ECLI:NL:TGDKG:2023:52 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/718506 DW RK 22/215 LV/RH

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2023:52
Datum uitspraak: 30-06-2023
Datum publicatie: 27-07-2023
Zaaknummer(s): C/13/718506 DW RK 22/215 LV/RH
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Het betekenen van ambtelijke stukken is een kerntaak van de gerechtsdeurwaarder en de gerechtsdeurwaarder heeft dan ook tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de dagvaarding aan een onjuist adres te betekenen. De kamer ziet geen aanleiding een maatregel op te leggen nu de gerechtsdeurwaarder heeft heeft erkend dat zij een fout heeft gemaakt en heeft meegdeeld haar werkwijze aan te passen. Daarnaast heeft zij ook excuses aangeboden aan klager.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 30 juni 2023 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/718506 / DW RK 22/215 LV/RH ingesteld door:

[klager],

wonende te [..],

klager,

tegen:

[..],

gerechtsdeurwaarder te [..],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 9 juni 2022, heeft klager een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 7 juli 2022, heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd. Op 5 mei 2023 heeft klager zijn klacht nader toegelicht en uitgebreid. De gerechtsdeurwaarder heeft op 12 mei 2023 een nader verweer ingebracht. Klager heeft op 19 mei 2023 daarop gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 19 mei 2023 alwaar de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klager is telefonisch gehoord. De uitspraak is bepaald op 30 juni 2023.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van het volgende feit:

-           de gerechtsdeurwaarder heeft op 28 oktober 2021 een dagvaarding gericht aan klager op een onjuist adres betekend.         

2. De klacht

Klager beklaagt zich samengevat over het volgende.

De dagvaarding is op een fout adres afgeleverd, terwijl het juiste adres meerdere malen in de dagvaarding is vermeld. De dagvaarding is in verkeerde handen terecht gekomen. Indien de dagvaarding niet bij klager terecht was gekomen, hetgeen zeer waarschijnlijk was geweest, dan had dat klager nadeel kunnen opleveren.

Klager heeft op 5 mei 2023 aan zijn klacht toegevoegd dat de dagvaarding in een open envelop werd afgeleverd. Indien klager bij verstek zou zijn veroordeeld dan had hij financieel nadeel kunnen lijden nu in de dagvaarding een bedrag van € 4.472,07 vermeerderd met wettelijke rente werd gevorderd en daarnaast de kosten van de procedure, inclusief de kosten van het nasalaris van de gemachtigde van eiser. De gerechtsdeurwaarder dient daarom te worden veroordeeld een schadevergoeding aan klager te voldoen van € 1.500.  

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder stelt zich samengevat op het standpunt dat zij inderdaad de dagvaarding op een onjuist adres heeft betekend. Zij betwist klagers stelling dat de envelop geopend bij hem is bezorgd.  

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.2 De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat de dagvaarding op een onjuist adres is bezorgd. De gerechtsdeurwaarder heeft ter zitting meegedeeld dat het adres waarschijnlijk op een ‘geeltje’ op de envelop was geplakt en dat zij niet meer kan nagaan of het adres daarop juist was vermeld omdat zij die geeltjes weggooit na betekening. Ter plekke heeft de gerechtsdeurwaarder geconstateerd dat niemand aanwezig was aan wie zij het exploot kon laten, daarop heeft zij de envelop dichtgeplakt en in de brievenbus van, naar later bleek, het onjuiste adres achtergelaten. De gerechtsdeurwaarder heeft haar werkwijze inmiddels aangepast door de uitdraai uit de Basis Registratie Personen mee te nemen alvorens te betekenen.

4.3 De kamer stelt vast dat de gerechtsdeurwaarder de dagvaarding op een onjuist adres heeft bezorgd. De klacht is dan ook terecht voorgesteld. Klager heeft geen schade geleden omdat zijn buurvrouw de envelop tijdig bij klager heeft bezorgd. Niet valt na te gaan waarom de envelop open was en of dat aan de gerechtsdeurwaarder is te wijten. Het is immers goed mogelijk dat de buurvrouw de envelop heeft geopend.

4.4 Het betekenen van ambtelijke stukken is een kerntaak van de gerechtsdeurwaarder en de gerechtsdeurwaarder heeft dan ook tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de dagvaarding aan een onjuist adres te betekenen. De kamer ziet geen aanleiding een maatregel op te leggen nu de gerechtsdeurwaarder heeft meegedeeld haar werkwijze aan te passen. Daarnaast heeft zij ook excuses aangeboden aan klager.

4.5 Klager heeft gesteld dat de gerechtsdeurwaarder een schadevergoeding dient te voldoen. De tuchtrechter is niet bevoegd om een schadevergoeding vast te stellen. Klager dient zich daartoe te wenden tot de civiele rechter.

4.6 Omdat de kamer de klacht gegrond verklaart, stelt de kamer vast dat de

gerechtsdeurwaarder op grond van artikel 37 lid 7 Gerechtsdeurwaarderswet het door klager betaalde griffierecht ad € 50,00 aan hem dient te vergoeden. Ook dient de gerechtsdeurwaarder aan klager de forfaitaire proceskosten van € 50,00 te vergoeden.

4.7 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart de klacht gegrond;
  • veroordeelt de gerechtsdeurwaarder in de proceskosten van klager, te begroten op € 50,-, te betalen na onherroepelijk worden van deze uitspraak;
  • bepaalt dat de gerechtsdeurwaarder aan klager het betaalde griffierecht ad

€ 50,- vergoedt, na onherroepelijk worden van deze uitspraak.

Aldus gegeven door mr. L. Voetelink, plaatsvervangend-voorzitter, mr. S.N. Schipper en mr. M.J.C. van Leeuwen, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 juni 2023, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.