ECLI:NL:TGDKG:2023:107 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/738045 / DW RK 23/286 EV/SM

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2023:107
Datum uitspraak: 20-12-2023
Datum publicatie: 21-12-2023
Zaaknummer(s): C/13/738045 / DW RK 23/286 EV/SM
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Niet-ontvankelijk. Verzet te laat ingediend.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 20 december 2023 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 25 juli 2023 met zaaknummer C/13/723567 / DW RK 22/367 MK/WdJ en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/738045 / DW RK 23/286 EV/SM ingesteld door:

[   ],

wonende te [   ],

klager,

tegen:

[   ],

gerechtsdeurwaarder te Den Haag,

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 3 oktober 2022, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 18 november 2022, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Bij beslissing van 25 juli 2023 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 25 juli 2023. Bij brief, ingekomen op 13 augustus 2023, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De gerechtsdeurwaarder heeft schriftelijk medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 8 november 2023 alwaar klager, met partner, is verschenen. De uitspraak is bepaald op 20 december 2023.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

2.1 Het verzet dient op grond van de wet te worden ingediend binnen veertien dagen na verzending van de brief met de beslissing van de voorzitter. De beslissing is verzonden op 25 juli 2023. De termijn begon daarmee te lopen op 26 juli 2023 en eindigde op 8 augustus 2023. Het verzet is ingekomen op 13 augustus 2023, dus buiten de termijn van veertien dagen en daarom te laat ingediend. Nu niet is gebleken van omstandigheden die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken, is klager niet ontvankelijk in zijn verzet.

2.2 Ten overvloede merkt de kamer op dat zelfs als het verzet tijdig was ingediend dit niet zou hebben geleid tot een gegronde klacht. Klager heeft enerzijds klachtonderdelen aangebracht die buiten de driejaarstermijn vallen als bedoeld in artikel 37 lid 2 Gerechtsdeurwaarderswet. Anderzijds kan klager verwijten die zien op de uitvoering van een executie niet aan deze kamer voorleggen.

2.3 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door mr. A.E. de Vos, plaatsvervangend-voorzitter, en mr. M.C.M. Hamer en mr. A.W. Veth , leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 december 2023, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.