ECLI:NL:TADRARL:2023:279 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-590/AL/GLD
ECLI: | ECLI:NL:TADRARL:2023:279 |
---|---|
Datum uitspraak: | 25-09-2023 |
Datum publicatie: | 17-11-2023 |
Zaaknummer(s): | 22-590/AL/GLD |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Ongegrond verzet. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 25 september
2023
in de zaak 22-590/AL/GLD
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter
van de raad van discipline van 26 september 2022 op de klacht van:
klager
over
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 13 juli 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement
Gelderland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 20 juli 2022 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk K 21/111 van de deken
ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 26 september 2022 heeft de plaatsvervangend voorzitter van
de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond
verklaard. Deze beslissing is op dezelfde datum verzonden aan partijen.
1.4 Op 24 oktober 2022 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
De raad heeft het verzetschrift op dezelfde datum ontvangen.
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 5 juni 2023. Daarbij waren
klager en verweerder aanwezig.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het
verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en
van het verzetschrift.
2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
(i) de voorzitter is uitgegaan van een verkeerde maatstaf en/of onjuiste en onvolledige
feiten;
(ii) de voorzitter heeft miskend dat het verweerder in zijn opstelling volstrekt ontbreekt
aan enig respect voor de persoon van klager en zijn grote financiƫle belangen;
(iii) de voorzitter heeft miskend dat klager, die daarbij verwijst naar actuele e-mails
van de SNS bank, heeft aangetoond dat geen sprake van enige doelmatigheid van verweerder
is geweest, behalve dan dat verweerder met zijn handelen het leven van klager totaal
heeft verwoest en de samenleving in het algemeen heeft benadeeld.
2.2 Tegen de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op.
3 FEITEN EN KLACHT
Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar
de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een
gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld
of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als
de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing
heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen;
de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening
gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De door klager
aangevoerde feiten in zijn verzetschrift zijn naar het oordeel van de raad niet zodanig
nieuw of anderszins relevant dat de voorzitter daar rekening mee behoefde te houden.
Datzelfde geldt voor de raad. Dit betekent dat de voorzitter de klacht dus terecht
en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe
gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De
raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. A.R. Creutzberg, voorzitter, mrs. A.W. Siebenga en S.J. de Vries, leden, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op 25 september 2023.
Griffier
Voorzitter
Verzonden d.d. 25 september 2023