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld door de gegevens zonder klager daarvan van te voren op de hoogte te stellen te delen met zijn opdrachtgever. De stelling van de gerechtsdeurwaarder dat klager een executiegeschil had kunnen opstarten, is zinledig nu klager niet op de hoogte was gesteld van het maken van de nieuwe selectie. Door deze handelwijze is klagers rechtspositie ernstig verzwakt, zowel ten aanzien van  de selectie van de door het beslag getroffen bestanden, als ten aanzien van het delen van deze bestanden met de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder. De stelling van de gerechtsdeurwaarder dat klager in beroep had kunnen gaan tegen het vonnis is eveneens zinledig, nu de gegevens met daarbij klagers juridische strategie al waren gedeeld met de opdrachtgever.    

4.4 Ten aanzien van klachtonderdelen c. en d. overweegt de kamer dat volgens de heimelijk door klager gemaakte transcriptie van het telefoongesprek de gerechtsdeurwaarder zou hebben toegezegd dat privé foto’s alvast zouden worden gewist. Niet is gebleken dat dit is gebeurd. Het tegendeel blijkt echter ook niet. Van andere toezeggingen die de gerechtsdeurwaarder zou hebben gedaan in het telefoongesprek is niet gebleken. Ook is niet gebleken dat de gerechtsdeurwaarder anderszins een toezegging heeft gedaan.    

4.5 Ten aanzien van klachtonderdeel e. overweegt de kamer dat klager geen inhoudelijk antwoord heeft gekregen op zijn e-mail van 8 december 2021 noch op het rappel van 30 december 2021. Onweersproken is echter dat klager op zijn mail van 8 december 2021 een automatische afwezigheidsmelding heeft gekregen waaruit bleek dat de gerechtsdeurwaarder voor langere tijd afwezig zou zijn. Niet gebleken is dat klager zijn mail vervolgens aan een kantoorgenoot of medewerker heeft gezonden, alvorens op 30 december 2021 te rappelleren. Onder die omstandigheden valt de gerechtsdeurwaarder geen verwijt te maken van het uitblijven van een inhoudelijke reactie.

4.6 Gelet op het hiervoor overwogene onder 4.2, 4.3 en 4.5 en de ernst van de overtredingen, ziet de kamer aanleiding tot het opleggen van twee maatregelen, namelijk een berisping en een boete. Het leggen van beslag behoort tot de kernwerkzaamheden van een gerechtsdeurwaarder en klager lijkt door de onjuiste handelwijze van de gerechtsdeurwaarder daadwerkelijk te zijn geschaad in zijn belangen.

4.7 De kamer zal de gerechtsdeurwaarder op grond van artikel 43a lid 1 onder a en b van de Gerechtsdeurwaarderswet jo de Tijdelijke Richtlijn kostenveroordeling kamer voor gerechtsdeurwaarders (Staatscourant 1 februari 2018, nr. 5882) tevens veroordelen in de proceskosten. Voor klager worden die begroot op het forfaitaire bedrag van € 50,-. Voor de procedure worden de kosten begroot op het forfaitaire bedrag van € 1.500,-.

4.8 Op grond van artikel 37 lid 7 van de Gerechtsdeurwaarderswet bepaalt de kamer dat de gerechtsdeurwaarder aan klager het betaalde griffierecht vergoedt.

4.9 Op grond van voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:              

  • verklaart klachtonderdelen a., b., en e. gegrond;
  • legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op;
  • legt de gerechtsdeurwaarder tevens de maatregel op van een geldboete van
    € 750,00, te betalen aan het LDCR op de wijze en binnen de termijn als door het LDCR aan de gerechtsdeurwaarder wordt meegedeeld, nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden;
  • veroordeelt de gerechtsdeurwaarder in de proceskosten van klager, te begroten op € 50,00, te betalen na onherroepelijk worden van deze uitspraak;
  • bepaalt dat de gerechtsdeurwaarder aan klager het betaalde griffierecht ad

€ 50,00 vergoedt, na onherroepelijk worden van deze uitspraak;

  • veroordeelt de gerechtsdeurwaarder in de kosten van de behandeling van de klacht door de kamer, te begroten op € 1.500,00, te betalen aan het LDCR op de wijze en binnen de termijn als door het LDCR aan de gerechtsdeurwaarder wordt meegedeeld, nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden.

Aldus gegeven door mr. W.M. de Vries, voorzitter, mr. S.N. Schipper en M.F.J. Pijnenburg, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juni 2023, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.