ECLI:NL:TGDKG:2023:22 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/708563 / DW RK 21/468 MdV/SM

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2023:22
Datum uitspraak: 12-05-2023
Datum publicatie: 24-05-2023
Zaaknummer(s): C/13/708563 / DW RK 21/468 MdV/SM
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager beklaagt zich onder meer over de wijze van betekenen. Het exploot is betekend op de in artikel 47 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepaalde wijze door achterlating van het exploot in een gesloten envelop op het adres van klager. De door klager aangevoerde gronden geven geen aanleiding de motivering van de beslissing aan te passen.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 12 mei 2023 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 12 oktober 2021 met zaaknummer C/13/701005 DW RK 21/158 KM/WdJ en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/708563 / DW RK 21/468 MdV/SM ingesteld door:

[   ],

wonende te [   ],

klager,

tegen:

[   ],

gerechtsdeurwaarder te [   ],

beklaagde,

gemachtigde: mr. L Honig.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij e-mail met bijlagen, ingekomen op 20 april 2021, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 8 juni 2021, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Bij beslissing van 12 oktober 2021 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Aan klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 12 oktober 2021. Bij brief, ingekomen op 17 oktober 2021, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Bij brief, ingekomen op 26 januari 2023, heeft klager zijn verzetschrift aangevuld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 31 maart 2023 alwaar klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 12 mei 2023.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

  • Bij vonnis van de kantonrechter te Almaar van 16 december 2020 is klager veroordeeld tot het betalen van proceskosten en nasalaris.
  • Bij exploot van 20 april 2021 is het vonnis van 16 december 2020 aan klager betekend met gelijktijdig bevel aan de inhoud te voldoen.

4. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich - voor zover van belang - over de wijze van betekenen. De gerechtsdeurwaarder kwam ’s morgens even na negen uur stilletjes aangelopen, heeft heel zachtjes de envelop in de brievenbus gedaan en is er weer stilletjes van doorgegaan. Verder beklaagt klager zich er over dat er onjuistheden in het exploot vermeld staan. De rechtspersoon klopt niet, er is ten onrechte woonplaats ten kantore van de gerechtsdeurwaarder gekozen en de gedaagde en eisende partijen zijn door elkaar gehaald.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.1 Gerechtsdeurwaarders (waaronder mede wordt begrepen waarnemend gerechts­deur­waar­ders, toegevoegd gerechtsdeurwaarders, kandidaat-gerechtsdeurwaar­ders en degenen die zijn toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid, bedoelde opleiding) zijn ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaar­ders­­wet aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder, waarnemend gerechts­deur­waar­der, toegevoegd gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 De gerechtsdeurwaarder ontkent in het verweerschrift dat het exploot van 20 april 2021 niet op juiste wijze aan klager is betekend. De betreffende gerechtsdeurwaarder heeft op 20 april 2021 aangebeld op het adres van klager en heeft vervolgens, nadat de deur niet werd open gedaan, het exploot betekend op de in artikel 47 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepaalde wijze door achterlating van het exploot in een gesloten envelop op het adres van klager. Van sluipen of wegrennen is geen enkele sprake geweest, aldus de gerechtsdeurwaarder. De voorzitter ziet geen reden om aan het standpunt van de gerechtsdeurwaarder te twijfelen. Dit klachtonderdeel dient als kennelijk ongegrond te worden afgewezen.

4.3 Uit het vonnis van 16 december 2020 blijkt dat klager is veroordeeld tot het betalen aan een geldbedrag aan de publiekrechtelijke rechtspersoon Gemeente Alkmaar. Het exploot van 20 april 2021 is conform het vonnis van 16 december 2020 dan ook betekend op verzoek van de Gemeente Alkmaar. Gemeenten kunnen, als onderdeel van de overheid, als publiekrechtelijk lichaam worden aangeduid. Bovendien heeft de gemeente op grond van de wet rechtspersoonlijkheid, zodat het zelfstandig kan optreden in het maatschappelijk verkeer. Er is geen sprake van tuchtrechtelijk laakbaar handelen op dit klachtonderdeel.

4.4 Ten aanzien van de stelling van klager dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte de woonplaats van de gerechtsdeurwaarder heeft genoemd in het exploot overweegt de voorzitter het volgende. Het leggen van executoriaal beslag moet worden voorafgegaan door een exploot van de gerechtsdeurwaarder, houdende bevel om binnen twee dagen aan de executoriale titel te voldoen. Bij het bevel of de betekening moet de executant tot het uiteinde der executie woonplaats kiezen ten kantore van de gerechtsdeurwaarder. De voorzitter verwijst hiervoor naar de artikel 439 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en artikel 502 lid 4 Rv. De gerechtsdeurwaarder heeft met de woonplaatskeuze dan ook aan een wettelijke bepaling voldaan.

4.5 De gerechtsdeurwaarder heeft in het verweerschrift erkend dat in het exploot van 20 april 2021 per abuis de verzoekende partij als eiser is aangeduid en de betekende partij als gedaagde. De gerechtsdeurwaarder heeft klager hiervoor bij brief van

23 april 2021 zijn excuses aangeboden en aangegeven dat het hier een kennelijke verschrijving betreft die geen invloed heeft op de rechtsgeldigheid van het exploot. De voorzitter overweegt dat afdoende blijkt dat de betekening van het exploot heeft plaatsgevonden uit naam van de Gemeente Alkmaar en het bevel is gedaan aan klager onder verwijzing van het vonnis van 16 december 2020. De kennelijke verschrijving is niet dusdanig dat de gerechtsdeurwaarder hier een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

5.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als kennelijk ongegrond afgewezen.

6. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager – samengevat – aangevoerd dat de gerechtsdeurwaarder de verkeerde rechtspersoon heeft opgenomen in het exploot. De gerechtsdeurwaarder had een herstelexploot moeten uitbrengen.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 Het verzet kan naar het oordeel van de kamer niet slagen. Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de kamer niet geleid tot vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter waarmee de kamer zich verenigt. De kamer acht de beslissing van de voorzitter (daarom) juist en de door klager aangevoerde gronden geven geen aanleiding de motivering van de beslissing aan te passen.

7.2 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. W.M. de Vries, voorzitter, mr. S.N. Schipper en mr. J.M. Wisseborn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 mei 2023, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.