ECLI:NL:TADRARL:2023:288 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-016/AL/GLD
ECLI: | ECLI:NL:TADRARL:2023:288 |
---|---|
Datum uitspraak: | 30-10-2023 |
Datum publicatie: | 17-11-2023 |
Zaaknummer(s): | 23-016/AL/GLD |
Onderwerp: | Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. zijn medeadvocaten, subonderwerp: Een ander advocaat persoonlijk attaqueren |
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Ongegrond verzet. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 30 oktober
2023
in de zaak 23-016/AL/GLD
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter
van de raad van discipline van 3 april 2023 op de klacht van:
klager
over
verweerster
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 8 september 2022 heeft klager, een advocaat, bij de deken van de Orde van Advocaten
in het arrondissement Gelderland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster.
1.2 Op 9 januari 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk K 22/113 van de
deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 3 april 2023 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad
(hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard.
1.4 Op 17 april 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
De raad heeft het verzetschrift op dezelfde datum ontvangen.
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 2 oktober 2023. Daarbij
was verweerster aanwezig.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het
verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en
van het verzetschrift.
2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
de voorzitter heeft in 4.1 niet alleen een onjuiste maar ook een ontoereikend gemotiveerde
beslissing genomen. Ten onrechte heeft de voorzitter daarin aangenomen dat het ging
om een per abuis door verweerster aan klager verstuurde e-mail terwijl dit duidelijk
een vooropgezette actie was in het belang van gelijktijdig lopende en samenhangende
procedures. Daarnaast is de voorzitter ten onrechte voorbij gegaan aan de abjecte
betekenis van de door verweerster daarin over klager gebruikte woorden. Door klager
ten onrechte van gekte of een andere psychische stoornis te betichten, wat door klager
als weinig respectvol maar bovenal als beledigend is ervaren, heeft verweerster de
schreef van de betamelijkheid tussen advocaten onderling overschreden (artikel 46
Advocatenwet en regel 7).
2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet
op.
3 FEITEN EN KLACHT
Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar
de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een
gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld
of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als
de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing
heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen;
de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening
gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Zij heeft de klacht
dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden, zonder dat een uitgebreidere
motivering daarbij noodzakelijk was.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe
gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De
raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. O.P. van Tricht, voorzitter, mrs. W.W. Korteweg en E.M.G. Pouls, leden, bijgestaan door mr. M.M. Goldhoorn als griffier en uitgesproken in het openbaar op 30 oktober 2023.
Griffier
Voorzitter
Verzonden 30 oktober 2023