ECLI:NL:TADRARL:2023:395 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-790/AL/NN

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2023:395
Datum uitspraak: 21-12-2023
Datum publicatie: 15-02-2024
Zaaknummer(s): 23-790/AL/NN
Onderwerp: Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Klachten waarbij klager geen belang heeft
Beslissingen: Voorzittersbeslissing
Inhoudsindicatie: Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht kennelijk niet-ontvankelijk wegens gebrek aan rechtstreeks belang.

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 21 december 2023
in de zaak 23-790/AL/NN
naar aanleiding van de klacht van:

klager
over
verweerder

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Nederland (hierna: de deken) van 15 november 2023 met kenmerk 2023 KNN129 / 2273186.

1 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier, uit van de volgende feiten.
1.1 Klager is niet door verweerder bijgestaan. Verweerder heeft als advocaat ook niet tegen klager opgetreden.
1.2 Op 9 oktober 2023 heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerder.

2 KLACHT
2.1 Klager heeft de volgende klacht over verweerder bij de deken ingediend:

“Het advocatenkantoor van [advocatenkantoor waar verweerder werkzaam is] is niet instaat aan te geven van wanneer tot wanneer de periode is die de rechter heeft uitgesproken. Dit advocaten kantoor is niet instaat een gesprek te voeren over een strafrecht zaak. Iedere keer wordt door verwezen naar MK27 en MK27 verwijst weer terug. Het is lekker makkelijk van het kastje naar de muur sturen.”

3 VERWEER
3.1 Verweerder heeft tegen de klacht verweer gevoerd. Verweerder heeft aangevoerd dat hij klager niet kent en hem - voor zover hij weet - nooit heeft gesproken. Verder heeft verweerder betoogd dat het hem niet duidelijk is wat de inhoud van de klacht is.

4 BEOORDELING
4.1 Uitgangspunt is dat het in de Advocatenwet voorziene recht om een klacht in te dienen tegen een advocaat niet aan eenieder toekomt, maar slechts aan degene die door het handelen of nalaten waarover wordt geklaagd rechtstreeks in zijn belang is of kan worden getroffen. Uit het klachtdossier - waaronder de klachtbrief van klager - dat de raad van de deken heeft ontvangen, blijkt niet wat klager verweerder verwijt. Niet is vast komen te staan dat verweerder klager in een zaak heeft bijgestaan of (namens een cliënt) tegen klager heeft opgetreden. Vanwege die onduidelijkheid is ook niet gebleken dat klager rechtstreeks in zijn belang is of kan worden getroffen. Het voorgaande betekent dat de klacht geen verdere inhoudelijke bespreking behoeft. De voorzitter verklaart klager kennelijk niet-ontvankelijk in zijn klacht.

BESLISSING
De voorzitter verklaart: klager in zijn klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

Aldus beslist door mr. G.F. van den Berg, plaatsvervangend voorzitter, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op 21 december 2023.

Griffier Voorzitter

Verzonden d.d. 21 december 2023