ECLI:NL:TGDKG:2023:112 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/735213 / DW RK 23/209 LV/RH

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2023:112
Datum uitspraak: 08-12-2023
Datum publicatie: 21-12-2023
Zaaknummer(s): C/13/735213 / DW RK 23/209 LV/RH
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder door een onjuiste interpretatie t.a.v. einde arbeidsovereenkomst een te hoge afdracht heeft ontvangen. In plaats van een maand terug te betalen had de gerechtsdeurwaarder vier maanden moeten terugbetalen aan klager. Het verzet is gegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 8 december 2023 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 6 juni 2023 met zaaknummer C/13/721729 / DW RK 22/318 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/735213 / DW RK 23/209 LV/RH ingesteld door:

[klager],

wonende te [..],

klager,

tegen:

[..],

toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [..],

beklaagde.

Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 22 augustus 2022, heeft klager een klacht ingediend tegen (een medewerker van het kantoor van) de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 15 september 2022, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

Bij beslissing van 6 juni 2023 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Aan klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 8 juni 2023. Bij e-mail van 18 juni 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 27 oktober 2023 waar klager, bovengenoemde toegevoegd gerechtsdeurwaarder en [..], gerechtsdeurwaarder, zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 8 december 2023.

1. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           De gerechtsdeurwaarder is belast met de incasso van een ten laste van klager verschuldigde schuld ingevolge een notariële akte van geldlening van 12 december 2000;

-           Op 26 april 2021 is executoriaal derdenbeslag gelegd onder de werkgever van klager, [..] ten laste van klager;

-           Bij e-mail van 31 mei 2021 heeft de gerechtsdeurwaarder de overeengekomen betalingsregeling aan [..] en klager bevestigd op grond waarvan [..] maandelijks € 500,- van het salaris van klager betaalde aan de gerechtsdeurwaarder;

-           Op 23 en 24 november 2021 heeft [..] de gerechtsdeurwaarder bericht dat de arbeidsovereenkomst met klager niet zou worden verlengd na 31 december 2021 en dat per die datum een eindafrekening zal plaatsvinden;

-           Ten overstaan van de kantonrechter zijn [..] en klager op 30 maart 2022 onder meer overeengekomen dat de arbeidsovereenkomst werd beëindigd per 1 april 2022.

3. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder het inkomen van klager over de maanden januari, februari en maart 2022 volledig heeft ontvangen, ondanks de overeengekomen betalingsregeling van 31 mei 2021 en de afspraken die zijn gemaakt bij de kantonrechter van Rotterdam op 30 maart 2022.

4. De beslissing van de voorzitter

4.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Klachten kunnen niet worden gericht tegen medewerkers van een gerechtsdeurwaarderskantoor. In het verweer heeft bovengenoemde gerechtsdeurwaarder zich opgeworpen als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van de beslissing rekening gehouden. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.2 De gerechtsdeurwaarder heeft in het verweerschrift aangegeven dat zij de ontvangen inhoudingen naar aanleiding van de door klager ingediende klacht nogmaals bestudeerd heeft. De gerechtsdeurdeurwaarder heeft geconcludeerd dat er betreffende de maand december 2021 teveel gelden zijn ingehouden. De gerechtsdeurwaarder heeft hier bij e-mail van 12 september 2022 haar excuses aan klager aangeboden en heeft de teveel ontvangen inhoudingen aan [..] teruggestort. Een gerechtsdeurwaarder die een vergissing of rekenfout begaat, maakt zich in het algemeen daarmee niet zonder meer schuldig aan handelen of nalaten dat tuchtrechtelijk dient te worden bestraft. Dit kan anders zijn wanneer de vergissing of fout klaarblijkelijk het gevolg is van grote onzorgvuldigheden of van handelen tegen beter weten in. Hiervan is in dit geval niet gebleken.

4.3 Ten aanzien van de maanden januari, februari en maart 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder in het verweerschrift aangegeven dat de stelling van klager dat de opdrachtgever enkel recht had op € 500,- niet klopt. Uit de door de gerechtsdeurwaarder aan klager en [..] verzonden e-mail van 31 mei 2021 blijkt dat er een betalingsregeling van € 500,- is overeengekomen en dat alle extra inkomsten, naast de maandelijkse termijnen van € 500,-, ook aan de gerechtsdeurwaarder dienen te worden overgemaakt. In de e-mail is tevens opgenomen dat de regeling bij uitdiensttreding komt te vervallen en in zijn geheel opeisbaar is. Niet in geschil is dat de arbeidsovereenkomst tussen klager en [..] is beëindigd. De verwijzing van klager naar afspraken die bij de kantonrechter gemaakt zijn tussen klager en [..] kan niet slagen, nu het afspraken betreffen waarbij de opdrachtgever geen partij is en waarin de opdrachtgever noch de gerechtsdeurwaarder in gekend zijn. Een tuchtrechtelijk verwijt kan de gerechtsdeurwaarder hier niet gemaakt worden.

4.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als kennelijk ongegrond afgewezen.

5. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager het volgende aangevoerd.

5.1 Klager, noch zijn echtgenote zijn in het begin in kennis gesteld van de schulden, terwijl het adres van klager in [..] bekend was. De gerechtsdeurwaarder heeft klager nooit op de hoogte gesteld van de openstaande bedragen, laat staan minimaal jaarlijks op de hoogte gesteld van de ontwikkeling van de schuld. Daarom vordert klager al het inbeslaggenomen geld terug.

5.2 De gerechtsdeurwaarder is in gebreke gebleven door het niet in acht nemen van klagers doorlopend contract bij [..] en door de foutieve berekening die zij daarop hebben losgelaten.

5.3 De terugbetaling aan [..] over de maand december 2021 is niet door klager ontvangen omdat [..] failliet is gegaan;

5.4 Klager verzoekt het wettelijk verhogingspercentage over de toegewezen bedragen aan hem toe te wijzen.  

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Voor zover klager nieuwe klachten in verzet heeft aangevoerd kan hij daarin niet worden ontvangen. Volgens vaste rechtspraak van het gerechtshof Amsterdam dient de kamer bij de behandeling van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter de oorspronkelijke klacht te toetsen. Dit betekent dat in verzet de oorspronkelijke klacht niet met nieuwe klachten kan worden aangevuld. Klager kan daarom niet worden ontvangen in zijn klachten als vermeld onder 5.1, 5.3 en 5.4.

6.2 Ten aanzien van verzetgrond 5.2 wordt het volgende overwogen. In de betalingsregeling van 31 mei 2021 was opgenomen dat de regeling zou komen te vervallen bij uitdiensttreding. Met klager is de kamer van oordeel dat doordat de arbeidsovereenkomst is beëindigd per 1 april 2022 de gerechtsdeurwaarder een te hoge afdracht heeft ontvangen van de werkgever van klager. Over de maanden januari, februari en maart 2022 bestond de arbeidsovereenkomst nog en gold de afgesproken betalingsregeling. De werkgever moest € 500,00 (plus emolumenten) per maand aan de gerechtsdeurwaarder voldoen. In plaats daarvan heeft [..] het volledige salaris  aan de gerechtsdeurwaarder afgedragen. Ofschoon klager zich beter had kunnen wenden tot de gerechtsdeurwaarder om een en ander recht te laten zetten in plaats van een klacht in te dienen bij de kamer, had de gerechtsdeurwaarder naar aanleiding van de ingediende klacht actie moeten ondernemen nu daaruit bleek dat de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 april 2022 werd beëindigd, in plaats van 1 januari 2022. Hoewel de gerechtsdeurwaarder wel een correctie heeft toegepast over de maand december 2021 heeft de gerechtsdeurwaarder nagelaten een correctie toe te passen over de maanden januari, februari en maart 2022. De gerechtsdeurwaarder heeft zich daarbij ten onrechte beroepen op het bericht van 23 en 24 november 2021 van [..] dat de arbeidsovereenkomst per 31 december 2021 zou eindigen, terwijl nadien bleek dat [..] en klager anders zijn overeengekomen. De kamer merkt daarbij wel op dat met name [..] in deze een verwijt valt te maken. Zij heeft in weerwil van de bereikte schikking het volledige salaris over januari tot en met maart aan de gerechtsdeurwaarder betaald en heeft zich daarmee niet aan de betalingsregeling gehouden. Aldus is de gerechtsdeurwaarder betrokken geraakt bij een arbeidsgeschil waarbij hij geen partij was en geen volledig beeld van de situatie had. Dit neemt niet weg dat toen klager een en ander had toegelicht de gerechtsdeurwaarde niet mocht volstaan met een correctie over december. Geoordeeld wordt dat de klacht op dit punt gegrond is.

6.3 Gelet op het overwogene onder 6.2 bestaat aanleiding de gerechtsdeurwaarder de maatregel van waarschuwing op te leggen. Bij die stand van zaken ziet de kamer geen aanleiding om de gerechtsdeurwaarder te veroordelen in de kosten van de procedure. Omdat de klacht deels gegrond is, dient de gerechtsdeurwaarder aan klager het betaalde griffierecht te vergoeden, alsmede de door klager gemaakte (forfaitair vast te stellen) kosten.

6.4 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart het verzet onder 6.2 gegrond en vernietigt de bestreden beslissing onder 4.3;

-           verklaart de klacht gegrond;

-           verklaart de overige gronden van verzet (5.1, 5.3 en 5.4) niet ontvankelijk;

-           legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van waarschuwing op;

-           veroordeelt de gerechtsdeurwaarder in de proceskosten van klager, te begroten op € 50,00, te betalen nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden;

-           veroordeelt de gerechtsdeurwaarder tot betaling aan klager van het door hem betaalde griffierecht van € 50,00, nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden.

Aldus gegeven door mr. L. Voetelink, plaatsvervangend-voorzitter, mr. S.N. Schipper en mr. J.N. Reijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 december 2023, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen het deel waarbij de beslissing van de voorzitter is vernietigd en alsnog op de klacht is beslist, kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.