ECLI:NL:TAHVD:2023:251 Hof van Discipline 's Gravenhage 230160

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2023:251
Datum uitspraak: 22-06-2023
Datum publicatie: 28-12-2023
Zaaknummer(s): 230160
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Verwijzing
Beslissingen: Verwijzing
Inhoudsindicatie: Klacht niet verwezen.

Beslissing van de voorzitter van

het Hof van Discipline

van 22 juni 2023

in de zaak 230160

naar aanleiding van het de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1 HET VERZOEK 

1.1 Met een brief van 10 mei 2023 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerder.

1.2 Op 1 juni 2023 heeft verweerder de voorzitter van het hof verzocht om de klacht te verwijzen naar een andere deken voor onderzoek en behandeling, omdat verweerder de Deken van de Orde van Advocaten is in het arrondissement Limburg is.

2 DE BEOORDELING

2.1 Op grond van het bepaalde in artikel 46c lid 5 Advocatenwet wordt een klacht tegen een deken verwezen naar een deken van een andere orde. De voorzitter zal het verzoek echter afwijzen en overweegt daartoe het volgende.

2.2 De klacht is door middel van een slecht te lezen, handgeschreven brief ingediend. Los daarvan is de klacht lastig te begrijpen; de tekst staat vol niet lopende en daarmee slecht/niet te begrijpen zinnen. Het lijkt erop dat het onderzoek van verweerder naar een klacht tegen een andere advocaat de opmaat heeft gevormd voor de tegen hem gerichte klacht. Klager verwijt verweerder dat hij in dat onderzoek bevooroordeeld is. Klager geeft echter geen duidelijke en ondubbelzinnige context en achtergrond bij de klacht. Naar het oordeel van de voorzitter valt uit de brief geen inhoudelijke, concrete klacht te destilleren. Het is niet duidelijk waarnaar onderzoek gedaan zou moeten worden en het is voor verweerder niet duidelijk waartegen hij zich precies zal moeten verweren. De voorzitter zal het verzoek om verwijzing daarom afwijzen.

2.3 De voorzitter neemt bij de beslissing om niet te verwijzen in aanmerking dat dit het vierde verwijzingsverzoek is dat door klager is ingediend. Het betreft de tweede klacht tegen verweerder. Ook in die eerdere kwesties (220143, 220192 en 220206, waarin wel is besloten tot verwijzing) ging het om onduidelijke klachten. In de beslissing in zaak 220206 is klager er bovendien op gewezen dat hij naar het oordeel van de voorzitter misbruik maakt van klachtrecht door veelvuldig klachten in te dienen tegen dekens.

3 BESLISSING

De voorzitter van het Hof van Discipline:

3.1 wijst het verzoek tot verwijzing van voormelde klacht van klager/klaagster tegen verweerdervoor onderzoek en afhandeling af.



Deze beslissing is gewezen op 22 juni 2023 door mr. J.A.C.T. Frima, plaatsvervangend voorzitter.

Plaatsvervangend voorzitter

De beslissing is verzonden op 22 juni 2023.