ECLI:NL:TDIVTC:2023:36 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022-29

ECLI: ECLI:NL:TDIVTC:2023:36
Datum uitspraak: 27-07-2023
Datum publicatie: 26-03-2024
Zaaknummer(s): 2022-29
Onderwerp: Konijnen, subonderwerp: -
Beslissingen: Gegrond met waarschuwing
Inhoudsindicatie: Dierenarts treft het verwijt een onnodige buikoperatie bij een konijn te hebben uitgevoerd ten gevolge van een verwisseling van twee konijnen. Volgt waarschuwing.

X,                                                                   klaagster              

tegen:

dierenarts Y,                                                 beklaagde.

1. DE PROCEDURE

Het college heeft kennisgenomen van het klaagschrift, het verweerschrift, de repliek en de dupliek. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 20 april 2023. Alleen beklaagde was hierbij aanwezig. Klaagster heeft zich voor de zitting afgemeld. Hierna is uitspraak bepaald.

2. DE KLACHT

Beklaagde wordt verweten, samengevat, dat hij een onnodige operatie bij het konijn van klaagster heeft uitgevoerd en dat er postoperatief onvoldoende nazorg is verleend.

3. DE VOORGESCHIEDENIS

3.1. Het gaat in deze zaak om het (mannelijk) konijn van klaagster, een Nederlandse hangoor met de naam Jim.

3.2. Op 14 maart 2022 heeft klaagster haar andere (vrouwelijke) konijn Bibi naar de dierenartspraktijk waar beklaagde werkzaam is gebracht voor een afgesproken sterilisatie. Op advies van de praktijk heeft klaagster ook haar konijn Jim naar de praktijk meegebracht om stress voor het konijn Bibi zoveel mogelijk te vermijden. Beklaagde was er vóór de operatie niet over geïnformeerd dat er twee konijnen van dezelfde eigenaar in de voorbereidingsruimte voor de operatie aanwezig zouden zijn.

3.3. Uit de stukken is gebleken dat de konijnen Bibi en Jim zijn geboren op 18 juni 2021 en uit hetzelfde nest komen. Blijkens de patiëntenkaart is Bibi een vrouwtje, heeft ze een vacht met de kleuren wit en bruin en woog ze 1,86 kg. Jim is blijkens diens patiëntenkaart een gecastreerd mannetje met een vacht met de kleuren wit, bruin en zwart en woog nagenoeg hetzelfde als het konijn Bibi, namelijk 1,84 kg.

3.4. Het konijn dat op de onderzoekstafel lag, had een lichaamsgewicht dat volgens beklaagde overeen kwam met de gegevens in de opnamekaart van Bibi, waarvoor de operatie was ingepland. Door een opmerking van de assistente, te weten ‘dit is het juiste konijn’, kwam beklaagde erachter dat er een tweede konijn van dezelfde eigenaar in een transportkooi in een andere hoek van de voorbereidingsruimte verbleef. Beklaagde heeft daarop beide konijnen uitwendig geïnspecteerd, maar kon bij geen van de konijnen testes of een penis waarnemen. Naar het college heeft begrepen heeft beklaagde vervolgens met name op basis van het lichaamsgewicht geconcludeerd dat het door zijn assistente geselecteerde dier het te opereren konijn betrof.

3.5. Het geselecteerde konijn is naar de operatiekamer gebracht. Bij het openen van de buik werd het beklaagde duidelijk dat hij niet met een konijn van het vrouwelijk geslacht te maken had en dat het dus niet het juiste konijn (Bibi) voor de operatie betrof. De buikwond is vervolgens direct gesloten met Vicryl 3-0 hechtingen en het konijn heeft na de operatie een Medical Pet Shirt kat om gekregen. Vervolgens is beklaagde overgegaan tot het alsnog steriliseren van het (juiste) konijn Bibi.

3.6. Na de operatie hebben partijen telefonisch contact met elkaar gehad en heeft beklaagde aan klaagster kenbaar gemaakt dat er een fout was gemaakt doordat in eerste instantie Jim in plaats van Bibi was geopereerd en dat de kosten voor de operatie van Jim niet betaald hoefden te worden. Beide konijnen zijn in de middag van 14 maart 2022 door klaagster van de praktijk opgehaald. Beklaagde was op dat moment niet op de praktijk aanwezig.

3.7. De volgende dag, op 15 maart 2022, is op initiatief van klaagster een afspraak voor een consult ingepland, omdat beide konijnen slecht aten en thuis stil in een hoekje zaten. Er heeft die dag een consult bij een collega van beklaagde plaatsgevonden. Aan het eind van dat consult is beklaagde bij het gesprek aangeschoven met de intentie om uitleg te geven over de gebeurtenissen rondom de operatie van Jim. Klaagster gaf aan op dat moment niet open te staan voor uitleg en te willen wachten totdat beide konijnen waren hersteld.

3.8. Gebleken is dat klaagster in de periode hierna meerdere keren met Jim voor een consult op de praktijk is geweest, omdat de buikwond niet goed genas. Bij deze consulten is beklaagde niet meer betrokken geweest. Het college heeft begrepen dat klaagster zich op enig moment tot een andere dierenpraktijk heeft gewend en dat het konijn na behandeling aldaar is hersteld. Hierna is klaagster de onderhavige tuchtprocedure tegen beklaagde gestart.

4. HET VERWEER

Beklaagde heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Op dat verweer zal hierna, voor zover nodig, worden ingegaan.

5. DE BEOORDELING

5.1. In het geding is de vraag of beklaagde tekort is geschoten in de zorg die hij als dierenarts had behoren te betrachten ten opzichte van het konijn van klaagster, dan wel of hij anderszins tekort is geschoten in de uitoefening van zijn beroep, een en ander als bedoeld in artikel 8.15 juncto artikel 4.2 van de Wet dieren. Daarbij geldt in het veterinair tuchtrecht als uitgangspunt dat een dierenarts alleen voor zijn of haar eigen veterinair handelen verantwoordelijk is en niet voor het veterinair handelen van een collega.

5.2. Niet ter discussie staat dat er bij het konijn Jim (van het mannelijk geslacht en reeds gecastreerd) een onnodige buikoperatie is uitgevoerd. Het college gaat er op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting vanuit dat beklaagde hiervoor verantwoordelijk kan worden gehouden. Naar het oordeel van het college is hier sprake geweest van een vermijdbare fout en kan beklaagde worden verweten dat hij voorafgaand aan de operatie niet beter heeft gecontroleerd of hij met het juiste konijn van doen had. Via zijn assistente wist beklaagde dat er twee konijnen van dezelfde eigenaar in de voorbereidingsruimte aanwezig waren. Nu beklaagde op basis van een uitwendige inspectie van de genitaliën geen onderscheid in geslacht kon maken, heeft hij vervolgens, naar het college uit het verhandelde ter zitting heeft begrepen, met name het lichaamsgewicht van het konijn dat op de onderzoekstafel lag als uitgangspunt genomen voor de bepaling van het te opereren konijn. Nu de beide konijnen echter blijkens hun patiëntenkaarten nagenoeg hetzelfde gewicht hadden, is dit geen betrouwbaar uitgangspunt voor die keuze geweest en is beklaagde naar het oordeel van het college lichtvaardig tot de operatie overgegaan. Beklaagde had bijvoorbeeld aan de hand van de in de patiëntenkaarten beschreven overige signalementen, zoals de kleuren van de vacht of zo mogelijk via navraag bij klaagster bevestigd kunnen krijgen welk konijn er geopereerd diende te worden, alvorens tot de operatie te besluiten. Beklaagde is hierdoor naar het oordeel van het college tekort geschoten in de zorg die hij als dierenarts had behoren te betrachten bij de voorbereiding van de operatie.   

5.3. Met betrekking tot de door klaagster gemaakte verwijten over de verleende nazorg is uit de patiëntenkaart van het konijn Jim gebleken dat beklaagde enkel bij de operatie op 14 maart 2022 en zijdelings bij een consult op de volgende dag, 15 maart 2022, betrokken is geweest. Met betrekking tot de verleende nazorg op de dag van de operatie heeft het college geen bemerkingen, ook niet met betrekking tot hetgeen klaagster heeft opgemerkt over het gebruikte Medical Pet Shirt kat. Het college trekt verder niet in twijfel dat beklaagde, zoals hij heeft verklaard, bij het consult op de volgende dag, 15 maart 2022, het konijn niet heeft gezien en zelf niet heeft onderzocht of behandeld, maar aan het eind van dat  consult enkel aanwezig is geweest om uitleg te geven over de gebeurtenissen rondom de operatie van Jim. Dit maakt dat hij voor het tijdens het consult op 15 maart 2022 verrichte  onderzoek en de behandeling in tuchtrechtelijke zin niet verantwoordelijk kan worden gehouden. Immers geldt in het veterinair tuchtrecht, zoals hiervoor onder 5.1 vermeld, dat een dierenarts alleen voor zijn of haar eigen veterinair handelen verantwoordelijk is en niet voor het veterinair handelen van een collega. Ook bij consulten in de periode nadien is beklaagde blijkens zijn eigen verklaring, ondersteund door de informatie in de patiëntenkaart, niet meer persoonlijk betrokken geweest. Het college komt aldus tot het oordeel dat beklaagde geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt met betrekking tot de aan het konijn Jim verleende nazorg.

5.4. Samenvattend is het college van oordeel dat beklaagde een hem verwijtbare, onnodige operatie bij het konijn Jim heeft uitgevoerd. Na te melden maatregel wordt door het college passend en geboden geacht.

6. DE BESLISSING

Het college:

verklaart de klacht deels gegrond, als onder 5.4 samengevat;

geeft beklaagde daarvoor een waarschuwing, als bedoeld in artikel 8.31, eerste lid, onderdeel a, van de Wet dieren.

Aldus vastgesteld te ’s-Gravenhage door mr. A.J. Kromhout, voorzitter, en door de leden drs. M. Lockhorst,  drs. B.J.A. Langhorst-Mak, drs. J.A.M. van Gils  en drs. A.H.A Steentjes en uitgesproken in het openbaar op 27 juli 2023.