ECLI:NL:TADRARL:2023:281 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-001/AL/GLD

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2023:281
Datum uitspraak: 23-10-2023
Datum publicatie: 17-11-2023
Zaaknummer(s): 23-001/AL/GLD
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de beslissing van de voorzitter te twijfelen. De door klager aangevoerde verzetgronden slagen dan ook niet. In de voorzittersbeslissing is ingegaan op de volgens klager door zijn ex-echtgenote geopende bankrekening en de weigering om met hem in gesprek te gaan. Voor wat betreft de door klager ter zitting nog naar voren gebrachte aangifte van stalking is het de raad niet gebleken dat verweerster iets met deze aangifte te maken heeft. Verder heeft de voorzitter bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond. 

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem Leeuwarden van 23 oktober 2023
in de zaak 23-001/AL/GLD
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 27 februari 2023 op de klacht van:

klager
over
verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 27 juli 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster.
1.2 Op 3 januari 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk K 22/95 van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 27 februari 2023 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op 27 februari 2023 aan partijen verstuurd.
1.4 Bij brief van 9 maart 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op 13 maart 2023 ontvangen.
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 28 augustus 2023. Daarbij waren klager en verweerster aanwezig.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift van klager. Ook heeft de raad kennisgenomen van de spreekaantekeningen van klager en van hetgeen partijen voor het overige ter zitting naar voren hebben gebracht.

2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat klager het niet eens is met de beslissing van de voorzitter. In dat kader stelt klager dat de voorzitter alles wat verweerster heeft gedaan in zijn beslissing heeft toegestaan en geaccepteerd. Het gaat klager daarbij vooral om de volgens hem eenzijdig geopende bankrekening en de weigering om hem daarvan een specificatie te geven. Verder heeft klager naar eigen zeggen wel stukken overgelegd ten aanzien van de bankrekening, waaronder een klacht van valsheid in geschrifte. Ook stelt klager dat de voorzitter helemaal niet ingaat op het klachtonderdeel over de weigering van verweerster om met hem in gesprek te gaan, terwijl er volgens klager na een huwelijk van 53 jaar genoeg met zijn ex-echtgenote te bespreken is buiten de scheiding om. Tot slot stelt klager dat de kloof tussen een contactverbod en de vrijheid van meningsuiting voor een ervaren advocaat als verweerster geen obstakel mag zijn om hem met respect te behandelen.
2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op.

3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad ziet op grond van de stukken en de ter zitting afgelegde verklaringen geen aanleiding om aan de juistheid van de beslissing van de voorzitter te twijfelen. De door klager aangevoerde verzetgronden slagen dan ook niet. De voorzitter is in zijn beslissing ingegaan op de volgens klager door zijn ex-echtgenote geopende bankrekening en de weigering om met hem in gesprek te gaan. Voor wat betreft de door klager ter zitting nog naar voren gebrachte aangifte van stalking is het de raad niet gebleken dat verweerster iets met deze aangifte te maken heeft. Verder is de raad van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf heeft toegepast en dat hij rekening heeft gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft de klacht in alle onderdelen dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard. 
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. J.U.M. van der Werff, voorzitter, mrs. H.K. Scholtens en A.W. Siebenga, leden, bijgestaan door mr. A.E. van Oost als griffier en uitgesproken in het openbaar op 23 oktober 2023.
 
Griffier                                                                                                                                      Voorzitter

Verzonden d.d. 23 oktober 2023